Luchtmacht profiteert van deelname transportvliegers aan FWIT
De Fighter Weapons Instructor Training (FWIT) en het AOCS in Nieuw-Milligen zijn altijd al close geweest. Want ook F-16 vliegers die wapeninstructeur willen worden, kunnen niet zonder gevechtsleiders. Dat zich bij editie 2019 van de FWIT ook deelnemers aan de vrij nieuwe Transport Weapons Instructor Course (TWIC) hebben aangesloten, is een typisch gevalletje van zwaan kleef aan.
TWIC Supervisor majoor Darryl ‘Diesel’ is enthousiast over de deelname van 336 Squadron aan de FWIT. Bleef de rol van Hercules-vliegers en -loadmasters bij eerdere edities vaak beperkt tot die van doelwit of te beschermen high value asset. Sinds 2 jaar leggen ook C-130 crews zich toe op het verhogen van hun tactische kennis en vaardigheden, net als hun FWIT-collega’s. De zeer intensieve opleiding tot F-16 wapeninstructeur duurt maar liefst 7 maanden. Deelnemers aan de TWIC zijn verdeeld over een half jaar, 2,5 maand onder de pannen.
Scherp randje
De tijden dat Hercules-bemanningen strikt logistieke missies uitvoeren naar plekken waar vrienden zitten, zijn voorbij. Transport van personeel en vracht naar minder sympathieke oorden? “Daar is de kist wel voor ontworpen”, benadrukt Diesel. De supervisor en zijn team zijn druk bezig met het uitwerken van de benodigde vaardigheden. Achter de schermen buigen de mannen zich over allerlei scenario’s voor missies met een scherp randje tot aan operaties die steunen op volledig luchtoverwicht. Oprichting van de Wapenschool 336 Squadron en deelname aan de FWIT zijn tools waarmee deze deels zelf ingegeven opdracht gestalte moet krijgen. Bundeling van de wapenscholen binnen de luchtmacht moet leiden tot een potente denktank, waarin ideeën en inzichten worden uitgewerkt tot breed gedragen wijzen van opereren en procedures. "Zeker niet op de laatste plaats zijn hierbij het Korps Commandotroepen (KCT) en 11 Luchtmobiele Brigade ‘Air Assault’ betrokken.”
Stil
Is de C-130 een tactisch platform? “Het toestel is ooit aangekocht als logistiek platform, maar het kan zoveel meer”, roept Diesel enthousiast. “Bijvoorbeeld personen uit een vijandig oord oppikken of Special Forces ongezien aan de grond krijgen. Commando’s kunnen we vanaf grote hoogte per parachute in vijandelijk gebied droppen. Maar ook troepen via een korte runway, vanuit de schaduw heimelijk en snel op de grond afzetten of oppikken.” Bij ‘336’ weten ze inmiddels dat het toestel bij zo’n manoeuvre weinig herrie maakt. Duik je vanaf grote hoogte steil naar beneden, dan staan de motoren op stationair en zijn ze tamelijk stil. “Operators van het KCT maakten ons daarop attent. Des te beter. Hun heimelijke omgeving van werken is straks ook de onze. Beter toch?”
Dat de FWIT wapeninstructeurs-in-opleiding hun transportcollega’s onder handbereik hebben tijdens de training, wordt enorm gewaardeerd. De C-130 laten integreren in het optreden van gevechtsvliegtuigen leidt tot nieuwe inzichten en een hechtere, sterkere samenwerking. Voordat ze gezamenlijk vliegoperaties gaan uitvoeren, storten de transportbemanningen zich eerst op een 3 weken durende TWIC/FWIT academics-module.
Strand
De TWIC beperkt zich niet tot het lezen van boekwerken. Net als twee jaar geleden voeren C-130’s oefenlandingen en –take offs uit op het zandstrand van het Deense schiereiland Rømø. Een exercitie van dit kaliber is nodig om het afleveren van onder meer voorraden of noodhulp op moeilijk bereikbare plekken te beoefenen. Met dank aan de Pathfinders van 11 Luchtmobiele Brigade’. Zij verzorgden op Rømø de broodnodige ondersteuning.
Wat volgens Diesel voor ‘336’ verder nog speelt tijdens de FWIT is deelname aan het vliegen in grotere verbanden. Eerder voerden vliegers al enkele missie-deployments op bescheiden schaal uit. Aan het einde van de FWIT leveren de cursisten aan de TWIC een ‘paper’ in, waarin ze de mogelijkheden en onmogelijkheden uit de doeken doen van deelname aan special operations met fixed wings. Diesel: “Spannend. Wat nodig is voor een optimale inzet? We gaan het horen.”
FWIT
Afkomstig uit Portugal, België en Nederland volgen momenteel 11 vliegers de FWIT. Dat gebeurt geheel op en vanaf Vliegbasis Leeuwarden onder auspiciën van het 322 Tactical Training, Evaluation and Standardisation Squadron (TACTESS); het kenniscentrum voor F-16 operaties. Aan het einde van de 7 maanden durende opleiding, midden november, zijn de ‘wapeninstructeurs’ specialist in het inzetten van de F-16 als wapensysteem. In die hoedanigheid mogen ze hun kennis bij hun eigen eenheid overdragen.
De oefeningen die de aankomend wapeninstructeurs in de huidige air-to-ground fase uitvoeren, vinden voornamelijk boven Noord- en Oost-Nederland plaats. Hier trainen ze het verlenen van luchtsteun. Dat deze operaties boven land plaatsvinden, is volgens FWIT-supervisor majoor ‘Cribs’ vrij logisch. “De vliegers moeten zicht op het doel hebben voordat ze dat met grote nauwkeurigheid aanvallen.” Veel doelen worden uiteraard gesimuleerd.
Net even anders
Cribs juicht toe dat de wapenscholen van de luchtmacht steeds meer samenwerking zoeken. “Samen bouw je dan aan het effectief en met precisie toepassen van Air Power. Natuurlijk kun je met een simulator veel uitbeelden, maar het voelt net even anders aan als je weet dat er beneden een echte luchtverdedigingsbatterij je opwacht.”
Tijdens de eerdere air-to-air fase werden de studenten tot het uiterste beproefd. Nu zijn ze bezig met air-to-ground. Cribs: “De FWIT bestaat voor beide fases uit een theoretisch en een praktisch deel. Tijdens het eerste breiden we de al aanwezige kennis over tactieken, sensoren en wapensystemen uit met diepgaande achtergronden. Tijdens de praktijkfase ligt de nadruk op de ontwikkeling van instructie, maar ook op het aanleren van allerlei technische vaardigheden.”
Trillend lipje
Inzichten hoe een perfecte wapeninstructeur op te leiden, veranderen met de tijd. Bij de FWIT lag de nadruk tot 2017 meer op academics: wat kun je met een F-16, hoe zit-ie in elkaar en hoe werkt-ie. De nadruk ligt nu op ‘of een aankomend wapeninstructeur gevoel heeft voor leiderschap’. Cribs: “Natuurlijk moet hij nog steeds feilloos weten hoe je met een F-16 opereert. Maar alleen met theoretische kennis kom je er niet. ‘Bazen’ willen we zien. Je verhaal moet nog steeds kloppen, maar daarbij is overtuigingskracht onmisbaar. Met een trillend lipje voor de klas staan, gaat niet. Vliegers groeien op in een competitieve, rationele wereld. We zijn er om te winnen. Meer smaken zijn er niet.”
AOCS
Voor de gevechtsleiding van de FWIT 2019 krijgt het Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen ondersteuning van collega’s uit België en Portugal. “Het zijn geen leerlingen, maar volwaardige functionarissen", begint Master Controller majoor Anne. Allen hebben jarenlange ervaring in het werkveld en zijn door de NAVO gecertificeerd als full combat ready. Boven alles is Anne heel blij met ze. De specialisten zorgen ervoor dat de extra vliegbewegingen die de FWIT oplevert, veilig begeleid kunnen worden. Dat terwijl al het andere militaire vliegverkeer – afkomstig van de vliegbases in Nederland – gewoon doorgaat. “De samenwerking met deze mensen is me uitstekend bevallen. Zonder hen kun je de hele FWIT op je buik schrijven. Domweg omdat we geen capaciteit meer over hebben. Ook bij ons speelt een nijpend personeelstekort.”
Soepel
Het is voor de buitenlandse gevechtsleiders de eerste keer dat ze de FWIT vanuit het AOCS in Nieuw Milligen ondersteunen. Daar is ook de FWIT-leiding blij mee. Eerder liet zij weten dat het betrekken van gevechtsleiders uit andere EPAF-landen (European Participating Air Forces) een goede uitwerking heeft op de interoperabiliteit tussen de deelnemende ‘F-16 landen’. De gevechtsleiders helpen de vlieger met het veilig uitvoeren van hun tactieken. “Opvallend is dat de samenwerking erg soepel verloopt. Vanuit de gevechtsleiding zijn tijdens de air-to-air fase alleen al ruim 400 missies begeleid. Je merkt dat we op dezelfde manier zijn getraind. Dat maakt ook dat we snel op elkaar ingespeeld raken.”