Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 06 | 2022

Majoor b.d. Joost Peeters

Commandant C-130-detachement, Manas, 2002

Een GGW-militair die leiding geeft aan een Hercules-detachement. Dat gebeurde in 2002. “Eindhoven moest een detachement samenstellen, maar had geen logistiek officier beschikbaar voor uitzending en geen detco”, geeft Peeters aan. “Daarom werd een beroep gedaan op de rest van de luchtmacht. Ik moest me als technisch officier van de geleide wapens wel even voorstellen binnen het luchttransportsquadron. Ik heb me zes weken bezig gehouden met de missievoorbereiding en kennismaking met het detachement. Op 20 april vetrokken de kwartiermakers naar Manas in Kirgizië. Later dan gedacht want de overeenkomst tussen het gastland en ‘vreemde’ luchtmachten in het land moest nog uitgezocht worden.”

‘Als je mensen vertrouwen geeft, gaan ze automatisch werken’

“Meervoud, want we opereerden vanaf Manas namelijk samen met een Noors en Deens C-130-det. Onze kist kwam op 12 april aan. Ieder land had zijn eigen vliegoperaties, maar logistiek deden we bijvoorbeeld samen. Verder bouwden de Noren de ops area, de Denen het mobiele netwerk en Nederland onder andere de welfare.
Onze taak was luchttransport voor OEF naar Afghanistan en Pakistan. Ze waren erg blij met onze verlengde kist, want wij konden vrachten vervoeren die anderen niet konden.
Meest bijzondere was als je mensen vertrouwen geeft, ze automatisch gaan werken. Niets is dan teveel gevraagd. Dan moet je ze eerder afremmen. Samen gingen we voor succes.”

Manas is de internationale luchthaven van Kirgizië. “De oude Russische glans was eraf, maar het veld was goed bruikbaar. De stad was rustig. Je kon er in burger prima rondlopen. De inwoners waren behulpzaam. Ik kijk heel positief op de uitzending terug.”

Manas was in 2002 een zeer internationale basis. “We maakten gebruik van de Amerikaanse infrastructuur, er was een Zuid-Koreaans hospitaal, een grote Franse eenheid en kleinere Australische en Spaanse eenheden. Die laatste ook met de C-130, maar niet in onze drie-eenheid.”

Het detachement staat een half jaar op Manas, waarbij het personeel halverwege wisselt. Op Eindhoven staat de andere C-130 stand-by voor het brengen van onderdelen. Die komen ook commercieel of via Duits transport naar Uzbekistan, op anderhalf uur vliegen.

Als niet vliegende decto gaat Peeters twee keer mee naar Afghanistan. “Om mee te maken wat de flightcrews ervaren: na de landing in het vliegtuig blijven, soms met helm en scherfvest nog aan, laden en lossen met draaiende propellers en dan snel weer weg.”

“De C-130 kwam ook op velden waar je het geweervuur nog hoorde in omliggende bergen. Daarom vloog er geregeld een zwaar bewapend Amerikaans of Frans veiligheidsteam mee dat na landing een cordon om het vliegtuig legde.”