09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 03 | 2021

Speurhonden searchen helikopterlandingsplaats in Rotterdam

Tekst Arno Marchand
Foto Louis Meulstee

Snuffelen in de haven

De helikopters van de US Army Combat Air Brigade staan inmiddels veilig aan de grond op een haventerrein midden in Rotterdam, klaar voor transport naar Amerika. Maar voordat ze in de Maasstad konden landen, nam Defensie diverse maatregelen om dat veilig te kunnen doen. Zo speurde een duo luchtmachtspeurhonden met hun geleiders het tijdelijk militair object (TMO) af op zoek naar mogelijke explosieven. Een dagje snuffelen in de haven.

Mede dankzij het searchen van de honden is het haventerrein vrijgegeven; de helikopters kunnen landen.

Explosievenspeurhonden

Het sweepen van een civiel gebied dat TMO wordt zoals een haventerrein, doen Hollandse herder Ipa en haar baasje sergeant 1 Pim vaker. “Binnen Defensie zijn de explosievenspeurhonden van de luchtmacht daarvoor de aangewezen club”, geeft hij aan. Zo’n preventieve zoekactie naar (geïmproviseerde) explosieven gebeurt altijd onder begeleiding van politie of marechaussee. “Dat anderen ook op het terrein bezig zijn, maakt voor honden niet uit”, zegt Pim. “Die doen gewoon hun eigen ding.”

Ipa van 3,5 jaar samen met sergeant 1 Pim, groepscommandant hondensectie van de Object Grondverdediging (OGRV) van 931 Squadron op Vliegbasis Gilze-Rijen.
Voor een hond is het zoeken altijd spel. Pim “Moet het zoeken onder druk, dan maakt ze fouten. Dat merk je direct. Ze moet het zelf willen doen.”
Hollandse herder Ipa.

Gevaar

Ipa zoekt omdat ze daarna haar speeltje krijgt, een kong. Pim: “Daar is ze écht gek op. Wij simuleren nu af een toe een springstof zodat de hond gemotiveerd blijft. Vindt ze die, dan krijgt ze haar kong als beloning. Daar doet ze het allemaal voor.”

Maar honden worden moe, dus gebeurt het searchen altijd met minimaal twee honden: speurt de een, dan rust de ander. De geleiders van beide honden lopen wel altijd samen. Pim: “Honden geven geen honderd procent zekerheid, maar wel een heel hoog percentage. Een hond signaleert en verwijst, de mens kijkt dan altijd verder. Deze keer vonden we niets, maar indien wel, zoeken wij het gevaar niet op. Wij maken geen projectielen onschadelijk. Daarvoor zijn andere instanties.”

Wapen

Speurhonden zijn verder heel sociaal en leven daarom meestal bij de geleider thuis. Pim: “Met een speurhond thuis is de scheidlijn tussen werk en vrije tijd klein, maar daardoor is onze band ook zo goed.” Zijn collega sergeant 1 Barry onderschrijft dat en voegt toe: “Met bewakingshonden kan dat simpelweg niet, want die worden gezien als wapen. Daarom blijven die op de basis.”

Plaatsvervangend groepscommandant hondensectie sergeant 1 Barry met Melchelse herder Kyta, eveneens van de OGRV van het 931 Squadron.
Speurhondengeleider is een doorstroomfunctie vanuit de bewaking. Barry: “We hebben een apart beroep. Een klein clubje mensen, zowel binnen Defensie als in heel Nederland.”
Mechelse herder Kyta.

Praktijkervaring

Barry’s speurhond Kyta is met 6,5 jaar al wat ouder. “Dat is een redelijke leeftijd. Meestal blijven ze in dienst tot rond de acht jaar, maar dat verschilt uiteraard per hond.” Opleiden van de dieren begint al in het eerste levensjaar en duurt zo’n 28 tot 38 weken. “Maar met alle praktijkervaring ben je anderhalf jaar verder”, zegt Barry. “Vergelijk het met een rijbewijs. Met het roze kaartje net op zak weet je hoe je moet rijden, maar je leert het pas echt door het dagelijks te doen.”

Levensgevaarlijke situaties

In Nederland zijn bewakings- en speurhonden verschillende disciplines. “Er zijn wel landen met duo purpose-honden,” geeft Barry aan, “maar volgens onze visie lever je dan in op één van de twee vaardigheden. Wij gebruiken herders omdat we daarmee bekend zijn als bewakingshond: ze zijn ruim inzetbaar en hebben een sterk karakter.”

Barry omschrijft zijn werk als ‘absoluut leuk’. “Continu met je hond en samen verantwoordelijk werk doen. We kunnen potentieel levensgevaarlijke situaties ontdekken, want we zijn natuurlijk niet op zoek naar pepernoten.”