Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Studio38c
Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waar krijgen ze energie van en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan u voor.
Wie: luitenant-kolonel Arjan de Graaff (48)
Functie: commandant 710 luchtgevechtsleidingssquadron op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM)
Sinds: 1 mei 2021
Thuisfront: echtgenote Karin, zoons Jasper (15) en Thijn (12) en een aquarium vissen
Woonplaats: Zwolle
‘Binnen een paar uur moesten we ingezet kunnen worden’
“Toen ik op 24 februari wakker werd, las ik op nu.nl dat Rusland Oekraïne was binnengevallen. Ik was die ochtend ingepland als battle manager, ofwel eindverantwoordelijke voor de dagelijkse operationele werkzaamheden van het squadron. Vroeg in de ochtend kregen we van de Commandant der Strijdkrachten via de Directie Operaties toestemming voor het inzetten van onze jachtvliegtuigen. Dit scenario was voorbereid, want indien nodig moesten we binnen een paar uur ingezet kunnen worden. Dat is gelukt.
Samen met onder andere Volkel en Leeuwarden waren we al anderhalve week bezig met ‘wat als’ en ‘wat doen we dan als Nederland’. We hebben in die voorbereiding onder meer twee liaisons van het squadron naar een Air Operations Centre van één van onze partnerlanden in de oostflank gestuurd om procedures goed af te stemmen en te zorgen voor korte lijntjes onderling. Je moet er namelijk voor zorgen dat de overdracht van de vliegtuigen van het ene naar het andere verantwoordelijkheidsgebied in het luchtruim zo veilig en soepel mogelijk verloopt.
Verder was ik in dat voorstadium vooral veel in overleg met de staf van het Air Combat Command (ACC, red.) en de andere betrokken squadroncommandanten van Volkel en Leeuwarden. Bij hen zit het meeste werk. Voor ons gaat het tijdens de inzet vooral om het coördineren van en rapporteren over vliegtuigen die vertrekken en onderweg zijn. Dat laatste doen we aan de omringende NAVO-landen en het Combined Air Operations Centre van de NAVO in de Duitse plaats Uedem.”
‘Officieel hebben we met een ‘peace time’-inzet te maken'
“De situatie in en rondom Oekraïne leeft heel erg onder het personeel; bij wie niet? Vooral in het begin – voor de Russische inval – was dat soms lastig. Er speelde van alles binnen Defensie, maar we moesten de informatieflow heel klein houden. Ondertussen voelen en merken collega’s natuurlijk dat er iets speelt.
Als je dan eenmaal in zo’n operatie zit, heeft dat vooral de focus. Maar ook de normale bewaking en beveiliging van het Benelux-luchtruim gaat gewoon door. Inmiddels wordt deze inzet als soort van ‘normale taak’ opgepakt. Dat ging eigenlijk vrij snel. Het voordeel hierbij is dat het squadron gewend is om 24/7 te werken. Qua gevoel blijft het wat vreemd dat we met deze extra air policing-taak officieel met een ‘peace time’-inzet te maken hebben; ook al is een conflictsituatie de aanleiding.
De uitdaging voor het squadron zit ’m vooral in het zoeken en kiezen van de juiste balans wat personeelsinzet betreft. Onze nieuwe aanwas is nog jong en weinig ervaren. Hetgeen waarmee we nu te maken hebben, leer je normaal pas nadat je wat ervaring hebt opgebouwd.”
‘Voorheen opereerden we meer als eilandjes’
“Binnen het ACC, dat nog in oprichting is, gaat de samenwerking goed. Ik denk dat we hiervoor meer als eilandjes opereerden en we de linkjes onderling nu bewuster onderkennen en opzoeken. Daardoor is het squadron nu eerder betrokken bij – de voorbereidingen op – de inzet. Het helpt daarbij ook dat we nu op afstand met elkaar kunnen communiceren met behulp van beveiligde middelen. In het begin overlegden we met de staf ACC en alle betrokken squadroncommandanten wel zo’n één tot twee keer per dag. Zonder deze middelen zou dit lastiger zijn geweest.
Ook heeft het squadron dagelijks contact met de MMU (Multinational MRTT Unit, red.) om zeker te stellen dat de geplande tankers vanuit Eindhoven of Keulen ook daadwerkelijk de lucht ingaan. Iedere dag wordt er door de NAVO een document opgesteld waarin voor alle deelnemende eenheden ieders taak staat voor de aankomende 24 uur. Wij controleren dit document altijd om te zien waar onze Nederlandse eenheden voor getasked zijn en of er mogelijk onjuistheden zitten in deze tasking. Verder hebben we wat intensiever contact met onze omringende NAVO-landen en het Combined Air Operations Centre van de NAVO. Daaraan leggen we normaal ook verantwoording af, maar nu in andere mate en voor een andere inzet.”
‘Belangrijk dat je het werk los kunt laten’
“Zie ik eruit alsof ik zorgen heb? Hahaha! Nee, ik ben van nature niet iemand die snel zorgen heeft. In deze situatie is het belangrijk afwegingen te maken in wat je wel en niet doet en bovendien goed aanvoelen wat het personeel nodig heeft. Ik geef mijn mensen mee dat het ook oké is om iets niet te doen of op een lager pitje te zetten. Zolang we maar met elkaar blijven communiceren. Balans houden is het belangrijkste. Uiteindelijk heeft een dag maar 24 uur en we hebben ook slaap en privétijd nodig. Alle zaken buiten het werk zijn ook heel belangrijk. Ik hecht er waarde aan dat mensen op tijd naar huis gaan en het werk los kunnen laten. Als je dat als eenheid kunt, denk ik dat je het lang volhoudt. Belast je mensen altijd – onnodig – voor 110 procent, omdat je geen keuzes kunt of wilt maken, dan kan je niet opschalen wanneer dit echt nodig is. We hebben denk ik een goede balans gevonden op het squadron. Ik heb nog nooit iemand hoeven aanwijzen, er zijn altijd wel vrijwilligers. Zelfs nu in de covid-periode en met onze personeelstekorten.”
‘Ik wilde niet tot mijn 65e gymdocent zijn’
“Ik weet eigenlijk niet goed hoe het komt dat ik bij de luchtmacht wilde werken. Ik kom uit de Top Gun-periode, dat zal mijn interesse wellicht gewekt hebben. En misschien ook door mijn buurman die boordwerktuigkundige was op de F-27; hij vloog mee om onderweg reparaties uit te kunnen voeren. Binnen mijn familie zat verder niemand bij Defensie. Als zeventienjarige vwo’er solliciteerde ik naar een baan als vlieger, maar kwam niet door de psychologische keuring. ‘Je bent een leuke jongen, maar nog een spring in het veld en niet volwassen genoeg voor een leidinggevende functie’, kreeg ik te horen. Ze hadden destijds wel gelijk hoor.
Uiteindelijk ging ik naar de sportacademie, want sportief was ik ook. Ik heb een mooie studietijd in Groningen gehad. Daarna stond ik vooral op het volleybalveld als trainer en niet voor de klas. Ik wilde gewoon niet tot mijn 65e gymdocent zijn, denk dat dat het was. Al snel solliciteerde ik weer bij de luchtmacht. Niet als sportofficier, want dan ben ik meer manager dan uitvoerder dacht ik, maar als luchtgevechtsleider. Die functie zat dichtbij het vliegen en ik leer makkelijk, dus dat leek me wel wat. Maar een jongensdroom was het niet nee. Ik wist vroeger niet eens dat het bestond.”
‘We gaan weleens vreemd zeggen we’
“Ik kan genieten van niks doen. Van gewoon in de tuin zitten of binnen op de bank liggen. Als ik foto’s zo door de tijd terugkijk, dan lig ik ook wel heel vaak op een bank. Hahaha! Ik vind het fijn om volledig te kunnen afschakelen. Met de kinderen voetballen of langs de lijn kijken, vind ik ook heerlijk. Of lekker socializen met vrienden met een hapje en drankje. Ook al zie ik mezelf niet als echte Bourgondiër, het is wel lekker op zijn tijd. En uitgebreid koken, vind ik ook leuk. Daar maak ik eigenlijk te weinig tijd voor; meestal pakken we met kerst wel uit.
Klussen doe ik ook graag. En dan bedoel ik niet het lijstje met klusjes van mijn vrouw hè, maar voor ons huis dat we een aantal jaar geleden lieten bouwen. Zo heb ik met mijn oudste zoon een dj-booth ontworpen en gemaakt. En voor mijn jongste een kast voor zijn game-hoek op zolder. Sporten doe ik niet meer zoveel. Ik ben niet van het hardlopen en houd meer van teamsporten, maar dat is lastig combineren met mijn drukke baan en privéleven. We hebben onlangs wel mountainbikes gekocht, dus dat probeer ik nu een keer per week te doen. En qua vakanties zijn we verknocht aan Italië. We gaan weleens vreemd zeggen we dan, naar Frankrijk of Spanje. En dit jaar voor het eerst naar Portugal. Maar het liefst zijn we in Italië. We denken eraan om met ons pensioen die kant op te verkassen.”
‘Dat ‘kameleonschap’ beheers ik wel’
“Weet je, ik sta in het leven van ‘het komt zoals het komt’. Je kunt wel alles plannen, maar dat werkt volgens mij vaak niet. Voor mij niet in ieder geval. Ik heb het tot nu toe overal naar mijn zin gehad met alles wat ik gedaan heb, zowel qua werk als privé. Dat heeft zeker ook te maken met hoe ik erin sta: overal het beste van willen maken. Ik heb altijd toffe functies gehad. Ook veel buiten het vakgebied en vooral erg divers. Van – zoals het destijds heette – de bestuursondersteuning van de Staf CLSK in Breda tot aan de DAOG (Directie Aansturing Operationele Gereedheid, red.) en de Directie Plannen in Den Haag.
Ik kijk niet te ver vooruit, want wat voor invloed heb ik echt op de verre toekomst? Zolang ik aangeef wat ik leuk vind en ‘nee’ zeg als ik het echt niet leuk vind, gaat het goed. Bij mij is het glas altijd halfvol. Doordat ik vaak flexibel moest zijn in het werk, kan ik mij makkelijk aanpassen. Dat ‘kameleonschap’ beheers ik wel, waardoor het makkelijk gaat en ik weinig zorgen heb. Ik zie altijd veel kansen en weinig bedreigingen. In elke bedreiging zit meestal ook een kans verborgen. Het liefst benader ik het leven vanuit die kant.”