Tekst Arno Marchand
Foto sergeant-majoor Maartje Roos
Luchtmacht helpt blussen grootste natuurbrand ooit
Wat als een grote bosbrand startte, groeide snel uit tot de grootste natuurbrand in Nederland ooit. De Deurnse Peel in Brabant was 1.000 hectare groot, waarvan binnen een week 800 hectare verbrandde. Dat is voor de beeldvorming 1.600 voetbalvelden. Daarnaast was er nog een zeer grote brand in Limburg. De luchtmacht schoot met blushelikopters (als) de brandweer te hulp en stortte in een week in 540 drops 3,2 miljoen liter water.
‘In de lucht merk je weer hoe zo’n team samenwerkt, fascinerend!’
Dat op 1 dag, maandag 20 april, 2 (zeer) grote branden beginnen, is zeer bijzonder. De Deurnse Peel bestaat voor een deel uit onbegaanbaar veen- en moerasgebied. Door de harde wind breidt het vuur zich snel uit. Van natuurgebied De Meinweg in Herkenbosch (Limburg) staan zowel een heide- als een bosgebied in brand. Het vuur komt daardoor hoger, waar de wind er meer vat op heeft. De brandweer staat in spagaat: voor welk gebied vraagt het luchtsteun aan? Op de Deurnse Peel is de nood het hoogst, dus daar begint eerst 1 Chinook. Op dinsdag zijn het er al 4. Op woensdag lost een Cougar 1 Chinook af en verhuist de blusactie naar Herkenbosch waar de nood dan nóg groter is.
Bij zeer grote of moeilijk bestrijdbare branden vormen het (civiele) Heli-Team Brandweer met helikopters en het Mobile Air Operations Team (MAOT) van het Defensie Helikopter Commando het zogenoemde ‘Fire Bucket Operations (FBO) Team’. Dat werkt dan samen met de civiele brandweer ter plaatse. “Defensie wilde zo’n 10 jaar geleden graag 1 aanspreekpunt voor blusoperaties; dat werd de het Heli-Team Brandweer”, legt Christiaan Velthausz namens Brandweer Nederland uit. “Door de ervaring met branden op de Veluwe, is dit team van oudsher gevuld met natuurbrandspecialisten uit de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden.”
‘Wij vertalen de brandweeropdrachten in luchtmachttaal voor de flight crew’
Een brandweerman kijkt anders naar brand. “Daar waar de grootste vlammen zijn, is niet altijd het grootste gevaar”, zegt Velthausz, in Deurne on-scene commander. “Dit was wel een hele grote inzet: lang en met veel middelen. Zo groot hebben we nog niet eerder gehad. Ik ben zelf ook met een Cougar de lucht in geweest als waarnemer. Dan merk je weer hoe zo’n team zo veilig en efficiënt mogelijk samenwerkt en dat met zo’n zware lading onder de helikopter: fascinerend! Hier was echt duidelijk wat we samen voor de BV Nederland doen, soms letterlijk in iemands achtertuin.”
Bij het MAOT van het 299 Squadron staan vanaf 1 april 4 man continue op stand-by, klaar om binnen 2 uur op pad te gaan. “Dat is op papier een kwart van het MAOT, maar in de praktijk haast een derde”, legt sergeant-majoor Rob van Mierlo, uit. “1 team is voor de inzet van 1 helikopter, maar bij zoveel toestellen als nu, is het toch even passen en meten. Verdeeld over 5 dagen hebben we 9 keer een team ingezet. Dit was echt afwijkend, langdurig en grootschalig FBO-optreden. Een mooie samenwerking tussen alle eenheden en goed om te zien dat alle trainingen in de praktijk bijdragen aan een veiliger Nederland.”
‘FBO klinkt heftig, maar is voor ons gewoon vliegen met een externe lading’
Het MAOT wordt bij FBO’s ingezet op 2 plekken. Op de Forward Operating Base (FOB) legt het team de Bambi Buckets klaar voor de heli’s, kan het gedurende de dag alle inspecties uitvoeren of repareren en pikken ze de waterzakken na de blusacties weer op. Daarnaast coördineert het MAOT allerlei zaken zoals veiligheid, aflossing, voeding en tanken. Dat laatste gebeurde bij deze inzet op Volkel. Ook staat het MAOT bij de civiele brandweer in het blusgebied. Van Mierlo: “Daar onderhouden wij de grond-luchtcommunicatie en vertalen de brandweeropdrachten in luchtmachttaal voor de flight crew. We zijn er dus voordat de ‘show’ begint en als die is afgelopen, ruimen wij nog op.”
De defensie-inzet nog eens meebeleven, met onder andere uitleg van Christiaan Velthausz? Bekijk dan deze video. Video:adjudant Arnoud Schoor en sergeant-majoor Henry Westendorp
Ervaren Chinook-gezagvoerder kapitein Peter Dambacher van 298 Squadron, heeft als flight lead naar eigen zeggen ‘best wel wat ervaring’. “Maar ik heb zelf nooit eerder een inzet met meer dan met 2 Chinooks gezien. FBO klinkt heftig, maar is voor ons gewoon vliegen met een externe lading. Alle bemanningen zijn ervoor getraind. Maar je merkt het wel als er 8.000 liter onder je hangt. Dat is de hoeveelheid die we meestal meenemen.” Waterscheppen luistert best nauw door de downwash van de Chinook. “Doe je het niet goed, komt de bucket niet onder water. Daarna til je de volle bucket met maximaal vermogen uit het water.”
‘Met een rasterkaart is exact aan te geven waar we moeten blussen’
Zwaar beladen hangt de Chinook met een paar minuten boven de brand. Dambacher: “Door de hitte is het best onstuimig in de lucht en vanwege de rook kan je niet vanuit alle kanten aanvliegen. Ook zie je als vlieger de brand niet als je blust, alleen de loadmaster. Die ligt op z’n buik en kijkt door het luik naar beneden.
Dat we dit nu met zelfs 4 hebben gedaan, was écht bijzonder. Zoveel helikopters in het circuit die elk iedere 5 minuten water scheppen en weer droppen is echt een machtig gezicht. Gewoon ontzettend gaaf dat we dit hebben kunnen doen.”
Dat ook 300 Squadron voor de ondersteuning werd gevraagd, was voor loadmaster sergeant-majoor Guido geen verrassing. “Al stonden we deze periode van ongeveer een maand niet op stand-by, je wist natuurlijk dat 298 druk bezig was en dat er werd opgeschaald. Bij dit soort grote branden hou je er rekening mee en iedereen is ervoor getraind. We navigeren over het gebied met een rasterkaart. Zo is aan te geven waar we exact moeten blussen. Vanaf de grond is het anders lastig uitleggen. De brandweer vloog ook met ons mee. Hij ziet bijvoorbeeld of het op- of terugrekkend vuur is. Hij geeft dan ook aan welk effect hij wil bereiken.”
“Wij vliegen meestal met 80% vulling van de Bambi Bucket, dus rond de 2.000 liter. Die kunnen we op 1 plek droppen als spotdrop, maar ook vliegend ‘vernevelen’. Aan de hand van snelheid en hoogte bestrijk je dan een groter of kleiner gebied.
We zijn gewend nogal eens commentaar op ons vliegen te krijgen, maar nu zagen we direct naast de water pick up bij een boerderij een groot zeil op de grond liggen met daarop de tekst ‘Koffie?’ We hebben er helaas geen tijd voor gehad, maar dat soort waardering doet je echt goed.”