Tekst kapitein Charlotte Snel
Foto sergeant Jan Dijkstra
‘Civiele luchtmachter in hart en nieren’
Als luchtmachter kun je haast niet om zijn werken heen. Op zo’n beetje iedere vliegbasis hangt wel een ‘Peter van Stigt’; spectaculaire, perfect lijkende luchtvaartillustraties. De Vliegende Hollander dook in de wereld van de kunstenaar. Want wie is toch de man áchter al die toffe platen?
Hij is een aviofiel die volgens zijn dochter lijdt aan een serieuze variant van vlieg-de la tourette. Ofwel, de oncontroleerbare dwang om ieder overvliegend object bij naam en staartnummer te noemen. Met name militaire toestellen doen zijn hart sneller kloppen. Het verschil tussen een F-16 en een F-35 hoort hij van verre. Peter van Stigt (56) ís luchtvaart. De rasechte Amsterdammer staat ermee op en gaat ermee naar bed.
Traumatische passie
Een aangeboren ‘afwijking’? Mwah, dat niet. Sterker nog, de eerste kennismaking tussen een toen 5-jarig Petertje en de militaire vliegwereld liep bijkans uit op een klein kindertrauma.
‘Zó in paniek; ik heb uren gehuild’
“Ik werd een zomer naar familie in Brabant gestuurd om frisse lucht te happen. Oom Jan nam me mee naar een groot veld met een hek ervoor. Voor ik het wist schoten er met veel kabaal een paar gevaartes over ons heen. Daarvan ben ik zó in paniek geraakt. Ik heb uren gehuild. Pas na een hand schuimpjes kwam ik weer wat bij.”
Het is Peters broer die hem een paar jaar later voorzichtig opnieuw introduceert in de wereld van militaire luchtvaart. “Hij had wat luchtvaartmagazines gekocht en legde uit wat ik die dag in Brabant had gezien. Dat bleken F-104 Starfighters te zijn. Na een paar plaatjes was ik verkocht.”
Wiskundeknobbel
Aan de muur van Peters slaapkamer in Osdorp is al snel geen stukje behang meer te zien. Van onder tot boven hangt de ruimte vol met foto’s van, nu nostalgische, militaire toestellen als de Northrop F-5, de Fokker F27 ‘Friendship’ en Alouette III. Zijn droom om jachtvlieger te worden, komt voor niemand als verrassing. De wil is er, de vereiste wiskundeknobbel niet.
Zoon van een tekenaar en kleinzoon van een kunstschilder
Peter, zoon van een tekenaar en kleinzoon van een kunstschilder, heeft dan inmiddels in tekenen zijn tweede passie gevonden. Hij volgt een opleiding tot grafisch vormgever en leert in zijn vrije tijd van zijn vader de fijne kneepjes van het tekenvak.
“Mijn onderwerpen waren vooral jachtvliegtuigen natuurlijk. Dat begon aardige resultaten op te leveren. Op den duur vond mijn vader mijn werk goed genoeg om tentoon te stellen. Zo hebben er uiteindelijk tientallen platen van mij in het toenmalige Aviodome gehangen. Dan ben je 21 hè?”
Dipje
Via verschillende zijwegen belandt Peter uiteindelijk als huisvormgever bij hetzelfde Aviodome waar zijn droom en passie samenkomen. Met de groei van het bedrijf, groeit tevens Peters takenpakket. De oplopende druk zorgt voor een fikse dip in zijn creativiteit.
‘Ik wilde me vol op mijn luchtvaartkunst storten’
“Dat was voor mij de grens. Ik nam ontslag en begon een nieuwe carrière als buschauffeur. Ik had rust en stabiliteit nodig, zodat ik me daarnaast vol op mijn luchtvaartkunst kon storten.”
Jubileum
Met behulp van programma’s als ArtRage, TerraGen en Photoshop maakt de kunstenaar zich door de jaren heen alle mogelijke digitale illustratietechnieken meester. Zijn werk verplaatst hij van papier volledig naar de laptop.
Vanaf zijn eettafel produceert hij de meest waanzinnige platen, nog altijd vooral van militaire vliegtuigen. Zijn inspanningen blijven niet onopgemerkt; via via wordt Peter voorgesteld aan het 312 Squadron op Volkel. “Of ik voor het 45-jarig jubileum van de club een jubileumstaart en wat merchandise wilde ontwerpen. Eh.. Já tuurlijk! Als je dat eindresultaat dan ziet… Wow! Dat is echt als een orgasme. Mag ik dat zo zeggen? Jawel hè?”
Burgerkind
Het balletje begint te rollen en al snel wordt Peter gebombardeerd tot huiskunstenaar van 312, het ‘burgerkind’ van mascotte Bonzo. Een band die tot de dag van vandaag bestaat.
“Ik heb door de jaren heen het nodige voor de KLu gedaan. 25 jaar lang alleen voor 312, maar inmiddels luchtmachtbreed. Jubileumstaarten, posters, afscheidsplaten, muurschilderingen, noem maar op. Er hangt werk van me op vrijwel alle plekken waar de luchtmacht vertegenwoordigd is. Op Nederlandse kazernes, maar bijvoorbeeld ook in de V.S. En de aanvragen blijven binnenstromen.”
‘Civiele luchtmachter’
Ondertussen rijdt Peter gewoon nog op zijn bus door Amsterdam. “Mijn schoorsteen rookt, kunst maken doe ik voor mezelf. Daar vind ik rust in. Ik mag verzoeken natuurlijk gewoon weigeren, maar mijn loyaliteit jegens de luchtmacht is groot. Het is mijn tweede familie. Ze noemen me ‘civiele luchtmachter in hart en nieren’. Een fucking honor!
Ik ben dan weliswaar geen vlieger geworden, maar sta door mijn kunst alsnog met twee modderschuiten in de diepste krochten van de airpower keuken. Dat geeft net zoveel voldoening. Ik heb, met een omtrekkende beweging, mijn doel bereikt. Het cirkeltje is rond.”