Commandant Air Task Force (ATF) 18, Mazar-e-Sharif, 2011
Na jaren van F-16-operaties vanaf KAF dacht de ATF op Mazar-e-Sharif (MeS) in oktober 2011 in een gespreid bedje terecht te komen. “Maar ook hier moesten we zelf het wiel uitvinden”, geeft Van Bruggen aan. “In twee weken vond de verhuizing plaatst. Daarvoor was een apart verhuisteam ingevlogen. Tegelijkertijd was er in MeS een detachement om ons materiaal van KAF op te vangen en op te bouwen. Maar bij aankomst van het personeel was infra nog niet gereed: geen platform en geen legering. De eerste zes weken sliepen we met z’n allen in een grote Amerikaanse dome-tent. Dat was best een grote domper, vooral omdat verhuizing al twee keer was uitgesteld. De legering was op 1 december pas klaar. We hebben kei en keihard moeten werken om alles gereed te krijgen.”
‘De politiek worstelde met de rules of engagement en wij ook’
“Voor de politietrainingsmissie hadden we een andere taak dan voor ISAF. De politiek worstelde met de rules of engagement en wij ook: wat mogen we wel en niet doen. We waren er ter bescherming van de trainingsmissie. Waren we al airborne, dán mochten we coalitiepartners helpen bij troops in contact, mits goedgekeurd door de Red Card Holder.
Over het algemeen was de uitzending zeer leerzaam. Ik had het niet willen missen. De inzet van het personeel was geweldig. Maar met tweehonderd man zes weken in een tent hakte er wel in.”