08

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 01-02 | 2019

‘We zijn echt een mengelmoes’

Redeployment Jordanië in volle gang

De Redeployment Task Force in Jordanië herbergt een veelvoud aan specialisten. Samen zorgen ze ervoor dat alle assets van de KLu weer zo snel mogelijk op de thuisbasis zijn – of dat nu Leeuwarden, Eindhoven of Gilze-Rijen is. Een kijkje in de keuken bij de verschillende disciplines.

Brommende heftrucks, een snerpende zaag, het geluid van een schroef die zijn weg door vurenhout boort, een containerdeur die met een klap dichtslaat, overstemd door het kloppende ritme van ‘hard style’ uit een draagbare speaker. In de shelter waar 6 luchtmachters tijdens de redeployment ruim 100 containers packen, is het een kakafonie aan audio.
 

“Hier is het nooit rustig”, geeft korporaal Fabian toe. “Kan ook niet, want kijk maar eens wat we allemaal moeten klaarmaken voor zeetransport.” De oude shelter is gevuld met totaal uiteenlopende spullen. Het komt qua diversiteit overeen met de vulling van onze eenheid. “We zijn echt een mengelmoes. Zelf kom ik van Gilze-Rijen, maar de rest van zowel Volkel, Eindhoven als Leeuwarden.”

‘We duwen de lading als het ware als 1 blok naar achteren’

Korporaal 1 Bob legt de laatste hand aan het packen van een container. Het is er een vol met vaten en enorme plastic kisten waar bijvoorbeeld bomstaarten inzaten.

Bob zet eerst handmatig lijnen cordlash vast. Dan pakt hij de pneumatische pomp om het geheel nog meer op spanning te zetten: “We duwen de lading als het ware als 1 blok naar achteren.”

Een deel van de hal lijkt een timmermanswerkplaats. Hier verzaagt sergeant 1 Jan hout dat de packers gebruiken om spullen vast te zetten in containers. Jan kan frezen, slijpen en draaien en draait zijn hand niet om voor het bewerken van hout en metaal. 

Hij is dan ook de enige die met de tafelafkortzaag werkt: “Ik voel me verantwoordelijk voor de rest en werken met die zaag is levensgevaarlijk.”

Ineens staat er een dubbeldeurscontainer en een verlengde MB. Laatstgenoemde is zo zwaar dat je er een vrachtwagenrijbewijs voor moet hebben. Het maken van een plan van aanpak duurt even. 

Op enig moment liggen er 3 militairen onder het voertuig. Bob: “Ik ga André helpen met het wegen van de containers. Waar zijn die weegtegels gebleven?” Onder de MB vindt nog steeds overleg plaats.

Welke punten kunnen we gebruiken om de cordlash vast te maken, waar moeten de blokken komen, tillen we de MB straks met de verreiker omhoog? Korporaal 1 Nick kijkt van een afstandje toe. 

“We hebben dit eerder gedaan, dus het is echt niet nodig dat we nu met z’n allen overleg plegen. De blokken plaatsen we gewoon onder het chassis zodat die MB uit de vering is.”

Na 1 slinger aan het startkoord maakt de motor van de Hydroblaster, een grote hogedrukspuit, meteen toeren. Korporaals Lars en André halen opgelucht adem. Eindelijk. Gisteren wilden ze de hele dag containers schoonspuiten, maar weigerde het materieel. Alles moet proper terug. Geen bacteriën. Geen virussen. Geen camelspiders.

‘Spuit mijn voorruit even schoon!’

Lars en André zijn goed op elkaar ingespeeld. Beiden hebben meerdere rijbewijzen en mogen op vrijwel elk voertuig rijden. Vandaag heeft Lars plaatsgenomen achter het stuur van de heftruck. 

Hij haalt de containers op en parkeert ze op enkele meters van de Hydroblaster. Als André tevreden is over de hoogte waarop de container van de grond staat, gaat z’n duim omhoog naar Lars. 

Een simpel handgebaar is het enige wat dit duo nodig heeft. En af en toe een kreet: “Spuit mijn voorruit even schoon. Die zit onder de modder en de ruitenwissers werken niet.”

Wederom een slinger aan het startkoord. Starten, lopen, ja. “Maar na elke container zet ik hem dus wel uit”, vertelt André. “Moet van Willy. Onze monteur. Kan echt alles maken. Maar van hem moet ik ‘m dus telkens uitzetten omdat de motor te snel warm wordt.”

“En vandaag willen we wel meters maken. Zie je de containers? Moeten allemaal nog. En vanmiddag moeten ze al op transport naar de haven.”

Good news travels fast. Dat de Hydroblaster weer toeren maakt is dus ook bij de collega’s snel bekend. Binnen een uur staat er al een. Of hij ook even een kar mag schoonspuiten? Tuurlijk!

Willy komt ook aanrijden. Heeft uit voorzorg alvast een vervangende motor geregeld. “Wel 80 cc minder”, bromt Lars. “Ja, maar dat is zat, man”, meent André. “Zullen we trouwens zo even wisselen? M’n jas is niet waterdicht.”

De mannen van luchttransport zijn op de MOAT druk in conclaaf over het verzendgereed maken van missiles. “Ze zijn zwaar en mogen geen kant op. En sowieso is het de vraag hoeveel gewicht we mogen vervoeren.”

‘De baan brokkelt af, dus we zitten met bepaalde restricties’

De kisten zitten niet allemaal vol. De een bevat 4 missiles, de ander slechts eentje. Het vervoer gaat per C-17. De kisten met de missiles zijn zo lang dat ze niet op 1 vliegtuigplaat passen. 

Daarvan koppelen ze er dus 2. Sergeant-majoor Roy: “En dan moet het ook nog eens in de vliegrichting worden opgebouwd. We leggen eerst balken op de vliegtuigplaten, zodat je geen metaal op metaal krijgt: dat zou kunnen gaan schuiven.”

“Wat we er aan gewicht uit willen, is aan de zware kant voor een C-17 in combinatie met deze landingsbaan”, aldus sergeant-majoor Peter. “MOVCON probeert nu ontheffing te krijgen. Of dat lukt weten we niet. De baan brokkelt af, dus we zitten met bepaalde restricties.”

Na wikken en wegen maken de mannen de keuze om 2 gekoppelde vliegtuigplaten op te bouwen. Een met 2, een met 3 kisten. Roy: “Het verschil aan gewicht tussen die 2 is enorm.

Voor de een zijn spanbanden dus voldoende, terwijl we voor die zware jongen ook kettingen gebruiken. Er mag absoluut geen speling zijn, in welke richting dan ook. Straks in het vliegtuig lopen we nog een controleronde en draaien de kettingen nogmaals goed vast.”

Sergeant 1 Remco: “Morgen bouwen we het restant van de munitie op. Daar zit van alles tussen: flares, patronen, ontstekers. Als dat ook gedaan is, is alle munitie die de luchtmacht hier tijdens de afgelopen missies heeft ingevlogen klaar voor verzending.”

.

Tekst: kapitein Jaap Wolting

Foto’s: sergeant-majoor Hille Hillinga