Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto boven: sergeant 1 Jan Dijkstra

Het verhaal achter de schermen

Leestijd: 6 minuten

Drie minuten over vijf in de ochtend, de telefoon gaat: ‘Je moet nu naar het werk komen.’ Op dat moment weet luitenant-kolonel Aldo dat de wereld is veranderd. Een kwartier later meldt het hoofd operaties zich op het National Air and Space Operations Center (NASOC) in Breda. Rusland is om tien voor vijf Oekraïne binnengevallen.

‘Dit is waarvoor we trainen en zijn opgeleid’

Dit scenario is voorbereid. Tot in de puntjes. Zodra de Commandant der Strijdkrachten in alle vroegte de opdracht voor inzet krijgt, brieft hij die via de Directie Operaties (DOPS) door aan NASOC. Het draaiboek, waarvan iedereen hoopte het nooit te gebruiken, wordt geactiveerd. Razendsnel treedt de belboom in werking, alle raderen beginnen te draaien. Vier uur later stijgen de eerste twee F-35’s op richting de oostflank met maar één doel: het beschermen van onze landsgrenzen en die van onze bondgenoten. Het is hoofdtaak nummer één van Defensie.

“Het is voelbaar: dit is waarvoor we trainen en zijn opgeleid”, spreekt Aldo namens de paar duizend luchtmachtcollega’s. Met zijn team maakt hij lange dagen. Intensief en onafgebroken werken ze door, óók in de weekenden. Nee, niet pas vanaf donderdag 24 februari, de dag dat Poetin zijn leger de landsgrenzen over stuurde. De rollercoaster begon al eerder.

Hoofd operaties NASOC luitenant-kolonel Aldo: “Deze operatie vraagt om flexibiliteit en teamwork.”

Verhoogde staat van paraatheid

Het Supreme Allied Commander Europe (SACEUR) begint medio december al met het in verhoogde staat van paraatheid brengen van de NAVO. Dat doet het bondgenootschap op verschillende vlakken en uiteraard in overleg met de hoogste defensiebazen van iedere natie. Afschrikken door meer activiteit aan de oostgrens van het bondgenootschap te laten zien, is één van de doelen. De opdracht om jachtvliegtuigen in april en mei te leveren voor de air policing-taak in Bulgarije komt dan ook snel binnen bij de luchtmacht.

Alles gebeurt vooruitlopend op de politieke besluitvorming

Regierol

“Tien dagen voor de inval begonnen we met inventariseren: wat kunnen wij leveren ter bescherming van bondgenoten als Rusland Oekraïne binnenvalt?”, vertelt de overste. Vanuit de regierol brengt het NASOC-personeel dit in nauwe samenwerking met de commands in kaart in opdracht van Commandant Luchtstrijdkrachten (C-LSK) luitenant-generaal Dennis Luyt. Die moet het lijstje namelijk, net als alle andere NAVO-luchtmachtcommandanten, aanleveren bij het Air Command in het Duitse Ramstein. Dit orgaan plant de militaire luchtoperaties onder bevel van SACEUR. Alles gebeurt vooruitlopend op de politieke besluitvorming. De regering mag in dit geval namelijk zelf de keuze maken: wat wil Nederland bijdragen? Dat zou anders zijn geweest als er sprake was van een artikel 5-situatie, ofwel: een aanval op één NAVO-lidstaat is een aanval op allen.

Luchtmachtinzet

Dit materieel zette de Koninklijke Luchtmacht de afgelopen periode in ter bescherming van het NAVO-luchtruim en -grondgebied:

  • Pool van acht jachtvliegtuigen (F-16 en F-35) voor het bewaken en beveiligen van de oostelijke NAVO-grens;
  • C-130 transportvliegtuig voor het strategisch transport van militair materieel en hulpgoederen voor Oekraïne;
  • Een NH90 en twee Cougar boordhelikopters die in de Scandinavische wateren aan boord van Nederlandse marineschepen op stand-by staan.

En in internationaal samenwerkingsverband:

  • C-17 transportvliegtuig van de Strategic Airlift Capability voor het strategisch transport van militair materieel voor Oekraïne;
  • A330 Multi Role Tanker Transportvliegtuigen (MRTT) van de Multinational MRTT Unit (MMU) voor het bijtanken van NAVO-jachtvliegtuigen in de lucht;
  • AWACS radarvliegtuigen van de NATO Airborne Early Warning and Control Force (NAEW&CF) voor luchtruimbewaking.
     
MRTT’s vertrekken vanaf thuisbases Eindhoven en Keulen om jachtvliegtuigen van de NAVO-partners in de lucht te voorzien van brandstof. Foto: adjudant Arnoud Schoor

‘In een slaapzak op kantoor’

De sleutel

Een hectische periode breekt aan. Aldo slaapt minder dan normaal, maar gelukkig wel in zijn eigen bed thuis in Breda. “Er zijn genoeg collega’s in het land die gebruik maakten van legeringskamers of zelfs een enkele keer in een slaapzak op kantoor overnachtten.” Alle mogelijke uren stoppen mensen waar nodig in hun werk. Het zegt iets over de betrokkenheid, volgens het hoofd operaties. “De luchtmachter is de sleutel om deze inzet mogelijk te maken. Natuurlijk speelt ieders thuisfront daarin ook een grote rol, die moeten het zogezegd ook toestaan dat wij plotseling amper thuis zijn.”

De circa tachtig medewerkers van het NASOC fungeren als het operationele koppelvlak tussen het strategische niveau (het Combined Air Operations Centre van de NAVO en de DOPS) en het tactische niveau (de luchtmacht-commands). Daarnaast is het NASOC de schakel tussen het Commando Luchtstrijdkrachten, de Defensie Materieel Organisatie en het Defensie Ondersteuningscommando. “Wij zijn een soort regisseur van de luchtmacht-commands”, legt Aldo uit. “Op strategisch niveau wordt het ‘wat’ bepaald en wij bepalen in overleg met de commands het ‘hoe’. Daarbij houden wij het overzicht van de gehele operatie. Maar iedereen denkt en puzzelt mee over het geheel.”

Een bewapende F-16 vertrekt op Vliegbasis Volkel voor zijn patrouille in het Oost-Europese luchtruim. Foto: sergeant-majoor Maartje Roos

‘Wat is nodig en wat moeten we ervoor laten’

Nederlandse cultuur

De eerste twee weken spreken de vertegenwoordigers van de luchtmacht-commands elkaar twee keer per dag via een beveiligde beeldbelverbinding. “Alle A-secties vanuit ieder commando zitten dan om de grote vergadertafel van hun operatiecentrum”, visualiseert de overste. “Vanuit het NASOC vullen we aan met deskundigen op het gebied van cyber warfare, electronic warfare, air command and control en force protection. Ook de operationele gezondheidszorg vanuit het Centrum voor Mens en Luchtvaart zit daarbij. Samen vormen we een operationele planningsgroep. ’s Ochtends bespreken we de situatie van dat moment, hoe we verder gaan, wat daarvoor nodig is en wat we er eventueel voor moeten laten. Naast de missiegerichte planning gaat het ook om basale behoeften die de missie ondersteunen zoals legering, eten en diplomatieke klaringen. Vervolgens gaat iedereen intern aan de slag en ’s middags koppelen we aan elkaar terug. Het is heel belangrijk dat we steeds op hetzelfde informatieniveau komen met elkaar. Hoe beter iedereen weet wat het brede plaatje is, hoe beter we samen beslissingen kunnen nemen. Het zit in onze Nederlandse cultuur dat we niet bang zijn om initiatief te nemen, dat vind ik mooi. Wij kijken niet per se eerst naar boven voor een besluit. Als we weten wat de opdracht is en wat de kaders zijn, dan gaan we ervoor.”

Beslissingen over inzet van materieel neemt de operationele planningsgroep niet op eigen houtje. De deelnemers inventariseren en bespreken de (on)mogelijkheden en koppelen die via de C-LSK terug aan de DOPS, die het vervolgens met de Commandant der Strijdkrachten bespreekt. Hij hakt in overleg met de minister de knoop door.

Personeel van het 940 Squadron zorgt niet alleen voor de vrachtafhandeling van de eigen C-130’s, maar ook van de C-17’s (foto) die materieel vervoeren richting Oekraïne. Foto: sergeant Cinthia Nijssen

‘Het was even inkomen voor de meesten’

Anticiperen

Het meest lastige in deze snel veranderende wereld, is het bijhouden van alle informatie, volgens Aldo. Maar deze uitdaging zien de militaire professionals aankomen. Dus anticiperen ze daar in het voortraject op door een aantal luchtmachtliaisons te sturen naar cruciale plekken binnen de NAVO. Zo zit er iemand van air command and control samen met een collega van het Air Combat Command (ACC) bij het Air Command in Duitsland. En iemand van het Control and Reporting Centre van het AOCS Nieuw Milligen zit op eenzelfde post in Polen. “Verder stonden alle NAVO-communicatielijnen bij dit soort crises al beschreven. We hadden ze alleen lang niet meer gebruikt, dus het was even inkomen voor de meesten. Maar al na een paar dagen liep het geolied. Dat is essentieel voor het bijhouden van de informatiesnelheid.”

Om voorbereid te zijn op een eventuele inzet, werkt ook het electronic warfare team van het NASOC nachtenlang door. De medewerkers programmeren de zelfbeschermingsmiddelen van de jachtvliegtuigen en helikopters naar een zo hoog mogelijk niveau. Ook de Intelligence Surveillance and Reconnaissance Division van het NASOC staat 24/7 in contact met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Het personeel voorziet het NASOC, ACC en de luchtmachttop continu van inlichtingen. Daarnaast moet er ook voldoende en tijdig munitie beschikbaar zijn. Daarvoor heeft het Munitiebedrijf van de Defensie Materieel Organisatie vanaf 24 februari alles in het werk gesteld. “Dat kon niet eerder”, weet Aldo. “Je kunt hooguit intern planmatig wat dingen voorbereiden, maar opdrachten of bestellingen kun je niet uitzetten als er geen officiële opdracht voor is. Het Munitiebedrijf moest dus in korte tijd flink opschalen om het voor elkaar te krijgen.”

Luchtgevechtsleiders begeleiden vertrekkende en terugkerende jachtvliegtuigen door het luchtruim tijdens hun NAVO-missie. Foto: sergeant Cinthia Nijssen

‘Er is geen betere leerschool dan daadwerkelijke inzet’

Teamwork

“Ondanks dat het verschrikkelijk is wat er nu gebeurt, is dit heel goed voor de militaire organisatie”, zegt de overste. “Er is geen betere leerschool dan daadwerkelijke inzet plannen, voorbereiden en uitvoeren. Hoe haken we in op nieuwe plannen, hoe communiceren we en hoe boeken we voortgang? Met de weinige vliegtuigen en mensen die we hebben, kunnen we toch de opdracht uitvoeren. Het klinkt misschien heel cliché, maar het is echt één team, één taak. Meer dan ooit, lijkt wel. Neem het ACC, dat is officieel nog niet operationeel. De nieuwe structuur van de organisatie staat op papier, maar was nog niet volledig ingeregeld. Toch hebben de collega’s daar het wel op die nieuwe manier weten aan te lopen. Voor hen is deze inzet echt een kickstart.”

“Deze operatie vraagt om flexibiliteit en teamwork”, besluit Aldo. “De verbondenheid die het tot stand brengt, is mooi. We kijken naar elkaar om, houden elkaar in de gaten en vragen ‘gaat het nog?’ Irritaties zijn er niet, we helpen elkaar, zitten in hetzelfde schuitje. Dit ervaar je normaal alleen op een uitzending.”