Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Paul Tolenaar
Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waar krijgen ze energie van en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan je voor.
Wie: generaal-majoor Dick van Ingen (55)
Functie: Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten
Sinds: 1 juni 2022
Thuisfront: echtgenote Bianca, dochters Fleur en Sanne (twintigers)
Woonplaats: in de achterhoek
“De wereld zien, dat was mijn jongensdroom. Ik kom uit een generatie waarbij dat niet gebruikelijk was. Mijn droom is altijd iets bereikbaar maken wat onbereikbaar lijkt; grenzen opzoeken. Als ik nu jong zou zijn, zou de ruimte bezoeken waarschijnlijk mijn jongensdroom zijn. Of mijn droom van toen is uitgekomen? Ja, ik denk voor een groot deel wel. En daarbij heeft de luchtmacht me geholpen. Ik ben in Japan geweest, heb zo’n tien landen in Afrika bezocht – Mali, Botswana, Rwanda, noem maar op – maar ook de Verenigde Staten, heel Europa en een aantal landen in het Midden-Oosten. Mijn uitzendingen naar Israël tijdens de Golfoorlog in 1991 en naar Mali als contingentscommandant eind 2015/begin 2016 waren indrukwekkend. Heel veel landen bezocht ik vanwege werk waarbij vergaderingen of oefeningen centraal stonden. Toch was er vaak gelegenheid voor cultuursnuiven of het ontmoeten van mensen.”
“Mijn rode draad op dit moment is met de staf beter aansluiten op de commands van de luchtmacht en de ontwikkelingen van de Defensiestaf en de Bestuursstaf in Den Haag. En die verbinding tussen hen goed leggen. Met de staf wil ik de commands ontzorgen bij alles wat er op de luchtmacht afkomt nu de Defensienota 2022 is verschenen. Die prio geef ik aan de staf en aan mijn rol. Maar hoe maak ik mogelijk dat de mensen op de staf dit ook kunnen? De manier waarop we de staf inrichten qua processen en structuur kan daarbij helpen. Ik denk ook dat het belangrijk is dat we rust brengen in ons werk op de staf. Daarmee bedoel ik dat we zoveel mogelijk verstoringen en de waan van de dag moeten voorkomen. Als we straks gaan reorganiseren blijft het werk in de tussentijd gewoon doorgaan. Alles heeft nu een extra impuls gekregen vanwege de Defensienota.
‘Ik hoop dat collega’s ook kritische vragen aan mij durven stellen’
De transitie is makkelijker gezegd dan gedaan. Mensen zijn daarbij van groot belang, zij moeten het gaan doen. Daarom loop ik regelmatig door de toren om met collega’s te praten of eigenlijk vooral om naar ze te luisteren. Waar zijn ze mee bezig en wat hebben ze nodig? Ik zie dat collega’s met veel plezier en energie hun werk doen, maar ook dat ze behoefte hebben aan duidelijkheid: wie is waarvan? Als ik met hen praat, hoop ik dat ze ook kritische vragen aan mij terug durven stellen.
Verder ben ik thuis momenteel druk met de verhuizing van mijn twee dochters. Ze waren al uit huis, maar hebben toevallig beiden weer iets nieuws. Ik help ze met het opknappen van hun nieuwe stek, dat vind ik leuk. Ach, je bent met dochters in de early twenties net zo druk als in hun tienerjaren. Mijn vrouw en ik proberen naast ons werk en de kinderen ook nog tijd voor elkaar te maken, maar dat is soms lastig. Waar het kan, combineren we het. Zo hebben Bianca en ik onlangs samen om één uur ’s nachts de deelnemende luchtmachters aan de Roparun aangemoedigd. Dat was erg gezellig.”
“Ten eerste: niets is wat het lijkt. Ik heb geleerd om altijd twee of drie keer door te vragen en dieper op details in te gaan. Dat deed ik bijvoorbeeld toen ik commandant AOCS Nieuw Milligen was en tijdens de operatie in Mali, maar doe ik ook tijdens gewone vergaderingen. Zo kom je erachter wat iemand precies bedoelt of hoe het nu echt zit.
En ten tweede weet ik dat veel mensen het vervelend vinden om ‘nee’ te zeggen. We leven in een wereld waarin we elkaar graag een plezier doen en willen helpen. Ik ben me ervan bewust dat nee zeggen tegen een generaal niet snel gebeurt, dus ik moet opletten met wat ik vraag. Mensen zijn geneigd veel energie te stoppen in hun antwoord, terwijl ik soms alleen maar iemands mening wil weten. Ik weet ook niet alles, ook al ben ik generaal en heb ik jaren ervaring. Ik ben soms afhankelijk van experts, hun mening telt. Collega’s moeten dus niet denken ‘wat wil de generaal horen’, maar ‘wat wil ik hem vertellen’.”
“Ik krijg energie van de zonnepanelen op mijn dak en de aardwarmte-installatie in de tuin achter mijn huis. Daarmee wonen wij in een energieneutraal huis. Maar daar doelt deze vraag vast niet op.
‘Ik begin vaak met de vraag hoe het met iemand gaat’
Betrokken mensen die eigenaarschap nemen, daarvan krijg ik energie. Maar ik geef ook graag energie aan mensen. Ik probeer ze te helpen, aan te moedigen of te remmen wanneer ze dat nodig hebben. Maar ik begin vaak met de vraag hoe het met ze gaat en luister naar ze. Mijn vrouw, kinderen en vrienden doen dat voor mij. Ook collega’s met wie ik eerder heb samengewerkt en waarmee ik een vertrouwensbasis heb, stellen me oprecht die vraag en luisteren naar me. Dat is fijn. Enkele van hen werken hier op de toren.”
“Ik vind het vaak lastig om me niet met dingen te bemoeien. Dat is niet uit controlezucht, maar omdat ik alles binnen ons bedrijf leuk en interessant vind. Ik leun liever voorover dan achterover. Bij anderen kan dat weleens vraagtekens oproepen. Die denken dan verbaasd: is hij daar ook van? In sommige gevallen kan het een voordeel zijn als bazen zich ergens mee bemoeien; die kunnen soms door weerstand heen breken als iets vastloopt. Ik probeer daarmee geen taken, bevoegdheden of verantwoordelijkheden bij mensen weg te halen of naar mijn niveau te tillen. Ik wil juist de medewerker steunen.”
“Dan denk ik gelijk aan wonen, werken en leven in Londen. Daar heb in 2016 een jaar gestudeerd. Ik deed er een opleiding strategie en internationale veiligheid aan het Royal College of Defence Studies. Londen is een bruisende stad waar veel gebeurt. Ook onze kinderen vonden het fantastisch. Mijn echtgenote en kids brachten alle schoolvakanties bij mij door. De jongste is er daarna nog twee keer op uitwisseling geweest voor haar studie.
‘Ik mocht een vergadering met Obama bijwonen’
Ook heb ik goede herinneringen aan mijn reizen door Afrika en het Midden-Oosten. En de vergadering met Barak Obama die ik mocht bijwonen. Hij kwam binnen tijdens een vergadering met diverse CDS’en (Commandanten der Strijdkrachten, red.) en hoge officieren, zo’n veertig personen bij elkaar. Pal daarvoor was hij bijgepraat over de inhoud door zijn mensen. Het was interessant om te zien hoe de dynamiek veranderde met zijn binnenkomst. Die man heeft zóveel charisma. Hij leefde zich in de vergaderdeelnemers in, toonde empathie voor de andere persoon en sympathie voor de verschillende standpunten. Hij wist mensen mee te nemen in zijn verhaal, trok ze over de streep en loste daardoor al snel knelpunten op met de juiste besluiten. Zijn manier van leiderschap was zó sterk, daarvoor heb ik echt bewondering. Van hem heb ik geleerd dat je inleven in de positie van een ander – en dat ook laten merken – heel belangrijk is. Net als anderen meenemen in je argumenten. Ik heb gezien dat een open houding, lach op je gezicht en een persoonlijke benadering daarbij werken.”
“Plekken met een historische betekenis; de wereld ligt er vol mee. Ik ben dol op geschiedenis en krijgsgeschiedenis in het bijzonder. Daarmee kwam ik al vroeg in aanraking. Ik ben namelijk opgegroeid in Oosterbeek, waar een groot deel van de Slag om Arnhem is uitgevochten. Verder vind ik bijvoorbeeld het Belgenmonument in Rwanda een heel indrukwekkende plek. En de locatie van de Slag bij Antietam, waar in 1862 een grote veldslag uit de Amerikaanse burgeroorlog plaatsvond. Die burgeroorlog is mijn favoriete studieonderwerp.”
“… Eigenlijk niets. Ik kom niets te kort. Wat dat betreft ben ik verwend. Maar na mijn FLO (functioneel leeftijdsontslag, red.) wil ik wel weer gaan reizen met mijn vrouw. En misschien dat ik nog wil leren pianospelen, zodat ik een mooi muziekstuk kan spelen.”