Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07-08 | 2016
Met twee motoren over Texas
Eerste KLu-transportvliegers trainen in Corpus Christi
Nederlanders in opleiding op Naval Air Station (NAS) Corpus Christi. Een primeur natuurlijk. Mis! Want al in 1942 en 1943 zijn hier landgenoten van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) in opleiding. Maar anno 2016 zijn tweede luitenants Niels en Joost wel degelijk de eersten die hier de huidige meermotorige opleiding volgen. En niet zomaar een opleiding, maar een wereldwijd erkende. “Hier leren ze samenwerken in de cockpit.”
Texas: droog en dor. Op veel plekken wel, maar niet in Corpus Christi, bijna in het uiterste zuiden van de enorme staat. Groene weilanden zover het oog reikt met daarin zelfs delen onder water. Wat het zuiden wel gemeen heeft met de rest van de ‘Lone Star State’ is de temperatuur die hier flink oploopt. Dat zijn de omstandigheden waarin 2 Nederlandse vliegers een half jaar lang dagelijks hun vluchten maken in een Beech T-44C vanaf NAS Corpus Christi (NACC).
Ruimte voor luitenanten
Een heel nieuw hoofdstuk in de Nederlandse luchtmacht en op het eerste gezicht, niet een voor de hand liggende. “Tot een jaar of 4 geleden waren het steevast voormalig jachtvliegtuig- of helikoptervliegers die op transporttoestellen terechtkwamen”, zegt luitenant-kolonel Marco van Praat, Hoofd Afdeling Luchttransport- en Tankeroperaties. “Mannen en vrouwen met de nodige jaren ervaring. In het kader van verjonging en het functieplafond dat een paar jaar geleden is ingesteld, hebben we nu ook ruimte voor jonge luitenanten. Niet alleen bij het 334 en 336 Squadron, maar ze kunnen ook naar de Kustwacht of de Heavy Airlift Wing in Hongarije.”
Wereldwijd erkend
Maar welk traject heb je nodig om ‘spijkerbroeken’ tot transportvlieger op te leiden? Dat was nog onbekend terrein. Voor een groot militair brevet op fixed wing, lees F-16, gaan aspirant-vliegers naar Sheppard Air Force Base. Maar de hele opleiding op T-6 én T-38 is daar niet nodig. Wat wel? “Vooral het ‘multi engine’- en het ‘crew resource management’-deel is essentieel voor transportvliegers”, geeft Van Praat aan. “En juist dat leren vliegers daar niet.”
Rondkijken en vragen leert dat de Noorse luchtmacht ook op NACC hun multi engine-opleiding doet bij het internationale opleidingssquadron VT-31. En daar is ook plaats voor de KLu. Overstappen naar de US Navy (USN) dus. Van Praat: “Deze opleiding op de T-44 vervangt het deel van de T-38 op Sheppard. Hier leren studenten samenwerken in de cockpit.”
Bij de nieuwe opleiding beoordeelt de Militaire Luchtvaartautoriteit (MLA, red.) of dat wat is afgesproken, ook echt wordt uitgevoerd. “Dit is een wereldwijd erkende opleiding die onder controle staat van de top van de navy zelf”, zegt senior inspecteur luitenant-kolonel Rinus van Antwerpen. “Ze doen hier wat ze zeggen. Wat we hebben aangekocht, dat bieden ze ook.”
Heel anders
Hoe brengen de 2 Nederlandse studenten in klas 16-27 het er dan af? “Ze doen het goed”, zegt Van Praat met gepaste trots. “Maar we hebben met de EMVO op Woensdrecht dan ook een zeer goede vliegerselectie”, vult hij nadrukkelijk aan. “Dat is ons filter en dat werkt prima.”
“Voorafgaand aan onze opleiding hier, hebben we eerst 2 weken water survival-training gehad op NAS Pensacola”, zegt Joost. “Wel spannend, maar leuk, net als je eerste vlucht hier. Alles is nieuw.” “Daarna volgden we 3 weken grondschool”, vult Niels aan. “Vooral veel theorie en 6 simulatorvluchten. Daarin leer je de basics van het vliegtuig kennen. De PC-7 en T-6 kenden we, maar de T-44 is echt wel heel anders. Groter, wat logger, maar toch manoeuvreerbaarder dan ik dacht. De training in de sim is goed, want je stapt daarna zó in het echte vliegtuig.”
Crew coordination
Joost geeft aan dat hij het meest moet wennen aan de samenwerking in de cockpit. “In de PC-7 en T-6 doe je alles alleen. In de T-44 werk je in een crew-concept met een ‘pilot monitoring’ en een ‘pilot flying’. Je leert echt met z’n 2’en een vliegtuig besturen. Zoals ze hier zeggen: aviate, navigate, communicate. Crew coordination is essentieel; dat is de crux van multi enige-vliegen.”
Nu zijn alleen nog Nederlandse studenten op NACC, maar als het aan de KLu en de USN ligt, komt er in de toekomst ook een Nederlandse Instructor Pilot. “De kwaliteit van IP’s is hier erg hoog.”, weet Van Praat. “Alleen als je echt goed bent, mág je hier komen.”
Voor Joost en Niels zit het traject er op, want als alles volgens plan verloopt, krijgen ze op 2 september hun ‘Wings of gold’. Daarna is het de beurt aan 2 nieuwe studenten die vanaf Sheppard komen. “Ik vind het wel een uitdaging om hier te zijn”, besluit Joost. “Wij mogen hier Nederland op de kaart zetten.”
Zien en horen hoe Joost en Niels in Amerika terechtkwamen en hoe hun opleiding eruit ziet? Kijk dan deze clip.
Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es
Video: sergeant-majoor Peter van Bastelaar
Montage: Corina van Marm