07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2016

Toekomst landt op Leeuwarden

x
Op weg naar Nederland. 1 van de Nederlandse F-35’s staat op Edwards Air Force Base klaar voor vertrek.

Oversteek F-35's naar Europa primeur voor Nederlanders

Scroll naar beneden voor de clip

Om 10 voor 7 in de ochtend stapt op Patuxent River Naval Air Station de ground crew van de Nederlandse F-35’s de cabine van 1 van de 2 KDC-10’en binnen. Van de overige passagiers en bemanning krijgen ze applaus. Zojuist hebben de technici de laatste hindernis weggenomen om het duo jachtvliegtuigen naar Nederland te laten vliegen. Als de F-35’s naar de startbaan taxiën, komen ook de motoren van de KDC-10’en tot leven. “Arm slides and cross check”, klinkt het door de passagiersruimte. Nederland, ze komen eraan.

Vanaf anderhalve week voor vertrek naar Nederland worden de 2 F-35’s door het 323 Test and Evaluation Squadron in tiptop conditie gebracht.
Kolonel De Smit: “Deployment naar Nederland past perfect binnen onze OT&E-werkzaamheden.”

Op de kop van de baan wachten de nieuwste types van de luchtmacht op de 2 KDC-10'en. Achter elkaar gaan ze take off. Op het rotatiepunt blazen de motoren de kletsnatte baan van de marine testbasis enigszins droog. Even daarna vormt het kwartet een formatie boven de Chesapeake Bay aan de oostkust van de Verenigde Staten. Na een stuk over noordoost-Amerika beginnen ze samen aan de grote oversteek over de schier oneindige Atlantische Oceaan. Ongeveer 9 uur later staan de F-35’s en KDC-10’en veilig aan de grond in Nederland. Daar wacht de opdracht van de minister: de belevingsvluchten. Laat de omwonenden van de vliegbases Leeuwarden en Volkel kennis maken met – het geluid van – de F-35’s.

De route van de 2 F-35’s, 2 KDC-10’en en 1 C-17 gaat op 21 mei van Edwards AFB naar Patuxent River NAS: 3700 km, ± 4,5uur vliegen, 2 keer bijtanken in de lucht. Op 23 mei vliegen ze van Patuxent River naar Leeuwarden: 6850 km, ± 9 uur vliegen, 4 keer air-to-air refueling.

Verbinding

De weg naar Nederland begint aan de westkust van de Verenigde Staten, op Edwards Air Force Base (AFB). Al een jaar terug zelfs. Nederland is bij dit project in de lead. Heel anders dan de komst van F-35’s naar Fairford en Farnborough in Engeland, later deze maand. Dat is – voor het merendeel – het pakkie-an van de industrie. “Vanaf een blanco blad hebben we het hele plan opgesteld”, zegt kolonel Bert de Smit, leider van het Nederlandse F-35 projectteam op Edwards. “De digitale verbinding van Edwards naar Leeuwarden was daarbij cruciaal. Hoe wordt het contact van het ALIS-onderhoudsmanagementprogramma geregeld als de F-35’s in Nederland zijn.” IT vormt dus de grootste uitdaging. De server van ALIS staat op Edwards en gaat niet mee naar Nederland. Maar via het Defensienetwerk Titaan is voor een snelle en vooral stabiele verbinding gezorgd (daarover in het volgende nummer meer).

Het eerste deel van de ferry zit erop. Na aankomst op ‘Pax’ schudden vliegers majoor Pascal Smaal (l.) en kolonel De Smit elkaar de hand op het succes er van.

Samenwerking

De overtocht van de F-35’s is zeker geen project van het 323 Squadron op Edwards alleen. De Smit: “Heel veel partijen zijn daarbij betrokken: het ministerie van Defensie in Den Haag, het programmabureau van de F-35 in Washington D.C., vliegbasis Leeuwarden, de Staf CLSK in Breda en fabrikant Lockheed Martin. Fysiek vindt echter het meeste werk op Edwards plaats. Want wat moet er naast de 2 F-35’s allemaal mee? Alles? Een deel? En dan, welk deel? Past het in een KDC-10 of is er ander transport nodig zoals een C-17? De Smit: “Sommige items zoals grote carts voor bijvoorbeeld het opstarten, bepalen wat je aan luchttransport nodig hebt. De kleinere zaken gaan allemaal in luchtvrachtboxen die overal in passen.”

Cruciaal voor de ferry is de ondersteuning van tankvliegtuigen. “Geweldig dat we die als luchtmacht zelf in huis hebben”, zegt commandant 323 Squadron overste Laurens Jan Vijge.

Wiel uitvinden

De logistieke footprint van een F-35 detachement moet dus nog worden uitgevonden. “Van de F-16 weten we dat precies, door onze jarenlange uitzendervaring”, geeft De Smit aan. “Voor de F-35 is dit nieuw, en moeten we dus ontdekken.” Tot nu toe is er alleen een deployment van Amerikaanse F-35A’s van Edwards naar Mountain Home AFB in Idaho geweest - aanzienlijk dichterbij. En F-35B en C’s gaan naar schepen van de US Marine Corps en Navy. “Voor wat betreft een overseas deployment, vinden wij als Nederlanders dus het wiel uit”, zegt De Smit. “Dat past perfect in het scala aan opdrachten dat we hier op Edwards hebben: operationele test en evaluatie. Alle info en ervaringen delen we uiteraard met onze partners, net zoals zij met ons delen. Dat is hét grote voordeel van deelname aan dit project.”

De reis naar Nederland voert dichter langs Groenland en IJsland dan commerciële vliegtuigen doen. Dat heeft alles te maken met veiligheid en gebeurt net zo als F-16’s deze afstand overbruggen.

Realiteit

Na vertrek van een zonnig Edwards komen de kisten op een extreem nat Patuxent River aan. De vergelijking met Nederlands weer dringt zich daarbij snel op. Na het nodige sleutelwerk op zondag 22 mei is het volledige detachement diep in de aansluitende nacht al weer present op de marinevliegbasis. Ze bereiden de jacht- en vrachtvliegtuigen voor op het 2e deel van de ferry. “Gaaf om terug te keren naar de plekken waar we allemaal al hebben gewerkt”, zegt De Smit. “Ik wil de mensen graag laten zien wat voor ons dagelijkse realiteit is. Ze inzicht geven. Er staan zo écht 2 vliegtuigen in Nederland en die gaan écht missies vliegen.” Tegelijkertijd zijn internationale ogen ook gericht op het goedhouden van de kisten, ver van hun thuisbasis. “Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ook met een dag onderhoud en dus niet vliegen, wordt ontzettend veel geleerd. Want hoe verloopt het proces dan naar en van Edwards? Dat gaan we allemaal uitvinden.”

Bijna ‘thuis’. Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert en C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger begroeten boven de Noordzee de 2 F-35’s en 1 KDC-10. De andere KDC-10 die zijn tankwerk heeft gedaan, is dan al richting Eindhoven. Foto: sergeant-majoor Arnoud Schoor

‘Home’

Na het slechte weer op Pax River schijnt boven de wolken altijd weer de zon. Daar vliegt de toekomst tegen de tijd in naar Nederland. Maar hoe dichter daarbij aangekomen, hoe geslotener ook het wolkendek weer wordt. Uiteindelijk, na 9 uur vliegen, zakken de F-35's (begeleid door de Gulfstream) en de KDC-10'en door de dikke pluk watten en tonen zich aan het massaal toegestroomde publiek op Leeuwarden. “Wow, niet normaal!”, klinkt het uit diverse monden van de passagiers in de KDC-10. En dan, na touch down: “home, sweet home”, uit de mond van weer een ander.

Op naar de belevingsvluchten en Luchtmachtdagen. Daar kan het grote publiek kennismaken met de toekomst van de luchtmacht. Want die staat eind mei, begin juni gewoon in Nederland.

Wat moet er mee

Ruim 38 ton (38.555 kg) goederen moet naar Nederland. Dat bestaat uit:

  • 112 verschillende reserveonderdelen
  • 249 stuks gronduitrusting (Support Equipment) zoals kracht- en hydraulische ‘carts’, koelingsapparatuur, gereedschapskisten, momentsleutels, krikken, testsets enz.
  • Verbruiksgoederen en bedrijfsstoffen
  • Een C-17 van de Heavy Airlift Wing verplaatst bijna al deze goederen en 1 passagier

Twee KDC-10 tankvliegtuigen voorzien de F-35’s onderweg van brandstof en vervoeren de passagiers en een klein deel van de goederen. In totaal komen het volgende personeelsaantal naar Nederland:

  • 323-detachement: 33 personen onder wie 4 vliegers, 21 personen voor onderhoud, 2 voor IT en 6 voor ondersteunende diensten
  •  6 Amerikaanse Field Service engineers
  •  diverse veiligheidsagenten

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es
Video: sergeant-majoor Peter van Bastelaar