08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 04 | 2023

De weg naar het Nieuwe Normaal – deel 3

x
Leestijd: 7 minuten

Decennialang legde de luchtmacht zich toe op het gereed stellen van eenheden in coalitieverband. Met de Russische inval in Oekraïne is die focus abrupt verschoven naar verdediging van het NAVO-grondgebied. In deze serie doen collega’s hun verhaal over hoe zij deze omslag beleefden. Dit keer luitenant-kolonel-vlieger Cris van Dijk, hoofd vliegoperaties bij de Multinational MRTT Unit (MMU) op Vliegbasis Eindhoven.

Tekst: André Twigt | Foto’s: uit archief de Vliegende Hollander

Cris herinnert zich die eerste week nog goed. Poetin was net Oekraïne binnengevallen en niemand wist wat voor toestanden het Westen nog meer te wachten stonden. Dit maakte vrijwel iedereen bij de MMU wat onrustig; er hing een gevoel van dreiging in de lucht. Daarbij was de tanker-/transporteenheid van de NAVO nog maar beperkt inzetbaar. Talloze operationele zaken ontbraken. 

Overste Cris van Dijk: “Tijdens die eerste weken stapte ik iedere ochtend op de fiets om bij de buren de binnengekomen Air Task Orders voor die dag uit te printen.” Foto: MMU
Van Dijk aan de controls van een A330 MRTT. Foto: uit collectie Cris van Dijk

Stroomversnelling

Cris had zich die eerste week heel anders voorgesteld. Hij verheugde zich op een weekendje carnaval. Maar in plaats van feesten zat hij tot ‘s avonds laat op Vliegbasis Eindhoven. ‘Als er wat gaat gebeuren, moeten we klaar staan’, spookte het door zijn hoofd. Dat was makkelijk gezegd. Maar om slagvaardig te kunnen werken, moest hij onder meer beveiligde verbindingen hebben. Die waren er nog niet.
Toen bekend werd dat de NAVO aan de oostgrens air patrols zou gaan vliegen, kwamen gelukkig veel zaken in een stroomversnelling. Van het European Air Transport Command en het Movement Coordinaton Centre Europe – beide ook op Vliegbasis Eindhoven gevestigd – mocht Cris de beveiligde lijnen gebruiken. Daarmee kon hij ongestoord mailen en bellen met het hoogste gezag: het NATO Air Command in Ramstein. “Het was een omslachtige, beetje hilarische toestand”, vertelt Cris. “Tijdens die eerste weken stapte ik iedere ochtend op de fiets om bij de buren de binnengekomen Air Task Orders [ATO, red] voor die dag uit te printen.”

Vier maanden lang heeft de MMU dag en nacht in hoog tempo bijgetankt. In totaal zijn 200 missies gevlogen en werd 7 miljoen liter brandstof aan 750 recievers afgegeven.

Klaar om te vertrekken

Nooit vergeet Cris die ene keer dat hij zijn documenten iets te snel van de printer pakte. Om er vervolgens na het terugfietsen achter te komen dat hij niet alles had uitgeprint. “Het papier was op! De bemanning zat al in het toestel, klaar om te vertrekken terwijl ik terug moest.” Om het missieproces te bespoedigen, werd er rap apparatuur aangekocht waarmee je de ATO in de cockpit kunt downloaden.

Naast de tankers van de MMU waren ook Amerikaanse tankers boven het grensgebied actief zoals deze van de 92nd Air Refueling Wing op Fairchild Air Force Base in de staat Washington. Foto: USAF

Met dank aan de Militaire Luchtvaart Autoriteit

Ondanks alle tekortkomingen slaagde de MMU erin om kort na de inval in Oekraïne met drie toestellen per etmaal de in allerijl opgetrommelde vloot gevechtsvliegtuigen te refuelen. Om dat voor elkaar te krijgen, moest er nog wel een belangrijke horde worden genomen. Vliegtuigen in de lucht bijtanken mag alleen wanneer beide luchtmachten daaraan hun goedkeuring geven. “Van landen als Nederland en Duitsland hadden we die wel. Maar om Amerikaanse E/A-18’s, Deense F-16’s, Noorse F-35’s of een Tsjechische JAS-39 Gripen bij te mogen tanken, moest erin allerijl papierwerk worden verzet.” Met dank aan de Militaire Luchtvaart Autoriteit; die zorgde er mede voor dat alles binnen enkele dagen geregeld was.

Een Airbus A-330 MRTT tankt enkele Duitse Eurofighters bij. Voor bijtanken in de lucht is toestemming van beide luchtmachten nodig.

‘Bij een hoger startgewicht, geniet de langere startbaan van Keulen de voorkeur’

Uiteindelijk leverde de MMU 60 procent van de benodigde tankerondersteuning. Deze prestatie werd mede mogelijk gemaakt door de Vliegbases Volkel en Gilze-Rijen en het Amerikaanse Air Mobility Command. Zij kwamen over de brug met vliegkaarten, extra intell-personeel, beveiliging en Command & Control.
Vier maanden lang heeft de MMU dag en nacht in hoog tempo bijgetankt. In totaal zijn 200 missies gevlogen en werd 7 miljoen liter brandstof aan 750 recievers afgegeven. Om dit mogelijk te maken, ging bij de MMU alles aan de kant. Cabin attendants – benodigd bij passagiersvervoer – werden ingezet om flight crews van Eindhoven naar forward base Keulen en vice versa te rijden. De MMU heeft voor de zes toestellen geen vaste verdeling. Bij onderhoud of uitval kan het zomaar zijn dat bemanningen voor een vervangende machine naar dat andere veld moeten. “Als we veel brandstof gaan afgeven en dus een hoger startgewicht hebben, geniet de langere startbaan van Keulen de voorkeur.”

Ook de AWACS’en behoren tot de vaste klanten van de MMU.

‘De tegenstander houdt zich niet aan jouw tijdlijn’

Paal boven water

Doordat de spanning rondom Oekraïne nu minder is, worden er ook minder air patrols gevlogen. In plaats van drie keer per dag stijgt er nu nog maar twee keer per week een MMU-tanker op. Terugkijkend op vier hectische maanden staat er voor Cris één les als een paal boven water: ‘de tegenstander houdt zich niet aan jouw tijdlijn’. “De inval kwam onverwacht, waardoor we ons niet goed konden voorbereiden. Het hele besluitvormingsproces rondom de tasking voor tankersteun ontbrak. De eerste keren zijn we op gezag van onze eigen commandant opgestegen en dat is niet zoals het hoort. Achteraf bezien, heeft Oekraïne ons snel volwassen gemaakt. We hebben er heel veel van geleerd.”