09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2020

VervlogenTijden: Gewond boven de Ginkelse Heide

Tekst Arno Marchand
Foto open internetbronnen

Veteraan sleept na D-Day ook ‘gliders’ naar Slag om Arnhem

x

Dit jaar geen tienduizenden toeschouwers, honderden parachutisten of tientallen vliegtuigen op en boven de Ginkelse Heide bij Ede. De reden, het coronavirus, moge duidelijk zijn. Op de kleine herdenking die er wel was, ook geen enkele Market Garden-veteraan. Maar wel 1 aan het woord. De 97-jarige Bill Eames die 76 jaar geleden in zijn Stirling sleepvliegtuig zwaargewond raakt tijdens een bevoorradingsvlucht boven dit gebied.

Zo vliegt de 21-jarige Bill Eames op 6 juni 1944 vanuit Engeland naar Normandië, in een Albemarle transportvliegtuig dat een Horsa glider sleept.
Eames (met een voormalig officier van het Britse Parachute Regiment) in het Airborne Museum in Oosterbeek, na de Market Garden-herdenking in 2017 op de Ginkelse Heide. Foto: Louis Meulstee

Voormalig flight lieutenant Bill Eames kent in het najaar van 1944 het klappen van de zweep. Want al een jaar vliegt hij bevoorradingsmissies voor het verzet, voornamelijk boven Frankrijk. Tijdens D-Day, op 6 juni, sleept hij met zijn Albemarle transportvliegtuig midden in de nacht een Horsa glider naar Normandië. “In tegenstelling tot ‘Arnhem’ was dat een succesvolle operatie”, vertelt de wat nors kijkende, maar uiterst vriendelijke en zeer zacht sprekende veteraan uit Noord-Ierland. “Maar na D-Day merkten we wel dat de Albemarle niet het bereik had om dieper Europa in te vliegen. Toen ben ik omgeschoold op de Stirling. Een veel groter toestel dat ik graag vloog. Het was een heel goed vliegtuig dat makkelijk een glider kon trekken of parachutisten kon meenemen.”

Een blik op en in de cockpit waarin Eames (hier niet op de foto) veel van zijn oorlogsvluchten maakte. In 1997 vloog hij nog mee met een C-130 van het 336 Squadron vanaf Eindhoven.

‘Een klein beetje Flak onderweg, maar niet erg veel...’

Opgelucht

Na D-Day blijven de bemanningen een paar maanden trainen. Plannen voor nieuwe operaties veranderden echter bijna dagelijks. “We werden gebrieft en gebrieft en gebrieft, maar voordat die operatie dan moest worden uitgevoerd, waren er al weer nieuwe plannen. Dus toen ‘Arnhem’ op tafel kwam, waren we eigenlijk opgelucht: in plaats van wachten ging het nu echt gebeuren...”

Eames’ bemanning levert de eerste glider af op zondag 17 september, de start van Market Garden. “Dat was ‘niet zo’n slechte’ vlucht. Weinig operationele problemen en een klein beetje Flak onderweg, maar niet erg veel”, zegt hij over de Duitse luchtafweer. “We leverden onze Horsa vol met infanteristen af en vlogen terug naar Engeland voor onze missie van de volgende dag. Op maandag deden we hetzelfde, maar die vlucht was al beduidend moeilijker door meer Flak. Diverse vliegtuigen werden neergeschoten.”

De Stirling was langzamer dan de Lancaster en kon minder hoog vliegen. Daarom werd het na 2 jaar als eerstelijns bommenwerper al vervangen door de Lancaster en de Handley Page Halifax. Voor bevoorradingen en sleepvluchten bleef het de rest van WO II in dienst.
De plek waar Eames zat tijdens zijn vluchten naar Arnhem: “Ik ben blij dat ik de oorlog heb overleefd, maar ik zie mezelf niet als held.”

‘Afleidende signalen’ negeren

‘Market Garden’ is dus duidelijk veel gevaarlijker: “D-Day deden we ‘s nachts, maar dit was gewoon overdag. Dat was voor ons wel degelijk anders.” En dat blijkt op de 3e dag als Eames voorraden moet droppen. “Er waren bijzonder zware Flak-beschietingen; zóveel vliegtuigen werden neergeschoten. Wij wisten dat de airborne-troepen onze bevoorrading zeer dringend nodig hadden, dus we moesten koste wat het kost onze lading op de juiste plek en hoogte, zo’n 500 voet (150 meter, red.), zien te droppen. Onze opdracht was ‘afleidende signalen’ te negeren... Maar toen wij bij de dropzone kwamen, was deze omsingeld door een Panzer-divisie. Wij vlogen door en probeerden bij het doel te komen. Sommige vliegtuigen om ons heen werden simpelweg vernietigd in de lucht of zo beschadigd dat ze daar of op de terugweg neerstortten.”

Eames benadrukt dat oorlog niet iets is om te verheerlijken maar om de opofferingen te herinneren en herdenken en te denken aan de consequenties als de geallieerden niet hadden gewonnen.

‘Zwaargewond, maar ik móest naar huis; ik had ’s avonds een date’

Date

Op dat moment krijgt ook zijn Stirling 3 voltreffers, maar van de bemanning raakt wonderwel alleen Eames zwaargewond aan zijn rechterhand en -been. “Ik was ‘niet al te blij’, maar je neemt het zoals het is”, zegt hij met gevoel voor understatement. “Het was heel lastig om het zwaar beschadigde vliegtuig terug te krijgen naar Engeland, maar je moet doorgaan en die avond had ik een date met Fay. Ik móest naar huis.” Zijn ogen glinsteren als hij het over haar heeft. Het lukt hem om het vliegtuig terug te brengen naar RAF Harwell, net ten zuiden van Oxford. Daar stort hij in en wordt meteen naar een ziekenhuis gebracht waar hij pas na 6 maanden weer uitkomt. “Ik weet niet eens hoe erg het vliegtuig was beschadigd. Ik heb het niet meer gezien…”

Een van de schaarse goede afbeeldingen in kleur van een Stirling. Van alle types Britse bommenwerpers in WOII is alleen van de Stirling geen exemplaar bewaard gebleven, alleen 2 rompdelen zijn er nog: 1 in Frankrijk en 1 in het museum bij vliegbasis Deelen.
Iedereen die heeft bijgedragen aan de bevrijding van Frankrijk, krijgt sinds een paar jaar alsnog de hoogste Franse onderscheiding, de Légion d’Honneur.

Offers

Eames weet dat het vliegen gevaarlijk is, maar ziet het ook als iets wat hij móet doen. “En als je 21 bent, zoals ik toen was, denk je dat je onoverwinnelijk bent. De Stirling was een goed vliegtuig. Enorm groot, ongeveer een kwart groter dan de bekendere AVRO Lancaster. Maar het aantal slachtoffers onder bommenwerperbemanningen was hoog, erg hoog. En eigenlijk is daar erg weinig over gezegd. Net als over glider pilots. Dat waren soldaten én vliegers. Zoveel van hen zijn neergeschoten.

Ik had geluk, maar in die week verloren we 44 Stirlings met bemanningen. Oorlog is dan ook iets om te herdenken, beseffen hoeveel offers er zijn gebracht en wat de consequenties waren als de geallieerden hadden verloren. Zoveel van mijn schoolvrienden zijn omgekomen in oorlog. Ik ben blij dat ik de oorlog heb overleefd, maar ik zie mezelf niet als held.”

Bemanningen op RAF Harwell poseren voor en op een Short Stirling. De foto is gemaakt toen Eames in het ziekenhuis lag. Staand links op de grond de 3 overgebleven bemanningsleden van Eames’ squadron.

‘Nog steeds komt er soms een stukje metaal uit mijn lijf’

Niet uit je geheugen

Eames’ date met Fay gaat die geplande avond uiteraard niet door, maar het komt goed, want ze trouwen in 1946. “Ze was parachutepakker en kende daarom ook alle bemanningsleden van het squadron. Zij wist dus precies aan wie ze parachutes had gegeven en wie ze niet meer terugbracht...

Market Garden gaat niet meer uit je geheugen. Ik denk er geregeld aan. Mijn bemanning heeft de oorlog overleefd, maar nu zijn ze allemaal overleden. Ik was de enige van ons die geraakt was. Nog steeds komt er soms een stukje metaal uit mijn lijf.” Hij besluit met een lach: “Ik was toen de ongelukkige, maar nu ben ik er gelukkig nog.”

Meer over een Short Stirling en de berging ervan in het Markermeer in de rubriek ´5 dingen die je wil weten´.