Tekst kapitein Roel van de Wiel
Foto Frank Crébas, www.bluelifeaviation.com
Joint trainingseenheid DHC gedijt goed op Ft. Hood
Het 302 Squadron is sinds 2013 de gevestigde trainingseenheid op Ft. Hood in de Verenigde Staten. Daar worden permanent Nederlandse helikopter- en luchtmobiele teams getraind op hun gezamenlijke inzet. De Texaanse thuisbasis van de paarse club biedt een ideale situatie op een unieke plek.
Everything is bigger in Texas. Je ziet de slogan op bumperstickers, vlaggen en T-shirts. En als je om je heen kijkt in de Amerikaanse megastaat raak je snel overtuigd van de machokreet. De auto’s, de hamburgers en supermarkten; inderdaad lijkt echt alles in Texas een stukje groter dan elders.
Ook de militaire oefenterreinen zijn in de Lone Star State van extreem formaat. Ft. Hood is wat dat betreft baas boven baas. De militaire megakazerne die tegen de stad Killeen aanleunt, is een van de grootste van de VS en de aanliggende Western Training Area (het oefengebied) is groter dan Nederland en Vlaanderen bij elkaar.
“Alles is hier groot”, weet ook luitenant-kolonel Emco Jellema. De overste is de commandant van de Nederlandse trainingseenheid in Ft. Hood, 302 Squadron. “De basis is groot, het terrein is groot. En de bereidheid ons te ontvangen is groot. We zijn hier van harte welkom.”
‘Geweldig’
302 Squadron bestaat officieel sinds november 2013 en verzorgt 5 keer per jaar een gemeenschappelijke Air Assault-training voor helikopterbemanningen van het Defensie Helikopter Commando en grondeenheden van 11 Luchtmobiele Brigade. Daarnaast volgen Apachevliegers, Chinookvliegers en -loadmasters 2 keer per jaar de Initial Mission Qualification Training van het squadron.
Jellema’s eenheid is bemand met personeel van de luchtmacht, landmacht en Amerikaanse burgermedewerkers. “We hebben het hier geweldig voor elkaar”, realiseert Jellema zich hardop. “Het Air Assault-optreden vraagt om regelmatige, meerwekelijkse oefeningen. Dat is noodzakelijk om de verschillende disciplines en culturen op elkaar af te stemmen. Ft. Hood is vanwege de omvang van en de mogelijkheden in het terrein ideaal daarvoor. We hebben alle faciliteiten en mogen onze eigen eenheden zelf trainen, zoals wij het willen.”
‘Tweede natuur’
Dat komt de samenwerking tussen lucht- en landmacht ook ten goede – bij de trainingseenheid én de oefenende teams. In het stafgebouw van 302 is de paarse bloedgroep allang gemeengoed, beweert Jellema. “De samenwerking tussen de mensen van 11 Luchtmobiele Brigade en het Defensie Helikopter Commando voelt als een tweede natuur”, zegt de commandant. “Binnen het squadron kijken we niet zozeer naar het kleur pak en de achtergrond die je meeneemt. Wij kijken gewoonweg naar je specialisme. Dat is wat mij betreft de definitie van joint werken. Dit squadron is het perfecte voorbeeld van een geslaagde samensmelting.”
In de vijfweekse oefening krijgt de symbiose op de werkvloer ook onherroepelijk gestalte, vult Hamers aan. “De eenheden zitten hier bij elke training ruim een maand geïsoleerd bij elkaar”, zegt de landmachtmajoor. “Ze worden hier door niets of niemand gestoord, dus ze zijn maximaal gefocust op hun missie. En nogmaals: ze trainen zoals ze vechten. In het gevecht hebben ze elkaar hard nodig. Hier dus ook. Hoe meer ze samenwerken, hoe beter de 2 culturen versmelten. Dat kan hier dus prima.”
‘Laag en hard’
De thuisbasis van 302 Squadron ligt op West Fort Hood, om precies te zijn. De Texaanse kazerne is zo verstrekkend dat het geen wonder is dat er meerdere zones en hoofdpoorten zijn. De vaste staf van het Nederlandse squadron heeft 3 kantoor- en trainingsgebouwen toegewezen gekregen op Robert Gray Army Airfield, op de westelijke flank van de hoofdbasis. Op loopafstand beschikt het squadron over een eigen, fonkelnieuwe hangar en een ruime vliegstrip, waar 8 Nederlandse Apaches en 3 Chinooks in de ‘eeuwige’ zon staan opgesteld. Jellema: “Omdat we hier onze eigen plek hebben, kunnen we helemaal onze gang gaan.”
Ook majoor Larry Hamers telt dagelijks zijn zegeningen in Texas. Hij is Air Assault-kenner van de landmacht en sinds november de plaatsvervanger van Jellema. Als ervaringsdeskundige van luchtmobiel optreden bevindt hij zich in het ware Air Assault-walhalla. De oefenende eenheden ervaren dat net zo, weet de majoor.
Hamer: “Het grote voordeel van het oefenen hier is: we trainen zoals we vechten. Piloten vliegen precies zoals in de missiegebieden: laag en hard. Dat kan in Nederland niet omdat we daar allerlei geluid- en laagvliegrestricties hebben. Ook de grondeenheden kunnen hier dingen doen die op de oefenfaciliteiten in Nederland en Europa niet kunnen. Bovendien is het hier groots, weids en het weer stabiel. We hebben hier weinig uitval door slecht weer, dus we kunnen maximaal trainen.”