Commandant 1 (NL) Helodet Kabul, 2004
Eind maart 2004 vertrekken per An-124 in twee vluchten in totaal zes Apaches naar Kaboel International Airport (KAIA). Personeel volgt met de dan gebruikelijke luchtbrug via Termez in Oezbekistan. “Ik weet nog veel van die periode”, zegt generaal Eichelsheim, destijds als luitenant-kolonel de eerste commandant 1 (NL) Helodet. “Van tevoren was ik er al geweest met twee luchtmachters om te kijken: er was echt heel weinig ruimte voor ons kampement. We hebben hard moeten werken om alles rond te krijgen met de Canadezen, Duitsers en Turken die er ook stonden. Voor mijn gevoel was het pionieren. Weliswaar stonden we op een vliegveld, maar toch was het voor iedereen nieuw.”
‘Met inzet in Irak en Afghanistan zijn we echt een operationele luchtmacht geworden’
“Al in de eerste week werden patrouillerende Apaches vanaf de grond beschoten; voor mij het bewijs dat Afghanistan niet zonder ISAF kon. Het detachement en ik beseften wel degelijk dat het niet veilig was. Door veel beveiliging en rijden in gepantserde voertuigen, heb ik me echter niet onveilig gevoeld.
Met de inzet in Irak en Afghanistan zijn we echt een operationele luchtmacht geworden en niet een die alleen vanuit hotels opereert. Dat stempel hadden we nog wel eens. Met alle luchtmachtmiddelen werden we in Afghanistan een echt geïntegreerd onderdeel van het opereren op de grond. Vrijwel de hele luchtmacht heeft ermee te maken gehad. Supergaaf; ik had het niet willen missen.”