Tekst Arno Marchand en kapitein Saminna van den Bulk
Foto Valerie Kuypers

Maatwerk in opleiding van, door en voor onderofficieren

In mei 2019 besteedde de Vliegende Hollander in een special uitgebreid aandacht aan opleidingen van en vanuit de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL). Sindsdien stonden daar de ontwikkelingen niet stil. Zo maakte de OOK-lijn plaats voor de Ontwikkellijn voor onderofficieren, verzorgd door de opleidingsafdeling Elementaire Vorming Onderofficieren (EVO). Wat houdt die in en hoe bevalt het?

Foto: Phil Nijhuis

‘Je kunt hier veel voor jezelf uithalen’

Sergeant Roxanne Geerdink (24) | Recruiter Dienstencentrum Personeelslogistiek

“Ik heb de EVO ervaren als een dynamische cursus, waarbij je in een veilige leeromgeving handvatten krijgt om je leerdoelen te formuleren en hieraan te werken. In april kwam ik op, dus ik ben relatief nieuw binnen Defensie. In deze opleiding kreeg ik veel tips en tools die ik kan gebruiken in mijn werk. Neem presenteren: hoe doe je dat en hoe zorg je ervoor dat je publiek niet met vragen achterblijft? Daarnaast reflecteer je tijdens de EVO op je eigen rol als leider. Je gaat aan de slag met wie je bent, welk gedrag je vertoont en welk effect dat heeft op anderen. Ik heb mezelf echt uitgedaagd. En ik heb meer diepgang gevonden in mijn eigen functie binnen de kerntaken van Defensie, ook door de interessante gastcolleges. Tegen collega’s zou ik zeggen: het kan een moetje lijken, maar je kunt uit de opleiding veel voor jezelf halen. Kennis waar je misschien niet meteen iets aan hebt, maar de opleiding geeft je zeker handvatten die je in de toekomst verder kunnen helpen.”

Hoofd Opleidingsafdeling EVO Helga van Hese-Sebregts. Foto: John van Benten

‘Drie generaties onderofficieren vragen om maatwerk in opleidingen’

Waarom een nieuwe opleiding voor onderofficieren? “Je moet er rekening mee houden dat we niet één soort onderofficier hebben”, steekt stafadjudant Helga van Hese-Sebregts van wal. Sinds 15 september is zij Hoofd Opleidingsafdeling EVO. “Grofweg zijn er drie generaties: jonge, van middelbare leeftijd en oudere. Die vragen allemaal om andere wijzen van opleiden. Met z’n allen in een klas zitten en consumeren is bijvoorbeeld niet meer van deze tijd. Maar zo zijn er ook collega’s die het lastig vinden werken in een digitale leeromgeving.”

Dat vraagt om maatwerk en daarom geeft Luchtmachtadjudant Peter Massop in 2018 de opdracht voor het herschrijven van de opleidingen. EVO is de naam van de nieuwe afdeling die ze gaat verzorgen. De opleiding zelf heet nu de Ontwikkellijn en bestaat uit vier niveaus: de basis en de middelbare vorming, kortweg de BVO en MVO (zie onderstaand schema).

De Ontwikkellijn leert onder andere over leiderschap. BVO 1 leert de startend onderofficier (sergeant) zelfleiderschap, BVO 2 (sergeant 1) leidinggeven aan een klein team, MVO 1 (sergeant-majoor) coachend leidinggeven en MVO 2 (adjudant) adviserend leidinggeven.

Foto: Leonie Voets

‘Ik kan iedereen de opleiding aanraden’

Sergeant-majoor Jurgen Hagen (49) | Squadronsergeant-majoor 942 Squadron, Vliegbasis Eindhoven

“In maart begon ik aan de EVO in een groep van acht. Man, vrouw, jong, oud, van verschillende onderdelen en met verschillende ervaringsniveaus. Daarvan hebben we allemaal veel profijt gehad. Je leert van én met elkaar. Ik vind het belangrijk mezelf te blijven ontwikkelen. In de keuzemodules leerde ik uit mijn comfortzone stappen. Ik kan nog wel eens met dingen zitten die buiten mijn cirkel van invloed gebeuren. De EVO-module ‘leren loslaten’ heeft me geholpen hierin meer rust te vinden. Ik kan het volgen van deze opleiding dan ook iedereen aanraden. Het kost wat tijd en je moet er aardig wat werk voor verzetten, maar het is geen hogere wiskunde. Ik ben wel van de oude stempel. Zet mij twee weken in een klaslokaal en klaar. Het grootste deel van de EVO was echter online. Als ik dan een verbeterpunt moet noemen, mag het aantal fysieke contactmomenten voor mij meer zijn. De verdieping van de opleiding kwam voor mij echt bij de ontmoeting van en in gesprek met de andere cursisten.”

Opleidingsadjudant Andries Hofman. (eigen foto)

‘Onderofficieren konden hun gemis én wensen kenbaar maken’

Invloed

Basis voor de opleidingen vormt het Kwalificatieprofiel CLSK Onderofficier waarin staat waaraan een onderofficier moet voldoen en wanneer. Als aanvulling daarop komt de Adviesraad Onderofficieren CLSK met aanvullende kaders. En niet onbelangrijk: aan de onderofficieren zelf is gevraagd wat ontbrak in de oude opleiding. “Om dat te horen, gingen we met een roadshow door het land”, zegt Van Hese-Sebregts. “Op ieder onderdeel konden zo’n tien tot vijftien onderofficieren hun gemis én wensen kenbaar maken. Relatief een klein percentage van de vierduizend luchtmachtonderofficieren, maar hun mening is wel echt gehoord en gehonoreerd.”

“‘Laat ons niet weer met x-man tegelijk naar Woensdrecht komen, maar kom als KMSL naar ons toe’”, noemt opleidingsadjudant Andries Hofman als grote gemene deler. In zijn rol geeft hij (on)gevraagd opleidingsadvies aan de commandant en het hoofd opleidingen KMSL. “Verder wilden ze niet te lange lesperiodes. Hun respons heeft dus wel degelijk invloed gehad op hoe de opleidingen er nu uitzien.”

Foto: Judith Jansen

‘Instructeurs keken continu naar de behoefte van de leerling’

Adjudant Peter Baerveldt (38) | Hoofd Vlieguitrustingstechniek, Centrum voor Mens en Luchtvaart

“De cursist staat centraal. Niet: hier heb je een syllabus en veel plezier ermee. Nee, de instructeurs waren erg gepassioneerd, wisten waar ze over spraken en keken continu naar de behoefte van de leerling. Dat viel mij enorm op. Toen ik hoorde over de EVO-pilot heb ik mezelf meteen opgegeven; in juni kon ik vier weken fulltime aan de slag voor de opleiding. In het begin was het veel computerwerk, maar al snel lag de nadruk op reflectie. Waar sta ik? Wat wil ik bereiken en wat wil ik verbeteren? Veel van deze onderwerpen had ik al eens aangestipt, maar hier gingen we er veel dieper op in. Dat zorgde bij mij voor bewustwording. Je vult je rugzak met kennis en ervaring waaraan je de rest van je loopbaan iets hebt. Daarnaast was er ook direct concreet resultaat: een adviesrapport voor mijn commandant als eindopdracht. Wij spraken erover en hij is direct aan de slag gegaan met mijn adviezen. Er wordt serieus naar gekeken.”

‘Het initiatief om verder te komen ligt bij de onderofficier zelf’

Blended learning

Met die inbreng is de Ontwikkellijn volgens Hofman dus echt een opleiding van, door en voor onderofficieren. “De onderofficier leidt de onderofficier op.” Na de pilot die in 2019 nog wel op de KMSL draait, zijn nog diverse aanpassingen gedaan. Hij vervolgt: “Zo hebben we invulling gegeven aan het opleidingsbegrip Blended Learning: een combinatie van online zelfstandig e-learning modules volgen en af en toe contactmomenten met docenten. De opleidingsafdeling EVO is er voor de ontwikkeling van de onderofficier, maar de Ontwikkellijn zelf is erg gericht op het eigenaarschap van de persoon. Het initiatief om verder te komen – en dus zichzelf te ontwikkelen – ligt bij de onderofficier zelf.”

Natuurlijk wordt bij de toetsing het opleidings- en examenregelement van de KMSL in acht genomen, maar de EVO-trainers begeleiden de cursusten zo goed mogelijk om tot maximale ontwikkeling te komen.

“We werken naar de wens van de klant”, geeft Van Hese-Sebregts aan. “Als ik over ons product vertel aan de andere opco’s (operationele commando’s, red.), kijken ze daar echt van op: ‘Wat zijn jullie ver!’ Maar de jongste generatie verwacht dit simpelweg van ons. We hebben de moetjes vanuit de kaders en de wensen van de velden verwerkt tot een nieuwe moderne opleiding.”

Just in time, just enough

De duur van de opleiding kan per persoon verschillen, van enkele maanden tot meerdere jaren. Ben je al bevorderd vóórdat je de bijbehorende opleiding hebt gedaan, dan geldt drie jaar wel als maximum. “Het ligt eraan of van je werk vrijgesteld wordt, of het ernaast moet doen”, nuanceert Hofman. “Je gaat dus niet meer als klas de opleiding in, maar als individu; wanneer jij eraan toe bent.”

Vanaf januari 2021 draaien de opleidingen. Hofman: “Daarbij bieden wij niet meer aan, maar onderdelen vragen en wij stellen beschikbaar. De basisadjudant is met zijn squadronadjudanten en -sergeant-majoors verantwoordelijk voor de verdeling en aanmelding. Leid iemand op als hij/zij eraan toe is en de kennis gaat gebruiken, just in time, just enough.”