07

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 06 | 2014

Vervlogen Tijden: Duizenden herdenken D-Day

Tekst eerste luitenant Johanna van Waardenberg, Evert Brouwer en Arno Marchand
Foto sergeant-majoor Arnoud Schoor

Historische luchtvaart als eerbetoon voor veteranen

Hoe ver kunnen omstandigheden en situaties uit elkaar liggen. 6 juni 2014, stralend zonnig weer, vredige omstandigheden. En daarbij vele duizenden aanwezigen op de stranden van Arromanches en Ouistreham die herdenken hoe het was, zeventig jaar geleden. Tijdens D-Day is het weer op zijn allerslechtst. Voor de ruim honderdduizend mannen is alleen al de tocht van de Engelse zuidkust naar de stranden van Normandië een ware beproeving.

x
De zwart-witfoto´s tonen personeel en B-25 Mitchells tijdens de Tweede Wereldoorlog. Foto's: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie.

Eenmaal binnen zichtafstand van de kust, barst een moordend geweer- en granaatvuur los. In die verschrikkelijke omstandigheden moeten de militairen zich een weg naar de stranden van Normandië vechten. Toch doen ze het, en markeren daarmee die ochtend het begin van het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Operatie Overlord zoals de gehele operatie heet, begint echter al in de nacht van 4 op 5 juni. Dan landen meer dan 20.000 parachutisten achter de Duitse frontlinies. Behalve de maritieme landingsoperatie spelen de Britse en Amerikaanse luchtmacht die nacht dus een hoofdrol. Zo ook overdag, want zonder luchtsteun had D-Day nooit kunnen slagen.

x
x

320 Squadron

Ondersteuning uit de lucht is er die dagen ook van Nederlandse vliegers. De eerste Nederlandse eenheid in Britse dienst is het No. 320 (Netherlands) Squadron dat al op 1 juni 1940 wordt opgericht in. Vanaf maart 1943 vliegt de eenheid met de B-25 Mitchell middelzware bommenwerpers. Zo ook tijdens de nacht voor D-Day wanneer ze met 12 toestellen een missie ondernemen naar de rivier de Dives. De brug kunnen ze door het slechte weer echter niet bombarderen. Op D-Day zelf valt squadron met 17 B-25’s de brug over de rivier bij Domfront aan. 

x
x

Camille Vincent Stritzko

Sergeant-majoor vliegtuigmaker

“We waren jong en avontuurlijk”, vertelt Stritzko die op 15-jarige leeftijd in dienst gaat. Hij begint als marineman 1e klasse als aspirant-leerling vliegtuigmaker. Tijdens de D-Day-periode is Stritzko inmiddels sergeant-majoor vliegtuigmaker. De manschappen wisten niet wat er ging gebeuren, maar door de voorbereidingen hadden ze wel een vermoeden. “We moesten namelijk alle vliegtuigen van witte – naar later bleek – invasiestrepen voorzien. In de nacht van 5 op 6 juni zag ik honderden lichtjes in de lucht; allemaal vliegtuigen. Ook gingen de kisten vaker de lucht in. Toen werd het me al een beetje duidelijker.”

Strizko denkt niet meer vaak terug aan zijn diensttijd, maar 1 ding kan hij zich nog goed herinneren. “We hadden in Engeland een gastgezin. 6 militairen sliepen daar op de vloer in de woonkamer. We noemden hen onze mom and dad. Ze waren erg lief voor ons. Wij gaven onze rantsoenkaarten en daarmee haalden zij eten voor ons. Ik heb altijd nog eens terug willen gaan om hen te bedanken. Helaas is dat er nooit van gekomen.” Strizko heeft nooit spijt gehad van zijn dienstperiode. “Bijna iedereen was toen militair. Was je het niet, werd je krijgsgevangen genomen. Dus eigenlijk is het mijn redding geweest. Pas na de oorlog wisten we wat er zich allemaal afgespeeld heeft, hoe erg de oorlog was. Vroeger was er weinig communicatie. Tijdens mijn dienstperiode heb ik geleerd hoe belangrijk het is om goed samen te werken. Dat leidt tot meer. Je kán niet alles zelf. Je hebt andere mensen ervoor nodig.” Foto: Louis Meulstee

x
x
La Patrouille de France sloot de herdenking in Ouistreham af. Foto: Louis Meulstee

Eerbetoon

Vanwege hun bijdrage aan de bevrijding scheren op 6 juni van dit jaar twee Nederlandse historische toestellen langs de kunstlijn bij de herdenking in Arromanches. De B-25 en de Spitfire van de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht vliegen als eerbetoon voor wat de veteranen van het 320 Squadron 70 jaar geleden presteerden. De Mitchell – weliswaar in kleuren van het 18 Squadron – verbeeldt het toestel zoals het bij 320 vloog. De Spitfire – in kleuren van het in 1943 opgerichte No. 322 Dutch Spitfire Squadron – heeft daadwerkelijk gevochten tijdens D-Day.

Ontroerd

Na een plechtigheid met onder anderen koning Willem-Alexander, koningin Máxima, premier Rutte en minister Hennis-Plasschaert vliegen de Nederlandse toestellen tweemaal langs de kustlijn. Het typerende motorgeronk doet de duizenden toeschouwers op en rond het Plein van de 6e Juni zich onmiddellijk omdraaiden om het schouwspel te bekijken. De 320 Squadronveteranen raken zichtbaar ontroerd. Onder een warm applaus verdwijnen de toestellen weer via Le Havre richting Nederland.

x
x

Cornelis Hendrik Eduard Jacob

Sergeant-majoor vliegtuigmaker

“Mijn opa zei dat ik niet wilde leren en dat ik daarom in dienst moest”, zegt Jacob. “Ik was 18,5 jaar.” Ook Jacob is eerst aspirant-leerling vliegtuigmaker en tijdens de D-Day sergeant-majoor. “Ik wist niet wat er ging komen. Tijdens deze periode werd er onderling niet gesproken over de oorlog. Ook bij het klaarzetten en wit kalken van de vliegtuigen niet. We wisten dat er iets ging komen, maar spraken er niet over. Tijdens de D-dayperiode hebben we onderling niet veel getreurd over de mensen die niet meer terugkwamen. We waren wel verdrietig, maar er werd onderling niet over gesproken. Dit hoorde bij het leven. Ik ben gelovig en heb het aan de Heer overgelaten. Het geloof heeft mij er doorheen getrokken. Ik heb in die periode erg veel gebeden voor mijn medemensen. Ik was voor veel vliegers en waarnemers een vertrouwenspersoon. Zelf dacht ik ook veel na over mijn familie. Ik probeerde deze gedachtes te blokkeren, maar op rustigere momenten deed je het toch. Mijn moeder zei voordat ik vertrok: ‘Als mijn zoon terugkomt, geef ik een groot feest.’ Ik weet nog dat ik eindelijk terug naar huis mocht, maar wist niet waar mijn moeder woonde. Via-via kreeg ik te horen waar ik naartoe moest. Toen ik mijn moeder eindelijk zag, heb ik flink gehuild. Ik ben in haar armen gedoken. We hebben samen gehuild. Dikke tranen over onze wangen. Pas later ben ik er achter gekomen dat mijn familie het heel moeilijk heeft gehad. Daarover heb ik me weleens schuldig gevoeld. Ik ben namelijk de oudste en in de Indonesische cultuur moet je dan voor je ouders zorgen.” Foto: Louis Meulstee

x
x