Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto John van Helvert

Een einddoel zonder uitgestippeld plan

Ga er maar aan staan: een nieuw commando oprichten. Van 3 luchtmachtonderdelen 1 geheel maken. Dat is de taak van de kersvers aangetreden commandant Air Combat Command commodore Johan van Deventer. Een uitgestippeld plan is er nog niet, een einddoel wel.

Met laptop en telefoon trekt hij momenteel door het land. Van de Vliegbases Leeuwarden en Volkel naar het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) en de staf in Breda. Een vaste standplaats met een eigen kantoor heeft hij nog niet. Van Deventer is er comfortabel bij. Net zo comfortabel als dat er geen panklaar plan ligt voor zijn taak en dat hij nog niet weet hoe de perfecte organisatie eruit moet zien.

Nog uitvinden

“Ik denk regelmatig: dat weet ik nog niet”, zegt de commodore rustig. “Dat gaan we nog uitvinden.” Zenuwachtig is hij allerminst. Hij is juist gedreven; zijn ogen sprankelen als hij erover praat. Hij heeft er duidelijk zin in. Momenteel is de nieuwe commandant vooral bezig met het activeren van zijn netwerk, praten en sparren met collega’s, plannen maken en bedenken welke functies hij nodig heeft in zijn startteam. “Met mijn aanstelling als commandant ís er natuurlijk nog geen Air Combat Command, dat gaan we nu oprichten.”

Het ACC bundelt straks behalve jachtvliegtuigen en luchtgevechtsleiding ook onbemande verkenningsvliegtuigen, targeting en Datalink Management. Foto links: sergeant Cinthia Nijssen; foto rechts: sergeant Jan Dijkstra

Tips van ervaringsdeskundige

‘We’, zoals Van Deventer met nadruk zegt. Want hij mag dan wel de aangewezen leider zijn, alleen kan hij het niet. Allereerst een goed team bij elkaar krijgen, was dan ook 1 van de tips van generaal-majoor Theo ten Haaf. Die richtte 12 jaar geleden het Defensie Helikopter Commando op, een vergelijkbare exercitie. Momenteel is Ten Haaf commandant Netherlands Special Operations Command, waarvan hij ook de grondlegger is. Dat de commodore de generaal graag belt voor advies of om te sparren, is dan ook vrij logisch.

‘Er bestaan straks 3 heldere organisatielagen’

De 2e tip die Ten Haaf hem meegaf: ‘zorg voor een heldere opdracht en bepaal daarna – in grove lijnen – de route er naartoe’. Die opdracht komt van de Commandant Luchtstrijdkrachten (C-LSK) in samenwerking met de Luchtmachtraad en wordt momenteel uitgekristalliseerd. “Dat geeft gelijk aan hoe we werken binnen de 5e Generatie Luchtmacht”, vertelt Van Deventer. “Er bestaan straks 3 heldere organisatielagen: de C-LSK met zijn staf die vooral bezig is met de langetermijnstrategie, 4 commando’s die de squadrons aansturen en ervoor zorgen dat die hun taken kunnen uitvoeren en dan de squadrons op uitvoerend niveau.”

De Target Support Cell op Volkel berekent op honderden kilometers afstand van de missie welk wapen het meest geschikt is om het beoogde effect te bereiken. De cel berekent ook de coördinaten van de landingsplek en analyseert de mogelijke nevenschade. Een commandant kan (mede) op basis daarvan zijn beslissing maken. Foto’s: Jeroen Liebers

De 4 (toekomstige) commando’s van de 5e Generatie Luchtmacht

  • Air Combat Command (ACC; in oprichting) met jachtvliegtuigen, luchtgevechtsleiding, onbemande verkenningsvliegtuigen, targeting en Datalink Management
  • Air Mobility Command (AMC; in oprichting) met transportvliegtuigen
  • Defence Helicopter Command (DHC; sinds 2008 operationeel) met gevechts- en transporthelikopters
  • Air Support Command (ASC; in aanloopfase naar oprichting) met opleidingen, logistieke ondersteuning, hoger niveau onderhoud en het Centrum voor Mens en Luchtvaart

Niet helemaal van scratch af aan beginnen

3 elementen

Toch begint de commandant niet helemaal van scratch af aan. De afgelopen periode heeft een projectteam al onderzoek gedaan naar de taken, verantwoordelijkheden en processen van het ACC en naar de verschillende opties voor het inrichten ervan. Verder zijn er al een tijd 3 organisatie-elementen actief in de aanloop naar het ACC. Zo houden 2 officieren zich al een jaar lang bezig met Intel en opleiding & training onder de noemer ‘Limited Capability ACC’. En vanaf een jaar voordat de eerste F-35 landde, waren op Volkel al zo’n 20 tot 30 luchtmachters continu in de weer met de aansturing van de instandhouding van de F-35 onder de vlag van ‘Logistic Operation Centre’. De derde component die het levenslicht zag, is het zogenoemde ‘Central Point of Entry’, ook op Volkel. Dit digitale F-35 knooppunt verbindt verschillende digitale elementen van de F-35 in Nederland, maar ook wereldwijd tussen F-35-gebruikers. Denk daarbij aan planning, onderhoud en diverse computernetwerken die het wapensysteem ondersteunen.

De Nationale Datalink Management Cel op het AOCS NM ondersteunt operaties met draadloze netwerken, zoals het NAVO-verbindingssysteem Link 16. Hiermee kunnen wapenplatformen en eenheden onderling informatie uitwisselen. De apparatuur kan overal ter wereld worden ingezet. Foto’s: Mediacentrum Defensie

‘De grootste verandering is het samenvoegen van de staven’

Laag eruit

Wat er straks op de werkvloer verandert? “Voor bijvoorbeeld vliegers en techneuten niet zoveel”, weet de commodore. “Al gaan ze wel merken dat we ze beter kunnen sturen en steunen van de staf van het ACC. De grootste verandering is namelijk het samenvoegen van de staven en de onderdeelscommandanten die verdwijnen. Die blijven overigens in de lead tot aan het omklapmoment. Vanaf dat moment gebeurt de aansturing centraal. Je hebt dan van alles 1 in plaats van 3: planning, P&O, Intel, CIS (communicatie- en informaticasystemen, red.), bewaking & beveiliging, noem maar op. En van daaruit kunnen we de gevechtskracht die versnipperd ligt over de 2 vliegbases en AOCS beter bundelen en benutten. De synergie die dan ontstaat, dát is het hele idee van het ACC en de andere 3 commando’s. Er gaat juist een laag tussenuit.”

Het onbemande verkenningsvliegtuig MQ-9 Reaper gaat met 4 stuks ook deel uitmaken van het ACC. Ze worden naar verwachting in het 4e kwartaal van 2021 geleverd. Foto links: sergeant Jasper Verolme; foto rechts: sergeant-majoor Ruud Mol

Gezamenlijk optreden

Met de nieuwe jachtvliegtuigen en onbemande verkenningsvliegtuigen denkt Van Deventer nog meer waarde te kunnen toevoegen aan het gezamenlijk optreden van de krijgsmacht. “Waarschijnlijk gaan we in de toekomst nog meer samenwerken met landmacht en marine. Ik wil dan ook graag liaisons van die OPCO’s (operationeel commando’s, red.) in de ACC-staf. Dat bevordert de samenwerking.”

‘Coronacrisis zorgt achter de schermen voor versnelling’

Eind 2021, begin 2022 hoopt de commodore zijn commando operationeel te hebben. De coronacrisis veroorzaakt dan wel enige vertraging in de oplevering van de nieuwe vliegtuigen, maar achter de schermen zorgt het op een bepaalde manier voor versnelling. Van Deventer: “Nu blijkt dat we op 200 kilometer afstand van elkaar gerust kunnen samenwerken. We kunnen zelfs veel vanuit huis fixen en hoeven niet per se fysiek samen te komen. Van dat inzicht en die ervaring kunnen we nu mooi profiteren.”

Commodore Johan van Deventer werd op 1 september benoemd tot commandant ACC in oprichting.

Van Deventers aanpak gebaseerd op eigen ervaring

In zijn vorige functie was Johan van Deventer hoofd Transitie Projecten op de Staf CLSK. ‘Lerend voorwaarts’ was toen het credo van zijn team. “Die gedachte houd ik vast voor deze nieuwe uitdaging”, zegt hij. Het ACC is 1 van de 23 transitieprojecten die Van Deventer destijds aanstuurde en coördineerde. “Door die ervaring weet ik goed hoe transities in elkaar zitten, wat belangrijk is en waar we binnen de 5e Generatie Luchtmacht naartoe werken.” Hij gaf sturing aan zo’n 300 luchtmachters die bij de trajecten betrokken waren. Hiërarchisch had hij de leiding over slechts 1 collega.

“Dat genetwerkt samenwerken ben ik inmiddels gewend. Ik weet hoe ik mensen kan samenbrengen uit alle delen van de organisatie voor het vinden van de beste antwoorden en voor het maken en uitvoeren van goede plannen.” Daarbij heeft de commodore inmiddels 30 jaar werkervaring binnen de luchtmacht. “Het is belangrijk om open en nieuwsgierig te blijven, ruimte te houden voor nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Overigens, om te beseffen wat het AAC moet zijn, helpt het ook om te bedenken wat het juist níet is”, besluit Van Deventer met een knipoog.