Tekst Kapitein Djenna Perreijn
Foto Sergeant Cinthia Nijssen
‘Verrast hoe graag leerlingen lessen in het Engels wilden doen’
Bijna drie jaar geleden zette Senior Master Sergeant Adam Dempsey voet op Vliegbasis Woensdrecht. Het platte land, een vreemde taal, nieuwe collega’s: een behoorlijke overgang na zijn functies bij de United States Air Force in Duitsland en Amerika. Als exchange trainer op de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) stond hij voor de klas én boog hij zich over een nieuwe leerlijn. Volgende maand nemen collega’s en leerlingen afscheid van de Amerikaan.
Niet eerder stond er een Amerikaanse trainer voor de klas op de KMSL. Leerlingen van de basis en de middelbare vorming (BVO en MVO) van de Elementaire Vorming Onderofficieren (EVO) maakten drie jaar geleden kennis met Dempsey. “Ik was verrast hoe enthousiast ze waren om de lessen in het Engels te doen”, vertelt de exchange trainer. “Ik vraag altijd vooraf om aan te geven als ik te snel ga of moeilijk te volgen ben, maar de cursisten zagen het als een leuke uitdaging. Ze hadden zonder uitzondering een goede werkhouding; er werd niet geklaagd.”
Leerling van de BVO korporaal Marcus zag Dempsey’s lessen als een manier om zich voor te bereiden op een multinationaal werkveld. “Zeker als ik voor een buitenlandfunctie kies of op uitzending ga. Ik heb veel van hem geleerd. Hij geeft heel enthousiast les en deelt ook persoonlijke ervaringen. Als het bijvoorbeeld over kernwaarden gaat, beoordelen ze in Amerika collega’s op drie punten: integriteit komt eerst, service moet vóór jezelf gaan en alles wat we doen moet uitmuntend zijn. Interessant om bij stil te staan.
Maatwerk
Na functies op luchtmachtopleidingen in Roemenië, Duitsland en zijn eigen Verenigde Staten, zit het grootste verschil voor Dempsey in de size and scale. “Op de Senior NCO Academy in Alabama had ik zo’n twaalf leerlingen in de les, op Woensdrecht ongeveer de helft. Mijn oefeningen en lesplannen passen vaak niet bij zo’n kleine groep, dus heb ik nieuwe dingen bedacht en vaker maatwerk toegepast. Als ik bijvoorbeeld een klas vol techneuten heb, zorg ik dat opdrachten bij hun werk passen.”
Maatwerk komt ook terug als uitgangspunt in de nieuwe ‘Ontwikkellijn voor onderofficieren’ (zie kader). Dempsey was nauw betrokken bij de totstandkoming daarvan. In plaats van een standaard cursusinhoud, formuleert nu elke student zijn of haar eigen leervraag. Leerling Marcus wilde beter presenteren en stelde samen met Dempsey hiervoor een onderzoeksvraag op. “Wat me heeft geholpen is de DISC-persoonlijkheidsanalyse die we in de les maakten (een instrument dat psychologische motivatoren van menselijk gedrag meet, red.). Daardoor wist ik wat mijn sterke competenties zijn en waar ik minder goed in ben. Als je bijvoorbeeld goed scoort op het dominante vlak, maar minder op het empathische, dan kun je daarop letten in een presentatie. Nu werk ik aan mijn talentontwikkeling met de uitkomsten van die analyse in mijn achterhoofd.”
Toewijding
Als ‘exoot’ op Woensdrecht kreeg Dempsey vaak vragen die niet altijd iets met de lesstof te maken hadden: ‘Hoe werken we samen binnen de NAVO, wat kan ik verwachten als ik in de VS ga werken, hoe kijken jullie naar onze krijgsmacht?’. Ook collega senior trainer adjudant Patricia van Gool luisterde tijdens zulke vragen graag mee. “Hij kan zo goed vertellen dat we het vaak maar even lieten gaan. Niet in de laatste plaats omdat wij het als collega’s óók heel interessant vonden. Iedereen wil graag weten hoe we beter kunnen samenwerken en wat we van elkaar kunnen leren. Ik verbaas me er bijvoorbeeld over dat Amerikaanse collega’s wel een jaar tot anderhalf op uitzending gaan, zonder te weten wanneer ze precies terugkomen. Ze zijn enorm toegewijd en daar kan ik alleen maar bewondering voor hebben.”
Balans
Dempsey heeft dus aardig wat expertise naar Woensdrecht gebracht. Nu zijn uitwisselingsperiode er bijna op zit, staat hij ook stil bij wat hij mee terugneemt naar de VS. “Wat Patricia zegt is waar: Amerikanen zijn dedicated. Een negatief effect daarvan is dat de balans tussen werk en privé niet goed is. In Nederland is veel meer aandacht voor het thuisfront en de privésituatie. Daar wil ik tijdens mijn volgende functie, als beleidsmedewerker in het Pentagon (het Amerikaanse ministerie van Defensie in Washington, red.), mee aan de slag. Moet een nieuwe opdracht bijvoorbeeld vanmiddag per se af? Of is het vroeg genoeg en veel realistischer als het aan het einde van de week op het bureau van de baas ligt? Dat is wat meer op z’n Nederlands.”
Ontwikkellijn van de EVO
De opleidingen voor onderofficieren op de KMSL zijn in januari 2021 aangepast. Toen maakte de ‘Ontwikkellijn voor onderofficieren’ zijn intrede, verzorgd door de opleidingsafdeling Elementaire Vorming Onderofficieren. Deze ontwikkellijn bestaat uit vier niveaus: de basis en de middelbare vorming, kortweg de BVO en MVO die elk weer uit een eigen fase bestaan. “Er is geen ruimte meer voor de ‘het wordt vanzelf vrijdag’-mentaliteit”, stelt senior trainer adjudant Patricia van Gool. “In plaats van dat wij als trainers allerlei zaken aanreiken zodat leerlingen het benodigde vinkje scoren, moeten ze nu zelf de lesstof komen halen. Maatwerk in hun eigen tempo." Een verrijking die ze dankt aan haar Amerikaanse collega. “Dempsey heeft met zijn expertise enorm bijgedragen in het ontwikkelen van de opleiding.” Lees hier over de ontwikkellijn.