Tekst kapitein Djenna Perreijn
Foto sergeant Aaron Zwaal

Leestijd: 4 minuten

Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.

Wie: 
kapitein Anton de Bie (58)

Functie: 
stafofficier Dienst Geografie van het Commando Landstrijdkrachten

Standplaats: 
Luitenant-kolonel Tonnetkazerne, ’t Harde

De vliegerwereld veiliger maken

Een rustige, eenvoudige functie vlak voor je met functioneel leeftijdsontslag (FLO) gaat? Liever niet! Kapitein Anton de Bie stapte twee jaar geleden over naar de joint Dienst Geografie (DGeo), die organisatorisch onder de landmacht valt. DGeo voorziet de gehele krijgsmacht van geografische informatie, inclusief aeronautische informatie. Als stafofficier en expert op het gebied van aeronautische geografische producten, zette De Bie tal van ontwikkelingen in gang om de luchtvaartkaarten beter en dus de vliegerwereld veiliger te maken.

Dat dit geen overbodige luxe is, werd pijnlijk duidelijk toen in 2017 een Apache tegen een hoogspanningskabel vloog. De vliegergemeenschap uitte zijn commentaar over de kaart die  door de vlieger werd gebruikt. Vooral op het gebied van obstakels liep deze achter.

Eén van de eerste dingen die De Bie opviel toen hij twee jaar geleden startte: veel helikopterveldjes ontbraken op kaarten. “Bij laagvliegen wil je weten waar er iets omhoog kan komen.” Dus bezocht hij alle veldjes om te kijken of ze nog in gebruik waren. Zo zijn de kaarten weer completer.

‘Windmolens schieten als paddenstoelen uit de grond’

Helikopterobstakel-kaarten

Om de verbetering van de obstakeldata in gang te zetten, krijgt en neemt de kapitein alle ruimte om samenwerkingen aan te gaan met onder meer de ANWB, (luchtvaart)politie, luchtverkeersleiding, het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum, Luchtverkeersleiding Nederland en het Kadaster. “Die laatste neemt bijvoorbeeld jaarlijks luchtfoto’s van heel Nederland. Daar staat altijd nieuwe informatie op, want alleen al windmolens schieten als paddenstoelen uit de grond. Aan de hand daarvan, produceren we nu eens per jaar een nieuwe vliegkaart voor obstakels. Maar dat is te weinig.”

Doel is om samen met alle betrokken partijen de helikopterobstakel-kaarten elke 28 dagen te vernieuwen. “Alles van vijftien meter en hoger willen we snel en gedetailleerd in beeld hebben. Vliegers moeten daarbij bijvoorbeeld ook weten op welke mast wel of geen verlichting zit, om het omgevingsbewustzijn te vergroten.” 

Kapitein Anton de Bie heeft altijd in de kaartenwereld gewerkt. Voor deze functie was hij onder meer hoofd Kantoor Missie Ondersteuning bij het Defensie Helikopter Commando.

Calamiteitenkaarten op je tablet

Met de Dienst Luchtvaartpolitie, ANWB en Luchtverkeersleiding Nederland werkt de Dienst Geografie aan een website waarin vliegende collega’s obstakels kunnen melden. De verzamelde data wordt direct verwerkt in de missie planningsystemen. De Bie: “Hoe handig is het als er straks calamiteitenkaarten op je tablet en Mulan beschikbaar zijn, waarin je kunt aanvinken wat je wel en niet wilt zien: zendmasten, waterwinpunten, giftige stoffen en noem het maar op. Zoveel informatie is op een papieren kaart niet helder weer te geven.”

Rampgebied

Behalve met externe partners werkt De Bie ook binnen Defensie veel samen. “Natuurlijk met vliegbases en luchtmachtonderdelen, maar ook met krijgsmachtsdelen die andere wapensystemen gebruiken zoals de marine. Toen orkaan Dorian in 2019 de Bahama’s trof, was Zr. Ms. Johan de Witt al in het Caribisch gebied. Dankzij onze informatie kon het schip snel doorvaren, omdat de opvarenden wisten hoe de indeling van het land eruit zag.” Ook na de MH17-ramp werd er overgewerkt om collega’s en hulpverleners die naar het rampgebied moesten van goede geografische producten te voorzien.

Zr. Ms. Johan de Witt en Zr. Ms. Snellius lagen voor de kust van Sint Maarten toen orkaan Dorian de Bahama’s trof. Met behulp van de meest actuele geografische kaarten van DGeo konden de schepen snel het getroffen gebied invaren. Foto’s: sergeant Sjoerd Hilckmann
De DGeo zorgde voor actuele geografische producten zodat collega’s en hulpverleners in het rampgebied waar vlucht MH17 neerstortte goed hun werk konden doen. Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es

‘Openbare bronnen gebruiken zou verboden moeten worden’

Google Maps

Alle defensiecollega’s kunnen dus bij de DGeo verzoeken doen. En Google Maps dan? De Bie vraagt je nog net niet ‘snel de mond te gaan spoelen’. “Ten eerste loopt Google in sommige gebieden wel vijf of zes jaar achter. Dan kan een kustlijn zo maar een behoorlijk aantal meters zijn verschoven en dat is voor de marine, maar ook voor een vlieger, heel belangrijk om te weten. Bovendien laat je bij Google een ‘voetafdruk’ achter, misschien zelfs op je defensiecomputer. Het zou eigenlijk verboden moeten worden om deze openbare bronnen voor defensiedoeleinden te gebruiken.”

Kaarten beschikbaar via Mulan

Papieren kaarten zullen nooit helemaal verdwijnen. Maar ook Google Maps wordt onder defensiepersoneel volgens De Bie (te) vaak gebruikt. “Helemaal niet nodig, want op Mulan is een equivalent beschikbaar die gegarandeerd recenter is en ook nog eens van hogere resolutie.” Nieuwsgierig? Bekijk dan deze link op intranet: https://dgeo.mindef.nl/prt/home.

Op de kaart

Van een aantal van De Bie’s verbetertrajecten en nieuwe projecten zal hij zelf de eindstreep niet zien. “Mijn afscheid komt op een moment dat we net stappen maken. Ik hoop echt dat onze dienst binnen Defensie op de kaart komt te staan, niet dat we pas worden gebeld als het mis is.” 

Opvolger gezocht

Zijn functie, waarvan er maar één is, draagt hij over een jaar het liefst zo goed mogelijk over. “Als een opvolger op zich laat wachten, denk ik dat veel onderdelen dat in hun operatie merken. Vliegoperaties kunnen vertragen of in het ergste geval moeten ze worden stopgezet. Je kunt een mooie nieuwe Chinook hebben, maar zonder goede geografische informatie geen vlucht.”

Op de landmachtkazerne in ’t Harde krijgt De Bie assistentie van een ex-landmacht collega die na zijn FLO parttime als burger terugkeerde. “Eigenlijk zou hier namens de luchtmacht een adjudant en een majoor moeten zitten. Maar ja, vacatures...”