Achter de schermen in de hangaar tijdens missie Agenor
24 uur per dag staat de boordvliegploeg op Zr.Ms. De Ruyter klaar voor inzet. Net als de vliegcrew. Niet alleen bij een noodgeval kan de NH90 niet zonder hulp van het onderhoudsteam. Dag in dag uit wordt flink geklust zodat de helikopter veilig kan vliegen. Een feest, volgens het 6-koppige team dat niet bang is voor vuile handen. “Ook de dagen vliegen.”
In de hangaar van Zr.Ms. De Ruyter heeft de boordvliegploeg haar eigen domein. “Het is warm, maar de mooiste plek van het schip”, vertelt korporaal Kim. Hier staat namelijk de NH90-gevechtshelikopter. “Ons kindje”, lacht sergeant Jarno. “Ik ben altijd gek geweest van helikopters en vliegtuigen. Bij Defensie is het werk extra gaaf omdat we werken met wapensystemen en sensoren die je in de burgerluchtvaart niet tegen komt.”
‘Gaaf dat we met zo'n klein team de helikopter in de lucht houden’
De NH90-boordhelikopter vaart mee op Zr.Ms. De Ruyter voor missie Agenor, de militaire tak van missie EMASOH: European-led Maritime Awareness in the Strait of Hormuz. De Nederlandse aanwezigheid moet spanningen in het gebied verminderen en vrije doorvaart bevorderen. De helikopter helpt mee aan beeldopbouw in de Straat van Hormuz en aangrenzende zeeën. De NH90 vormt vanuit de lucht een extra paar ogen omdat het verder kan kijken dan de radar van het schip.
Neus in de boter
Helikoptermonteur Kim werkt aan de mechanische onderdelen van het toestel, zoals de gearbox en de motoren. “Vieze handen zijn voor mij geen probleem”, lacht ze. Jarno werkt aan de elektrische onderdelen. “Deze helikopter is uitgerust met de laatste software-update, dus ik val met mijn neus in de boter.” De collega's werken met 4 andere monteurs aan het geplande onderhoud, maar ook aan klachten die de vliegcrew opmerkt.
Klachten
Vooral van die klachten gaat het bloed sneller stromen. Jarno: “Snel de koppen bij elkaar, een oplossing bedenken en een plan maken. Binnen de kortste keren vliegt-ie weer.” “Ik vind het gaaf dat we met zo'n klein team de helikopter in de lucht houden”, voegt Kim eraan toe. “De werkdagen duren zo 12 tot 14 uur, maar ze vliegen voorbij.”
Vetrondjes
Ze werken dan ook dagelijks uit alle macht om het veelvuldige gebruik van de helikopter mogelijk te maken. Corrosie is minder problematisch dan vroeger; de fabrikant heeft volgens de monteurs de kennis om het te beperken. Toch loopt Kim met collega's veel ‘vetrondjes’ om corrosie tot een absoluut minimum te beperken. Kim: “Alle plekjes zonder verf bedekken we met anti-corrosiemiddel.” En zelfs als de helikopter een dag niet vliegt, is er genoeg werk om de dag te vullen. “Elke keer als-ie even buiten heeft gestaan, spuiten we alles af met zoet water. Als je niets doet, rot het weg”, stelt Kim resoluut.
‘Als je niets doet, rot het weg’
Het zoute zeewater en het warme klimaat vergen veel van de NH90. Jarno: “Regelmatig oefent de vliegcrew het hoisten; een drenkeling uit het water takelen. Dan hangt de heli laag boven water. Als je daarna je vinger erlangs haalt, zit die onder het zout. Dat gaat overal in- en tussen zitten. Na meerdere malen afspoelen, wassen we 'm met zeep.”
‘We mogen in onze handen knijpen met deze samenwerking’
Impact op het schip
Om dat alles mogelijk te maken, neemt het NH90-team de grootste ruimte van het schip in beslag. Jarno: “En dan nemen we ook nog eens een arsenaal aan spullen mee.” Gelukkig begrijpt de vaste bemanning van Zr.Ms. De Ruyter dat de helikopter belangrijk is voor de missie. “Het schip vertrekt niet zonder helikopter en wij niet zonder schip. We hebben elkaar nodig. We zijn opstappers en hebben een behoorlijke impact op het schip, maar voelen ons welkom. Als we hulp of materiaal nodig hebben, staat de technische dienst voor ons klaar. En als we later moeten eten omdat er met spoed reparaties tussenkomen, warmt de logistieke dienst onze maaltijden op. Ik denk dat we in onze handen mogen knijpen met deze samenwerking.”
Machtig
Kim vaart met missie Agenor voor de 3e keer langere tijd mee aan boord van een fregat. Voor Jarno is het al de 7e keer. Elke keer als de helikopter vanaf het dek opstijgt, kijken de monteurs ‘hun kindje’ na tot het uit het zicht verdwijnt. Kim: “Op Maritiem Vliegkamp De Kooy ben ik mij er iets minder bewust van hoe bijzonder dit is. Maar op het schip staan we steeds zo dicht met onze neus op het opstijgen en landen. Ondanks dat we het elke dag zien, blijf ik het machtig vinden.” Jarno knikt instemmend. “Er is niets mooiers.”