Tekst kapitein Bianca Brasser en Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto archief
Wat betekent het extra geld voor de commands?
Structureel vijf miljard euro extra naar Defensie! Zijn de commandanten van de commands in jubelstemming? Het is nu aan hen om het geld om te zetten in plannen en die plannen in daden. Vijf commandanten over wat de Defensienota voor hen betekent.
‘Drie volledige squadrons’
Commodore Johan van Deventer
Commandant Air Combat Command (ACC)
“De Defensienota biedt mooie kansen voor het ACC. Met zes F-35’s extra hebben we er straks 52. Daarmee kunnen we in Nederland drie volledige squadrons vullen met elk vijftien toestellen. Dat zorgt ervoor dat we kortdurend op twee inzetlocaties tegelijk expeditionair kunnen opereren én voldoende capaciteit overhouden voor de luchtverdedigings- en nucleaire taak in Nederland. Bovendien draagt de investering in extra toestellen in sterke mate bij aan de militaire afschrikking die van Nederland, Europa en de NAVO uit moet gaat. Qua infrastructuur waren we al op deze groei berekend, de uitdaging zit ’m nu vooral in personele groei. De overige zeven toestellen stationeren we op het opleidingssquadron op Luke Air Force Base. Verder worden alle vliegtuigen voorzien van vijfde in plaats van vierde generatie langeafstand- en precisiewapens.
‘Het aantal MQ-9’s wordt verdubbeld naar acht’
Ook krijgen we meer geld voor operationele trainingsinfrastructuur. Daarmee kunnen we reële dreigingssystemen aankopen of inhuren, zoals simulatoren waarmee we gronddreiging kunnen nabootsen of ‘red air’ (oefenvijand in de lucht, red.). Zo trainen we niet telkens tegen dezelfde soort of te weinig toestellen.
Daarbovenop wordt het aantal MQ-9’s verdubbeld naar acht. In overleg met de staf in Breda en Den Haag, maar ook met de Defensie Materieel Organisatie, zoeken we momenteel uit hoe en wanneer we die extra vier gaan invoeren. Het 306 Squadron is nog niet op volle sterkte en moet mogelijk verder doorgroeien.
Tevens kunnen we gaan investeren in ICT-systemen. Zo krijgt in ieder geval de Target Support Cell nieuwe systemen en een joint taakstelling. Ook de ICT van de luchtgevechtsleiding wordt gemoderniseerd. Die van de Datalink Management Cel is ook verouderd en kunnen we – deels – vervangen, verwacht ik.
Tot slot kan ik nu eindelijk de bewakingseenheid op Volkel versterken. Het personeel heeft roosterproblematiek en geen tijd om goed te trainen en dus klaar te staan voor missies. Met het nieuwe arbeidsvoorwaardenakkoord hoop ik dat we weer een aantrekkelijke werkgever zijn, zodat we in combinatie met een modern personeelssysteem ook daadwerkelijk onze vacatures in de diverse vakgebieden kunnen vullen.”
‘Goed perspectief, maar nog werk aan de winkel’
Kolonel Jorrit de Gruijter
Commandant Air Mobility Command (AMC)
“Onze verouderde vloot wordt vervangen door niet vier, maar vijf C-390-vliegtuigen van Embraer. Dat is prachtig, maar ik wil ook scherp krijgen wat er verwacht wordt van het AMC. Een extra vliegtuig is slechts een stuk staal, wat moet ik daarmee kunnen? Ik had liever gelezen binnen hoeveel uur ik een bataljon of vracht van A naar B over een afstand van X moet kunnen brengen en onder welke omstandigheden. Dan kan ik vervolgens bedenken wat daar voor nodig is. Ik zie de Defensienota als een mooie eerste stap, maar we zijn er nog niet. In de vervolgstappen gaan we de operationele concepten doorgronden en op zoek naar antwoorden op vragen over de gereedheid en beschikbaarheid.
‘Ik wil genoeg hangaars en platformruimte’
De Defensienota spreekt ook over investeringen in vastgoed. De infrastructuur van de vliegbasis gaat op de schop, dat stond al op de planning. Ik hoop dat nu al mijn wensen gerealiseerd kunnen worden. Met genoeg hangaars en platformruimte. Met de uitbreiding van nationale middelen en misschien ook de uitbreiding van de MRTT-toestellen (Multi Role Tanker Transport, red.) zullen we toekomstbestendige plannen moeten maken. De plannen die er al liggen moeten we nog eens goed tegen het licht houden, zodat de keuzes die we nu maken op langere termijn de juiste zijn. Geld helpt daarbij.
Ik grijp de Defensienota ook aan om mensen weer opleidingen te laten doen. Langere tijd konden we minder gehoor geven aan de opleidingsbehoeften. De focus lag vooral op de need-to-do-opleidingen. Met extra geld komt er ruimte voor opleidingen op het gebied van vorming en gericht op de ontwikkeling van de werknemer voor zijn of haar toekomst. Deze quick win zal al op korte termijn gemerkt worden op de werkvloer.”
Nieuwe heli betekent iets voor hele DHC’
Commodore Robert Adang
Commandant Defensie Helikopter Commando (DHC)
“Er staat nu zwart op wit dat de Cougar, die we in 2030 kwijtraken, wordt vervangen. Daar ben ik blij mee. We krijgen er een nieuwe taak bij met een nieuwe robuuste helikopter: het ondersteunen van Special Operations Forces. Dat is een enorme stap. Niet alleen voor 300 Squadron die deze taak gaat uitvoeren, dit betekent iets voor het hele DHC.
‘NH90's krijgen het volledige midlife-update-pakket’
Hoe de nieuwe helikopter eruit gaat zien? Qua afmetingen waarschijnlijk niet heel anders dan de Cougar, maar meer weten we pas als we de eisen gaan opstellen. Daarbij wordt natuurlijk gekeken naar wat er al op de markt is, maar de ontwikkelingen gaan snel en we gaan geen heli kopen die in het verleden voldeed. We moeten klaar zijn voor de toekomst.
Verder is van belang dat er wordt geïnvesteerd in de zelfbeschermingssystemen van onze helikopters en in middelen die het laagvliegen veiliger maken. Daarnaast krijgen onze NH90’s het volledige midlife-update-pakket, in plaats van slechts een deel van het pakket. Ook ben ik blij met het geld voor digitalisering. Die weg zijn we al ingeslagen en kunnen we nu krachtiger vervolgen, bijvoorbeeld met nieuwe netwerksystemen in de heli’s. De Defensienota is een boek vol kansen. Het is aan onszelf om die te pakken en ervoor te zorgen dat we als DHC klaar zijn voor de toekomst”
‘Functies opengesteld voor extra instructeurs’
Commodore Erwin van Beljouw
Commandant Air Support Command (ASC) (in oprichting)
“Luchtmachtbreed komen er mensen bij, dus de initiële opleidingen krijgen het drukker. En het intensiveren van de gevechtskracht met nieuwe wapensystemen betekent ook meer onderhoud. Extra opleidings- en onderhoudscapaciteit is niet vandaag geregeld, maar we kunnen snel schakelen. Alleen is er nog een tussenstap nodig. De commands maken nu concrete plannen en komen dan bij ons wat ze nodig hebben aan onderhoud, logistiek en opleidingen. Daarnaast wordt defensiebreed gewerkt aan plannen voor het versterken van de geneeskundige keten, ook een onderdeel van het ASC.
‘Contracten worden nu flexibel opgesteld’
Dat betekent echter niet dat wij nu niks doen. Onze mindset is al veranderd. Waar we voorheen, vanwege budgetkrapte, niet vooruit liepen op de zaken, kan dat nu wel. Zo hebben we al functies opengesteld voor extra instructeurs. Hetzelfde geldt voor recruiters en verwervers, want die gaan we sowieso nodig hebben. Contracten om nieuw materieel aan te kopen, worden nu flexibel opgesteld zodat ze later makkelijk aan te passen zijn.
Er is krapte op de arbeidsmarkt, zeker als je kijkt naar technische functies, dat is een feit waar we niet zoveel aan kunnen doen. Maar het risicomijdende gedrag binnen Defensie kunnen we wel veranderen. Er mogen wel wat minder ‘hoepeltjes’ zijn waar we doorheen moeten springen voordat we iemand kunnen aannemen of materieel mogen aanschaffen. Als die regelgeving niet mee-verandert, gaan we het niet redden. Het nieuwe HR-model is bijvoorbeeld al een mooie stap in de goede richting. Dat biedt mogelijkheden om op een andere manier te werven en personeel binnen te halen.”
‘Ons doel is de commands ontzorgen’
Generaal-majoor Dick van Ingen
Staf Commando Luchtstrijdkrachten
“Op de staf hebben we een task force ingericht die voor de luchtmacht de besluiten uit de Defensienota verder uitwerkt naar hoe we ze gaan uitvoeren en inpassen binnen onze organisatie. Het doel is de commands ontzorgen en een goede verbinding leggen met Den Haag.
‘De knop omzetten naar groei’
Mijn grote zorg is hoe we die lange lijst met maatregelen gerealiseerd krijgen in een organisatie die al dertig jaar gewend is te bezuinigen. We moeten nu de knop omzetten naar groei. Ik denk dat dit moeilijker is dan we in eerste instantie denken. Als je gewend bent om altijd te remmen als het gaat om geld uitgeven en altijd te denken ‘het moet met minder’, kan het lastig zijn nu te dromen over nieuwe plannen, die je ook daadwerkelijk mag uitvoeren. We moeten wennen aan het anders mogen denken over de krijgsmacht en het geld verstandig uitgeven. Daarom gaan we sommige processen opnieuw inrichten.”