06

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 01-02 | 2019

Airmiles maken op A330

KDC-10 vliegers kijken bij KLM en RAF in luchtmachttoekomst

x
Foto boven: KLM

Over een jaar of 2 staat het eerste exemplaar op het beton van vliegbasis Eindhoven, maar nu al doen luchtmachtvliegers ervaring op met de Airbus A330. De één in de koningsblauwe omgeving van de nationale luchtvaartmaatschappij KLM, de ander in het luchtmachtblauw en -grijs van de Royal Air Force (RAF). Een dubbelportret van pioniers.

Temming: “Bij de KLM is alles heel strak georganiseerd, heel erg veilig en hebben ze natuurlijk veel middelen en mogelijkheden. Ze letten ook op heel slimme manieren op de kosten.” Foto: KLM

In een compleet andere omgeving doen ze beiden hetzelfde: passagiers vervoeren in een Airbus A330. Majoor Nico Temming vanaf Schiphol, kapitein Chris vanaf – onder andere – RAF Brize Norton in Groot-Brittannië. Tankermissies staan bij de KLM uiteraard niet op het programma en bij de RAF doet Heijs die sinds een half jaar. En om preciezer te zijn: Chris vliegt bij AirTanker, een commerciële maatschappij die A330’s en personeel levert aan de RAF, zoveel als nodig.

In dienst van de RAF heten de A330’s ‘Voyager KC.2 en 3’, voorzien van respectievelijk 2 en 3 tankpunten. Foto: Airbus

Hoeveel en hoe lang

Maar hoe komen Temming en Chris daar terecht? Met het van de grond komen van het A330-project in 2012 ontstaat niet alleen de noodzaak om personeel getraind te krijgen, maar ook ervaring te laten opdoen. “Want de overgang in de cockpit is best groot; niet alleen fly by wire, maar ook van 3 naar 2 man”, geeft Temming aan. “De KLM is een zeer gerenommeerd bedrijf dat al jaren met de A330 vliegt. Datzelfde geldt voor de RAF.” De vraag is hoeveel vliegers er naar de KLM en AirTanker moeten? Minimaal 2, maar 4 is mooier. Tegenvraag is hoeveel kunnen er gemist worden bij de KDC-10 van het 334 Squadron? Uiteindelijk zijn dat er 3: 2 naar de KLM en 1 naar AirTanker, en nog een tweede daar naartoe die vanaf de E-3 AWACS op Geilenkirchen komt.

Temming: “Na 12 jaar KDC-10 is het leuk om een andere uitdaging aan te gaan, maar ik mis de kleinschaligheid van de KLu ook en kijk er enorm naar uit om de nieuwe kist daar te introduceren. Maar dan zal ik de KLM ook weer missen. Altijd gezellig hier. Er is veel collegialiteit.” Foto: KLM

Verbaasd

Het eerste contact met de KLM is in februari 2016 als de commandant 334 Squadron, het H-OPS, vluchtcommandant 1 en Temming een gesprek hebben met een afvaardiging van de KLM. Daarbij is onder andere senior instructeur A330 Ton van Venrooij, aanwezig. De voormalig KLu-vlieger heeft veel voor de luchtmachters bij de KLM geregeld. Temming: “Wij kijken wel tegen de KLM op als groot vliegbedrijf, maar we hadden direct een goed gevoel en ze waren enthousiast. Zij hebben graag mensen met andere ervaring in hun gelederen.” Temming is gedetacheerd bij de KLM, maar gewoon in dienst van de luchtmacht die dus ook zijn salaris betaalt, net als de opleiding en training.

Foto links: Nico in zijn ‘kantoor’ op de copilootstoel. Rechts de cockpitindeling in de (Australische) A330 MRTT, met links achter de copiloot het Air Refueling Operator Station. Foto links: Paul Conrad. Foto rechts: Paul Tolenaar

“Ik kom hier om te leren en ga dus niet Nico de luchtmachtvlieger uithangen. Maar ik voel me zéker wel een ambassadeur van de luchtmacht en vertel er altijd over. Wat we bijvoorbeeld allemaal doen met de KDC-10, de hele wereld over. Daar staan ze dan écht wel van te kijken. De meesten weten niet eens dat op Eindhoven nog 2 van die grote bakken staan. Dat verbaast me eigenlijk wel. Alleen ex-luchtmachters en voormalig Martinair-personeel die geregeld op de KDC-10 werkten, weten het natuurlijk.”

De KLM is een groot bedrijf: met zo’n 30.000 man en vrouw personeel, net zo groot als heel Defensie met zo’n 170 vliegtuigen waaronder 13 A330’s. Foto: KLM

Alles is anders

Temming krijgt in het najaar van 2017 eerst de zogeheten type rating op de simulator op Schiphol-Oost. In een hoog tempo, “want alles gaat hier snel. De simulator is zó goed, dat je daarna meteen in de kist kunt vliegen met ‘zero flight time’. Ervaring op de KDC-10 speelt daarbij natuurlijk ook een rol.”
Temming komt dan in een compleet nieuwe omgeving terecht. “Bij binnenkomst boek je in, je krijgt alle gegevens mee, je geeft je bagage af en dan ga je de molen in. Alles is anders dan bij de KLu, waar je alles voor een groot deel zelf uitzoekt en doet. Ik had ook nog nooit zelf vanaf Schiphol gevlogen. Ik keek mijn ogen uit. Waar ben ik nu beland? Een komen en gaan van vliegtuigen. Snel taxiën en kort achter elkaar én op tijd take off. Want tijd is geld en dan kun je rustiger vliegen wat weer brandstof scheelt. Hun ‘fuel policy’ is écht geavanceerd. En alles uiteraard veilig en klantvriendelijk.”

Temming vliegt vanaf november 2017 bij de KLM. Zijn collega Patrick van Dam sinds april 2018. Foto: Wendy de Boer

Zweefvliegtuig

Temming start als copiloot maar vliegt inmiddels als gezagvoerder op alle A330-routes van de KLM. “Het is een heel fijn apparaat om mee te vliegen. Apart, met een side stick en een heel goed flight management system met veel ingebouwde veiligheden dat veel werk uit handen neemt.” Chris is dezelfde mening toegedaan. “De kist heeft een erg ergonomische lay-out. De ECAM, het centrale scherm in de cockpit, geeft de technische staat van je vliegtuig weer; dat wat een flight engineer in een KDC-10 bedient en in de gaten houdt. Als alles goed is, hoor en zie je niets en bij een fout zegt het welke handeling we moeten uitvoeren. De kist kent en controleert zichzelf.”

Van de 9 kisten permanent aan de RAF toegewezen, zijn er 8 als tanker uitgerust en 1 als passagiersvliegtuig. Deze ‘Golf Juliet’, zoals het bekend staat, draagt als enige een civiele registratie en AirTanker-titels en dus niet die van de RAF.

Een beetje een groot zweefvliegtuig noemt Temming de A330, “want het heeft een enorm brede vleugel. Je moet eerder met de daling beginnen omdat het toestel zo weinig weerstand heeft. Bij de landing moet je ook even wennen, want dan is-ie gevoeliger voor wind. En fly by wire; dat is écht anders. Bij gebruik van ‘Auto Thrust’, bewegen de gashendels niet mee tijdens een stuwdrukverandering. Daarmee ben je wel de ‘sensomotorische’ feed back van een mechanisch systeem kwijt, maar dat went. En al ben je met 2 in plaats van 3, de work load voor vliegers is toch een stuk minder. Het vliegt gewoon fantastisch.”

Chris voor de ‘gewone' A330, de ‘Golf Juliet’ waarmee hij vanaf RAF thuisbasis Brize Norton onder andere naar de Falkland Eilanden vloog.

‘Time warp’

Beide luchtmachters vinden de conversie al met al veelomvattend. “Dit is de toekomst voor de luchtmacht en het is absoluut een verbetering”, vervolgt Chris. “Op alle vlakken, maar de grootste is brandstof. Deze kist kan echt veel meenemen en is zuinig, waardoor je veel meer hebt om af te geven. Met een KDC-10 was het krap aan om F-16’s mee te nemen op een lange vlucht. Met deze kist heb je 30 tot 40% over.”

De ‘Voyagers’ van de RAF zijn gebaseerd op de gewone A330-200, maar met vleugels van de viermotorige A340. Op de plek van de buitenste motoren zijn de tankinstallaties geplaatst. Foto: Royal Australian Air Force

“Het is echt een time warp”, bevestigt Temming. “Je gaat van een 2e generatie KDC-10 naar een 5e generatie A330-concept. Want behalve een nieuw vliegtuig, bouwen ze op Eindhoven een compleet nieuw internationaal squadron. Daarom ook vliegers op 2 plekken zodat we kunnen sparren over beide ervaringen. Daarnaast vliegt inmiddels een boomoperator op de KC-30 bij de Australische luchtmacht (zie de Vliegende Hollander nr. 12, december 2018, red.). Wij nemen een stukje ervaring en daarmee veiligheid mee terug naar de luchtmacht.”

Anders dan de tankstang van de KDC-10, gebruiken de Britten het 'probe and drogue'-syteem, ook wel 'hose and drogue' genoemd. In ieder geval moet het ontvangende vliegtuig de eigen tankstang in de ‘basket’ oftewel het mandje manoeuvreren.

AirTanker

Chris doet zijn ervaring dus op bij AirTanker, een in 2005 opgerichte commerciële maatschappij die het RAF-contract voor militaire tanker- en transportcapaciteit won. AirTanker levert zowel toestellen als personeel aan de RAF en bezit 14 A330’s. Voor dagelijks gebruik heeft de luchtmacht 9 A330’s nodig, binnen de RAF Voyager genoemd. De andere zijn commerciële airliners die AirTanker voor chartervluchten inzet, maar in extreme scenario’s kan de RAF dus over 5 extra vliegtuigen beschikken.
Net als Temming is Chris ook nog gewoon in dienst van de KLu en gedetacheerd in Engeland. Hij begint al een half jaar eerder dan zijn collega met eerst de grondschool en vliegt daarna als copiloot bij AirTanker. Afgelopen zomer volgt hij de opleiding tot civiele gezagvoerder met aansluitend zijn militaire conversie en air refueling-opleiding. Nu is hij als militair gezagvoerder in transport- en air refueling-operaties bij het RAF No.10 Squadron.

De ‘core fleet’ van de RAF bestaat uit 8 ‘groene’, militair geregistreerde toestellen en 1 civiele. De 5 toestellen voor civiele verhuur vormen de zogenoemde ‘surge fleet’.

Ervaring

Door de civiel-militaire-constructie vliegt Chris voor beide instanties. Dat zit zo. “Eigenlijk levert AirTanker 2 soorten toestellen”, legt Oliver Pengelly uit, voormalig militair-vlieger en nu Head of Military Training bij AirTanker. “Voor de RAF is dat de Voyager die wordt gevlogen door militair RAF-personeel en reservisten. Die kunnen overigens wel civiel cabinepersoneel hebben. De verhuurde civiele vloot vliegt met civiele piloten van AirTanker, zoals Chris de eerste anderhalf jaar deed.”
“Ook de RAF heeft een tekort aan vliegers en ervaring,” vult Chris aan, “en bij AirTanker is op de civiele vloot juist heel veel ervaring. Vliegers met 10 tot 20 jaar ervaring en 10 tot 15 duizend uur op de A330 en daarmee vlieg ik. Daar steek je enorm veel van op.”

Met de overeenkomst uit 2008 is de RAF contractueel voorzien van 27 jaar tankerservice. In 2012 vond de eerste vlucht van een Voyager voor RAF no.10 Squadron plaats.

Vaste uitwisseling

“Van wat ik zelf zie is de constructie tussen de RAF en AirTanker een slimme”, geeft Chris aan. “Die laatste neemt veel zorgen van de luchtmacht weg. Door het contract is de RAF de komende 20 jaar verzekerd van een x-aantal vliegtuigen en uren voor een vaste prijs. AirTanker is daarvoor verantwoordelijk en in de praktijk blijkt dat het werkt. Beide partijen zijn zeer tevreden.”

Naast een exchange-vlieger van de Franse luchtmacht op de A330, zijn Chris en zijn collega majoor Robert Smit op Brize Norton de eerste Nederlanders. “Voor zover ik weet is deze plaatsing eenmalig. Maar ik zou het niet raar vinden als dit – in de toekomst – een vaste uitwisselingsstoel wordt. Dat zou op alle fronten goed zijn. Niet alleen als vlieger, maar dus ook voor flight planning, onderhoud en logistiek.
Ik heb altijd een exchange-plek gewild in het buitenland, bijvoorbeeld op Travis in Amerika. Maar toen kwam dit voorbij. Het is een combinatie van leuk, een nieuwe kist en andere operaties. Ik vermaak me hier dus echt prima.”

Tekst: Arno Marchand
Foto: sergeant-majoor Gerben van Es