02

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 11 | 2015

Bye bye bluebird

Na 51 jaar sluit het boek voor de Alouette III

Eerder aangekondigd, diverse keren uitgesteld, maar het einde van de Alouette III in dienst van de Koninklijke Luchtmacht komt er nu toch echt aan. Op 31 december valt het doek. Precies de helft van het bestaan van de Nederlandse militaire luchtvaart – 102 jaar – deed de Alouette III dienst. Nu, na 51 jaar, is het over en uit voor het kwartet overgebleven koningsblauwe helikopters.

“Als ik alleen vlieg, zit ik altijd te zingen”, zegt majoor Valette. “Dit is zó mooi, iedere keer weer en ik word er nog voor betaald ook. Dit uitzicht is ongekend, je kijkt tot wel 50 kilometer ver.” Foto’s: Arno Marchand

“Gilze-Rijen Ground, this is Bluebird. Request taxiing to runway.” Majoor Valette doet de opstartprocedure op het platform van het 300 Squadron. Na akkoord rijdt de vliegster naar de rand van het beton en meldt zich bij Gilze-Rijen Tower. “Clear for take off”, krijgt ze door, waarna ze, zonder dat je het eigenlijk merkt, heel soepel een meter of 2 de lucht ingaat. Zo ‘hovert’ Valette naar de baan, draait 45 graden, wint wat hoogte, drukt de neus iets naar beneden en na een tiental seconden schiet de treshold van de baan onder de A-301 door. Na een rustige bocht van bijna 180 graden naar rechts passeert nogmaals Gilze-Rijen, sinds 2008 de thuishaven voor de Alouettes.

Landing point finder-training op de Ginkelse Heide. De ene keer landt de helikopter bij een rookpot, de ander keer bij een signaalgele markering. De Alouettes werden er diverse keren per jaar voor ingezet.

Hoppen

Op een paar honderd meter hoogte schuift het land van Maas en Waal onder de kleine helikopter door. Ter hoogte van Rhenen zoekt Valette contact met landmachtmilitairen op de Ginkelse Heide, ten westen van Ede. Werk aan de winkel. Dit is namelijk de laatste keer dat de Alouette de School Grond-Lucht Samenwerking (SGLS) van de landmacht ondersteunt. Bij de landing point finder-oefening geven landmachtmilitairen beginpunt en koers op en ‘praten’ de vlieger daarna zeer precies naar de grond. Eerst pikt ze de SGLS-instructeur, collegavlieger kapitein Rob op. Valette vliegt, Rob beoordeelt het werk van de landmachtmilitairen. Zo vliegen ze samen op aanwijzingen van de landmachtmilitairen ‘hoppend’ over de heide. Na een kleine 2 uur vliegen is het tijd om te tanken.

Zien hoe de laatste vlucht van de Alouette III voor de SGLS op Ginkelse Heide eruit ziet? Kijk dan deze clip.

Vluchtcommandant kapitein Robert: “De Alouette is een vliegend stukje dienstbaarheid, een goedzak. Je zit er prima in. Ook ik met mijn lange benen.” Foto: Arno Marchand

Schuur

De volgende dag en weer terug op Gilze-Rijen, staan de 4 blauwe Alouettes samen in 1 van de hangars van het 300 Squadron. Het kwartet met 2 vaste vliegers en 6 man technische dienst, vormt een volwaardige vlucht binnen het 300 Squadron. “Je pakt ‘m uit de schuur en hij vliegt”, zegt vluchtcommandant kapitein Robert. “Ons grondpersoneel is daarbij het belangrijkst. Wij kunnen nog zoveel plannen, als zij de heli’s niet klaar hebben, doen we niets.”

De hoofdtaak van de Alouette is volgens Robert moeilijk te definiëren. “VIP- en fotovluchten, trainings- en opleidingsvluchten voor luchtmacht, marine en landmacht, ondersteuningen en verkenningen voor oefeningen. We doen het allemaal. Voor de luchtmacht in samenwerking met het Centrum voor Mens en Luchtvaart selecteren we bijvoorbeeld loadmasters en Tactical Coordinators.”

Valette met de Alouette in haar element. Laag achter de bomen of hoger over Nederland-waterland. Ze is 1 van de ongeveer 10 gast-stafvliegers. Robert: “Die komen hier niet alleen om in de cockpit te stappen, maar regelen zoveel als kan alles wat bij vliegen komt kijken. Top!” Foto links: sergeant-majoor Arnoud Schoor

Pilot Skills

Robert vliegt sinds begin jaren ´90 op de Alouette. “Ik kwam als eerste luitenant binnen en kreeg de vraag of ik ook bij demoteam The Grashoppers wilde. Het leek me leuk – het was geweldig en zelfs meer dan dat! Samenwerken, vertrouwen en je laat het maximale zien van de helikopter, zowel individueel, maar ook als collectief. Het toestel heeft kwaliteiten en beperkingen, natuurlijk. Alles is enkelvoudig, je kent limieten qua weer en hebt geen navigatiehulpmiddelen. Het is echt een toestel waarbij het aankomt op de pilot skills: met de kaart op schoot en tijd en koersberekeningen maken. Aan de andere kant, hij blinkt juist ook uit in z’n eenvoud en door z’n sterke motor. Grote hoogtes in Oostenrijk of Zwitserland; geen probleem. Het is gewoon een waanzinnig goed ontwerp.”

Uitgangspunt was 200 uur per jaar voor ieder airframe. Daarmee dekte de TD precies de fase-inspecties. Dan waren 3 toestellen beschikbaar en 1 in onderhoud. Foto: Arno Marchand

Vrijheid

De palmares van 51 jaar is dan ook lang. Mensen en middelen van A naar B, waar ook ter wereld: Nederland, Europa, Tunesië, Irak, Cambodja, deklandingen op zee, somt Robert op. “Deze helikopter is, samen met de Bölkow, echt de grondlegger voor de helivloot en vaardigheden van nu. Ons voordeel is dat we heel makkelijk mensen aan boord nemen. Zo kunnen wij militairen op de grond ook laten zien hoe wij het in en vanuit de lucht ervaren. Het zicht vanuit de Alouette is namelijk fan-tas-tisch. Je kijkt er de wereld mee uit. Dat krijg je in geen ander type. Een vissenkom met 7 zitplaatsen, allemaal in de vliegrichting. De Alouette symboliseerde voor mij altijd vrijheid. Eenvoudig en ontzettend betrouwbaar. Hij doet het altijd. Is er een vergelijkbare helikopter? Nee.”

Elke dag heeft de technische dienst mimimaal 2 toestellen paraat: 1 om te vliegen en 1 als reserve. “Maar 75 procent halen we ook geregeld”, zeggen ze met gepaste trots: sergeanten Robbie en Jeroen met respectievelijk 15 en 4 jaar ervaring op de Alouette en sergeant-majoor Desmond zelfs 26 jaar. “Een leuk dingetje”, zegt Robbie liefkozend. “Je ziet alles zitten. Een echt frame waar alles tegenaan is gezet. En van alles 1 in plaats van 2 zoals bij moderne heli’s. Is een landing gear kapot, dan stuur je het niet op, dat repareren we zelf. We hebben veel contact onderling, ook met de vliegers. Als we met hen meegaan, krijg jij de kaart op schoot.” Jeroen beaamt het teamgevoel. “Iedereen kent elkaar en zijn verantwoordelijkheden. Je bent ook heel zelfstandig als je als technicus alleen met een vlieger op stap gaat. Maar je kent de hele kist uit je hoofd.” Precies dat”, zegt Desmond. “Het is de variëteit bij deze kist. Je doet alles, van klein tot groot onderhoud. Maar het is een heel makkelijke kist. Ik ga het hele plaatje erg missen. Het was de laatste jaren best een ondergeschoven kindje. Op presentaties van luchtmachtmaterieel zag je ‘m niet eens.” “Wel jammer, toch 15 jaar van je leven,” besluit Robbie. “Voor mij was het meer hobby dan werk.”

De zon gaat onder voor de Nederlandse Alouettes. De Belgen en Fransen vliegen er nog tot 2020 mee door. Foto: sergeant-majoor Arnoud Schoor

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: Evert-Jan Daniels
Montage: Corina van Marm