Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2017
‘Support above and beyond’
Amerikaanse Combat Aviation Brigade verplaatst via Nederland
Wat doe je als je een compleet – Amerikaans – Defensie Helikopter Commando moet verplaatsen vanuit Midden-Europa naar een haven? Op die vraag vond de 10th Combat Aviation Brigade het antwoord in Nederland. Via Host Nation Support verleende Defensie de gevraagde assistentie aan de US Army met als middelpunt vliegbasis Eindhoven. Daar vonden zo’n 55 helikopters en hun bemanningen een tank- en ruststop. 1.100 voertuigen en containers arriveren nog tot midden november in de Rotterdamse haven. En dit is trouwens maar de helft van de brigade.
Begin oktober komt bij Defensie het verzoek binnen, het zogenoemde Statement of Requirement: kan de US Army met de helft van een brigade – de andere helft gaat via Griekenland – via Nederland terug naar huis? Tijdens een site survey bekijken ze locaties in de Rotterdamse haven en bezoeken ze Gilze-Rijen en Eindhoven. Ze laten hun oog vallen op de laatste. “Meer ruimte voor de helikopters en het personeel, gaven ze aan en ruimere openstellingstijden, ook in het weekend: 17 uur per dag en dat 7 dagen in de week”, vertelt majoor Arjan Abbink, Hoofd Integrale Planning Cel (IPC) van Eindhoven. “Wij konden ze het hele platform west bieden. Daar maakten ze graag gebruik van en het verliep vlekkeloos.”
Uitwijken
Nou ja, op het weer na dan, want dat stuurde een aantal vluchten behoorlijk in de war. Abbink: “Het grootste deel van de toestellen kwam uit Duitsland, maar ook uit Polen en de Baltische Staten. Een paar keer moesten de toestellen omkeren naar hun startpunt of uitwijken naar bijvoorbeeld Geilenkichen. Maar uiteindelijk is alles binnen de reguliere openingstijden geland en keurig op tijd in de haven aangekomen. We hadden zelfs het weekend niet nodig.”
Op maandag 23 oktober landen de eerste toestellen: 4 Apaches en evenzoveel Black Hawks en Chinooks. En dat gaat de hele week zo door. Op donderdag staat het platform maximaal vol met wel bijna 15 helikopters. Op dinsdag 1 november vertrekken de laatste vanaf Eindhoven naar Rotterdam.
Nog een keer
Abbink noemt het een perfect voorbeeld van Host Nation Support en een prestatie van Eindhoven als team. Want vele afdelingen zijn hierbij betrokken: luchtverkeersleiding, POL, vogelman, personeel van de platformdiensten, Defensie Bewakings en Beveiligings Organisatie en de IPC. “Dit is iets waar je superenthousiast van wordt. Superleuk ook. Iedereen zet z’n schouders eronder, ook al doen we dit naast ons reguliere werk. De US Army hebben we hier nog niet eerder gehad, dus ook dat maakt het leuk. Als het nog eens een keer moet, dan kan dat hoor!”, besluit hij met een lach. “Ook als ze het land ín willen.”
Geweldig gastland
De gastlandondersteuning is een standaardprincipe binnen de NAVO. Bondgenoten verlenen elkaar steun bij operaties op en verplaatsingen over elkaars grondgebied. Detachementscommandant captain Jonathan Lunde is zeer tevreden. “We zijn aan het einde van onze bijdrage aan operatie Atlantic Resolve. Amerikaanse en NAVO-strijdkrachten werken daarin samen om de agressie aan de oostgrens af te schrikken en de partners te steunen. Eindhoven is onze intermediate staging base als onderdeel van de redeployment operatie en we kregen hier outstanding support. Voor de US Army is Nederland een geweldig gastland en NAVO-partner. De Host Nation Support voldeed volledig aan onze verwachting. Zelfs above and beyond!”
Landing Zone
Een deel van de Rotterdamse haven is ondertussen omgetoverd tot ‘tijdelijk militair terrein’ dat dag en nacht bewaakt wordt door Nederlandse militairen. De marine heeft het water en de kades gesweept en is met een duikvaartuig aanwezig, de landmacht zorgt voor de bewaking en de luchtmacht controleert met een team hondengeleiders en explosieven speurhonden ieder voertuig dat het terrein opkomt. Het Mobile Air Operations Team (MAOT) heeft een verkenning in het havengebied gedaan om de te kijken of de landing zone geschikt is voor de helikopters. Daarvan maakt het een Helicopter landing site report voor de Amerikanen.
Zodra de helikopters over de Nieuwe Waterweg komen aanvliegen, nemen de luchtmachtbrandweer en het MAOT hun plek in. De helikopters zetten rustig de wielen aan de grond alsof ze hier dagelijks landen. Zijn de motoren uit, dan klimmen de technici meteen op de toestellen. Binnen een kwartier zijn de eerste rotorbladen al opgevouwen en bij andere types gedemonteerd. Dat moet ook, want de volgende helikopters staan over een uur op de planning.
Niet meer gewend
“Heel bijzonder dit”, zegt majoor Michiel Poels, Hoofd Bureau Nationale Operaties van het Operatiecentrum CLSK. “Hier wordt even de complete Nederlandse helikoptervloot en ruim 1000 voertuigen en containers in een paar weken tijd verscheept. 2 decennia geleden deden we dit soort dingen jaarlijks, bijvoorbeeld met oefeningen als Reforger. Nu zijn we dit niet meer gewend en is dit voor Defensie een groot verzoek, waaraan we met 3 opco’s in heel korte tijd invulling hebben gegeven. Abbink besluit: “Ze zijn 9 maanden in Europa op oefening geweest en willen naar huis. Blij dat wij hen daarbij kunnen helpen.”
Tekst: Arno Marchand
Foto’s Eindhoven: Herman Zonderland
Foto’s Rotterdam: korporaal Jasper Verolme