Tekst kapitein Henny de Boer
Foto Mediacentrum Defensie
Benelux-landen liften mee op elkaars transportmiddelen
Nederland, België en Luxemburg gaan effectiever en efficiënter gebruikmaken van elkaars militaire mobiliteit. Denk hierbij aan het delen van vliegtuigen, treinen, schepen en vrachtwagens.
De landen ondertekenden op 10 december de samenwerkingsovereenkomst tussen de National Movement Coordination Centres. Door de transportcapaciteiten te bundelen, kunnen de landen sneller reageren op internationale crises. Ook kan Defensie de bondgenoten op deze wijze beter ondersteunen. Dit draagt direct bij aan hoofdtaak 1: het beschermen van eigen grondgebied en dat van de bondgenoten.
Meer keuze
Het delen van mobiliteitsmiddelen biedt meerdere voordelen. Zo ontstaat er meer flexibiliteit, omdat er meer keuze is in beschikbare transportmiddelen. Nederland kan zo onder meer sneller toegang krijgen tot het Belgische Airbus A400M-transportvliegtuig. België kan op diens beurt makkelijker treinen en schepen benutten die door Nederland worden gecoördineerd.
Bovendien gebruiken de drie landen dezelfde munteenheid. Deze geldvrije wisselkoers voor transportdiensten zorgt voor een transparante afhandeling.
Centrale aansturing
De coördinatie van het delen van de middelen ligt bij het Movement Coordination Centre Europe (MCCE), gehuisvest op de Vliegbasis Eindhoven. Het MCCE organiseert al het strategisch militair transport door de lucht, over zee en in de binnenwateren, over de weg en per trein.
Het centrum voert die taak uit voor de 30 deelnemende landen van de NAVO en de Europese Unie. Hierdoor benutten de landen de transportcapaciteit beter.
Gedetineerden maken oude Defensie-uniformen gereed voor Oekraïne
Het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU-bedrijf) en de Penitentiaire Inrichting Almelo slaan de handen ineen. Sinds begin december maken gedetineerden oude uniformen gereed voor de strijdkrachten in Oekraïne. Het doel is om uiteindelijk zo’n 30.000 uniformen beschikbaar te stellen voor hergebruik in het conflictgebied.
Het merendeel van de militairen in Nederland loopt inmiddels in het nieuwe interim-gevechtspak. Dat betekent dat alle oude tenues hun dienst hebben bewezen. Hierdoor vallen ze niet meer onder de voorraad van het KPU-bedrijf.
Binnen Defensie zet een speciale werkgroep zich in voor de militaire steun van de krijgsmacht aan Oekraïne. Deze werkgroep zag een kans om de pakken te hergebruiken. Daarop ontstond een bijzondere samenwerking. Want voor de uniformen bruikbaar zijn voor de Oekraïners, moeten alle pakken eerst worden nagelopen. Daar gaat de penitentiaire Inrichting Almelo, onderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), bij helpen.
Medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen namen de eerste uniformen in ontvangst.
Het KPU-bedrijf heeft begin deze maand de eerste 76 pallets met uitrusting op transport gedaan naar Almelo. Na instructies van medewerkers van het KPU-bedrijf, gaan de gedetineerden in de werkzalen aan de slag met zo’n tienduizenden tenues. Zij zullen de kleding controleren, keuren, sorteren, wassen en klaarmaken voor gebruik in Oekraïne.
Medewerkers van de Dienst Justitiële Inrichtingen namen de eerste uniformen in ontvangst.
Zr.Ms. Makkum heeft laatste zeemijn voor Koninklijke Marine geruimd
De Koninklijke Marine heeft op 25 november ceremonieel afscheid genomen van Zr.Ms. Makkum. De mijnenjager is na bijna 40 jaar trouwe dienst op de marinebasis in Den Helder uit de vaart genomen. De reden is dat de mijnendienst komende jaren volledig wordt vernieuwd. De Makkum wordt gedoneerd aan Oekraïne.
Zr.Ms. Makkum is tijdens haar operationele leven veelvuldig ingezet voor de NAVO. Verder nam het schip deel aan vele oefeningen en ruimde het veel explosieven waarvan 120 op de Noordzee.
Bij de afscheidsceremonie waren onder anderen genodigden aanwezig uit het dorp Makkum en de gemeente Súdwest-Fryslân. De geus, oorlogswimpel en de Nederlandse vlag werden hierbij neergehaald. De oorlogswimpel is overhandigd aan de laatste commandant van de Makkum luitenant ter zee-1 Dave de Kruijff. De naamborden zijn volgens traditie in stukjes, per letter, aangeboden aan oud-commandanten van de Makkum. Ook kregen zij een herinneringsmunt.
Vervanging
Uiteindelijk worden alle mijnenjagers van de Alkmaar-klasse vervangen door 6 nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen inclusief een hypermoderne toolbox met onbemande systemen om explosieven op te sporen en te ruimen. Het eerste nieuwe schip Vlissingen is in aanbouw en wordt eind 2025 aan de Koninklijke Marine overgedragen. Pas vanaf dat moment wordt het een zijner majesteitsschip.
De Makkum wordt net als Zr.Ms. Vlaardingen aan Oekraïne gedoneerd. Wanneer dat gebeurt, is nog niet bekend.
Nog wekelijks meldingen van oude explosieven
In de Noordzee liggen naar schatting nog tienduizenden zeemijnen, vliegtuigbommen en andere munitieresten. Wekelijks vinden onder meer vissers voor de kust van Nederland en België explosieven uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Ze worden opgevist, gemarkeerd en gerapporteerd aan de kustwacht. Vervolgens maakt een mijnenjager het explosief onschadelijk.
Nieuwe vouwbrug voor de genie
Zonder mobiliteit geen gevecht. Daarom wordt de landmacht versterkt met nieuwe brugslagcapaciteit. De genie in Hedel ontving op 25 november de eerste deellevering van dit systeem. Die bestaat uit midden- en eindpontons en duwboten om de brug(delen) te verplaatsen en in positie te houden. Deze eerste levering is bedoeld als opleidings- en trainingsmateriaal.
Dat is goed nieuws voor 105 Brugcompagnie, want het huidige systeem was hard aan vervanging toe. De oude vouwbrug is technisch en operationeel achterhaald. Dit maakt dat de brug niet meer voldeed aan de operationele gestelde eisen van de NAVO.
Meerdere systemen
De eerste levering is voor de Pioniers- en Pontonniersschool Opleidings- en Trainingscentrum Genie. Daar wordt de brug in januari en februari voor het eerst in de opleidingen meegenomen. Daarna staat de instroom van het eerste vouwbrugsysteem voor het eerste peloton op het programma. Die wordt rond mei verwacht. De instroom van de overige twee vouwbrugsystemen staat tot eind juni 2026 gepland.
Met dit project beschikt de krijgsmacht weer over brugslagcapaciteit die technisch en operationeel toekomstbestendig is. Bovendien voldoet de vouwbrug aan de capaciteitendoelstellingen van de NAVO en de afspraak voor nationale inzet. Dit project draagt rechtstreek bij aan het strategische doel om wapensystemen te moderniseren en de operationele (gevechts-)ondersteuning te versterken.
Nieuwe satelliet van Nederlandse makelij
Satellieten zijn van grote waarde tijdens een militaire operatie bij de verzameling van inlichtingen. Daarom wordt in 2027 satelliet PAMI-1 gelanceerd, zo werd eind november bekendgemaakt. Deze satelliet gaat voor Nederland informatie vanuit de ruimte vergaren. De technologie wordt momenteel op eigen grondgebied ontwikkeld door Nederlandse bedrijven.
Met de wereldwijde spanningen is een goede informatiepositie van groot belang voor Defensie. Satellieten kunnen hierbij helpen. Met camera’s en sensoren monitoren de systemen wat er op aarde gebeurt. Door de aanwezigheid van Nederland in de ruimte te vergroten, draagt Defensie bij aan een betere informatiepositie van eigen land, maar ook die van bondgenoten.
Van Nederlandse bodem
Daarom wordt begin 2027 PAMI-1 gelanceerd. Het project wordt gedragen door een groep van Nederlandse technologiebedrijven. Het Delftse FSO Instruments neemt hierin het voortouw. Dit bedrijf is gespecialiseerd in het gebruik van lasers voor snelle en beveiligde communicatie. De satelliet wordt door VDL ETG in Nederland gebouwd. Het bedrijf Axient Systems zorgt voor de missie-integratie.
PAMI-1 wordt gelanceerd als eerste in een serie. Door deze samenwerking ontstaat een nationale faciliteit voor de productie van grotere satellieten. Dit maakt een eventuele uitbreiding naar grotere series van satellieten mogelijk.
Ecosysteem
PAMI-1 wordt straks een nieuwe capaciteit voor het Defensie Space Security Center (DSSC), dat onderdeel is van de Koninklijke Luchtmacht. Het DSSC begeleidt het project. Kennisinstellingen als TNO en het Nederlandse Luchtvaart en Ruimtevaartcentrum treden op als onderaannemer. Deze nauwe samenwerking van de bedrijven, kennisinstituten en overheid dragen bij aan het creëren van een hoogtechnologisch ecosysteem. De nieuwe satelliet wordt gefinancierd door Defensie en het ministerie van Economische Zaken.
Onmisbaar
Ruimtetoepassingen zijn onmisbaar geworden voor Nederland en internationale partners. De afgelopen jaren heeft Defensie belangrijke stappen gezet om de eigen ruimtecapaciteiten verder te ontwikkelen. Nederland lanceerde in juni 2021 haar eerste nanosatelliet: BRIK II. In samenwerking met Noorwegen volgde in januari 2023 de lancering van 2 identieke nanosatellieten. Half april 2023 is een Noorse satelliet met SmallCAT gelanceerd. SmallCAT is een prototype van Nederlandse lasercommunicatie. Nederland en Noorwegen willen deze compacte technologie testen en kijken of die binnen NAVO-verband inzetbaar is.
Artist impression van de PAMI-1. Bron: FSO Instruments.
NEDS: stap voorwaarts voor nieuwe technologieprojecten
Verschillende bedrijven en Defensie lieten zich op 21 november zien op de NIDV Exhibition Defence and Security (NEDS). Tijdens de beurs in AHOY Rotterdam werden verschillende technologieprojecten met een contract beklonken. Alle nieuwe technologie moet Defensie helpen in de voorbereiding op hoofdtaak 1, het beschermen van het eigen grondgebied en dat van onze bondgenoten.
Wat als alle eenheden met elkaar verbonden zouden zijn via optische draadloze communicatie? Dit is waar de Optical Communication Alliance zich sterk voor maakt. Defensie, Signify, Aircision, FSO Instruments, SMART Photonics, Secura, TNO & Brainport Development slaan sinds vorig jaar de handen ineen. Vandaag tekende de alliantie een contract voor de volgende stap in de ontwikkeling van een Wireless Optical Communication-systeem. In dit systeem kunnen eenheden communiceren via licht. Zowel op korte als lange afstand, binnen ruimtes, met satellieten en met troepen op de grond, in de lucht en op zee.
De unieke alliantie werkt samen aan ‘testbed’. Met dit testbed werken de partners naar commercieel eindproduct die draadloze communicatie mogelijk maakt. Het is aan Defensie om daarna te onderzoeken welke technologie interessant is voor de krijgsmacht. Bovendien wordt gekeken welke behoefte er leeft binnen Defensie en hoe eenheden de technologie kunnen gebruiken bij hun militair optreden.
Luchtverdediging versterkt
Dit jaar kende de NEDS zijn veertigste editie. Tijdens de beurs komen overheid, industrie en kennisinstituten samen om de militaire technologie van de toekomst verder te helpen.
Tijdens de NEDS ondertekende Defensie ook een contract met Kongsberg Defence and Aerospace. Dat bedrijf levert Defensie zowel lucht- en raketverdedigingssystemen. Deze zijn zowel bedoeld voor de middellange afstand (Medium Range Air Defence) als de korte afstand (Short Range Air Defence). De krijgsmacht heeft een grote behoefte aan deze nichecapaciteit. Zonder lucht- en raketverdediging zijn eenheden op de grond, in de lucht en op zee, maar ook de kritieke infrastructuur kwetsbaar.
Commandant Commando Materieel en IT viceadmiraal Jan Willem Hartman ondertekende het contract. “Dit is een belangrijke stap in de versterking van de Nederlandse grondgebonden luchtverdediging. Maar er zijn zeker nog meer investeringen nodig om een volledig inzetbare, gelaagde verdediging te bereiken en onze doelstellingen te behalen.”
Tijdens de NEDS ondertekende Defensie ook een contract voor nieuwe lucht- en raketverdedigingssystemen.
Genie neemt nieuwe wegenmattenlegger in gebruik
Genisten van de Koninklijke Landmacht kunnen sinds 20 november een beroep doen op de nieuwe wegenmattenlegger. De militaire bouwvakkers kunnen deze gebruiken om een onverhard oppervlak tijdelijk te verharden. Denk bijvoorbeeld aan drassige bodems en oevers. Het nieuwe systeem is in Vught overgedragen.
Het gaat om 10 systemen die het Commando Materieel & IT overdraagt aan genie-eenheden. De oude systemen waren aan het eind van hun levensduur en hadden te maken met flinke slijtage. Een deel van de matten was daarom niet meer te gebruiken. De nieuwe wegenmattenleggers hebben een hogere MLC (Military Loading Capacity), waardoor zware voertuigen zoals tanks over de matten kunnen rijden. Hiermee is de landmacht weer toekomstbestendig.
De genisten hebben het nieuwe systeem in de middag meteen uitgeprobeerd. Hierbij werd een van de rollen achterop een vrachtwagen geplaatst. De matten ontrolden zich automatisch en kunnen daarna ook gemakkelijk weer opgerold worden.
Terreinverhardingssysteem
Met de nieuwe wegenmattenleggers blijft mobiliteit gegarandeerd bij het landoptreden. Het systeem kan namelijk in korte tijd een relatief groot oppervlak onverhard terrein tijdelijk verharden.
Dankzij deze tijdelijke infrastructuur zijn zwaar belaste of beschadigde wegen bovendien te beschermen. Verder zijn de matten bruikbaar voor het aanleggen van bijvoorbeeld landingsplaatsen voor helikopters.
De genie kan met een nieuwe wegenmattenlegger aan de slag.
Logistiek Centrum Soesterberg komt van de grond
Toekomstbestendig, duurzaam en vooral: effectief. Het Logistiek Centrum Soesterberg (LCS) wordt hét nieuwe logistieke knooppunt voor de Koninklijke Landmacht. Op 20 november werd de eerste paal van het gebouw in de grond geslagen op Kamp Soesterberg. De realisatie gebeurt in samenwerking met verschillende civiele partners, onder leiding van Rhenus Logistics.
Flexibel en schaalbaar
De bouw van het logistiek centrum op Kamp Soesterberg maakt onderdeel uit van het bestuurlijk akkoord dat Defensie samen met haar gebiedspartners heeft ondertekend. Het LCS wordt ontwikkeld met projectpartners Rhenus Logistics, Districon, DokVast, Volantess en Heembouw.
Markus Simons, Managing Director van Rhenus, voegt toe: “Vandaag markeert een inspirerend moment voor iedereen die betrokken is bij dit project. Het is voor ons een eer om samen met Defensie en onze partners aan een state-of-the-art logistiek centrum te werken. Een centrum dat inspeelt op de behoefte aan flexibiliteit en schaalbaarheid binnen de defensielogistiek. Het LCS zal bijdragen aan een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, voorbereid op de uitdagingen van morgen.”
Het nieuwe pand neemt een oppervlakte van circa 6 voetbalvelden in beslag.
Europa wil gezamenlijk militaire capaciteiten op zee en in de lucht versterken
Europese landen willen de onderlinge militaire samenwerking versterken. Dat moet onder meer gebeuren op maritiem gebied, in de luchtverdediging en bij het kunnen detecteren van bewegende doelen. Minister Ruben Brekelmans heeft daarvoor 3 zogenoemde intentieverklaringen getekend. Dit gebeurde 19 november na afloop van de Raad Buitenlandse Zaken Defensie in Brussel.
Brekelmans: ‘‘In het belang van onze eigen veiligheid hebben we een sterke NAVO nodig, met daarbinnen meer Europese samenwerking. Europese landen moeten samen een grotere bijdrage leveren aan onze veiligheid. Dit vraagt om meer samenwerking met onze bondgenoten. De vandaag getekende intentieverklaringen zijn een stap in de goede richting en gaan ons hierbij helpen.’’
Letter of intent
De eerste zogenoemde Letter of Intent betrof een samenwerking in het maritieme domein. Voor de Noordflank van de NAVO is een goede bescherming en verdediging van en op zee van groot belang. Daarnaast neemt de dreiging op de Noordzee toe. Daarom verenigen de lidstaten hun krachten. Dat gebeurt bij het zoeken naar toekomstbestendige vaartuigen en nieuwe modulaire wapensystemen.
De tweede intentieverklaring richt zich op luchtverdediging. Innovaties als dronezwermen zijn een grote bedreiging voor de NAVO en dus ook voor Nederland. Met nieuwe technologie willen de lidstaten de dreigingen het hoofd kunnen bieden.
Het ontwikkelen van loitering ammunition vormt een grote prioriteit voor de NAVO. Denk bijvoorbeeld aan drones die bewegende doelen kunnen detecteren. Met de explosieve lading aan boord zijn de systemen in staat na detectie een doel uit te schakelen. Reden voor de lidstaten van de European Defence Agency om nog een derde intentieverklaring te tekenen, bedoeld om deze capaciteit gezamenlijk te ontwikkelen.
Steun en gevechtsgereedheid
In Brussel is door de EU-ministers van Defensie verder gesproken over de Annual Review on Defence. Dit rapport geeft inzicht in belangrijke trends op het gebied van defensie-uitgaven, -planning en –samenwerking. De landen kijken samen waar als collectief capaciteiten zijn te ontwikkelen, waar praktische kansen liggen en waar verder onderzoek mogelijk is.
Ook is in een werksessie gesproken over de militaire EU-steun aan Oekraïne. Onderwerp was onder meer het Oekraïense overwinningsplan, in aanwezigheid van secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte en de Oekraïense minister van Defensie Roestem Oemjerov. Bij een andere werksessie lag de nadruk op defensieparaatheid, ofwel European defence readiness. De lidstaten bogen zich daarin over kwesties rondom civiele en militaire weerbaarheid.
1.000 dagen oorlog: Nederland levert nieuwe luchtverdedigingssystemen aan Oekraïne
Oekraïne heeft nieuwe luchtverdedigingssystemen ontvangen van Nederland. Die moeten het land helpen zich te verdedigen tegen Russische luchtaanvallen. De levering heeft een waarde van €88 miljoen, bekostigd door Nederland. Daarnaast zet Nederland verdere stappen in de ontwikkeling van drones voor Oekraïne. Dit betreft aanvalsdrones, mede als reactie op de Noord-Koreaanse betrokkenheid.
Dat kondigde minister van Defensie Ruben Brekelmans aan tijdens de Raad van Buitenlandse Zaken voor de ministers van Defensie van EU-landen, bijeen in Brussel op 19 november.
“Vandaag is het exact 1.000 dagen geleden dat Oekraïne grootscheeps werd binnengevallen door Rusland”, bracht Brekelmans in herinnering. “Inmiddels vechten ook Noord-Koreaanse soldaten op Europees grondgebied, een nieuwe escalatie. Dit komt bovenop de hulp die Rusland krijgt van Iran, China en Belarus. De luchtverdedigingssystemen heeft Oekraïne dan ook keihard nodig.”
Brekelmans schetste een beeld van de aangerichte vernietiging in Oekraïne, die hij zelf zag tijdens zijn bezoeken. Met de winter in aantocht probeert Rusland onder meer vanuit de lucht de Oekraïense energievoorziening uit te schakelen. Voor Nederland genoeg reden de bevolking te blijven steunen, zoals met de draagbare luchtverdedigingssystemen, inclusief raketten. Hiermee zijn drones, vliegtuigen en raketten uit te schakelen.
Drones
Nederland investeert enkele tientallen miljoenen in de ontwikkeling van geavanceerde drones, waaronder aanvalsdrones, om Oekraïne te helpen de jongste Russische escalatie van het conflict het hoofd te bieden. Noord-Korea heeft op verzoek van Rusland troepen gestuurd naar Rusland om te vechten tegen Oekraïne.
Sinds de invasie wordt al het mogelijke gedaan om Oekraïne bij te staan. Zo levert Nederland F-16’s, doneerde pantserhouwitsers, kocht tanks en munitie en gaf nog vele andere goederen. Zo wil Nederland, samen met partners, Oekraïne blijven voorzien van militaire steun.
Tot nu toe gaf Nederland voor €3,8 miljard aan militaire goederen aan Oekraïne. En er komt nog meer aan.
Snel en veilig delen militaire informatie stap dichterbij
Defensie gaat in zee met het Nederlandse bedrijf Technolution Prime voor de ontwikkeling van een zogeheten ‘security gateway’. Dat hebben beide partijen op 18 november contractueel vastgelegd. Het is een nieuwe stap binnen het krijgsmachtbrede programma Foxtrot.
De ‘security gateway’ draagt zorg voor een veilige koppeling van netwerken en informatieomgevingen met verschillende rubriceringsniveaus. Daardoor kan data veilig stromen tussen hoog en laag beveiligde omgevingen. Het koppelt systemen, eenheden en individuele militairen.
Middelen-mix
Foxtrot voorziet de komende jaren tal van eenheden van moderne informatie- en communicatiesystemen. Het gaat om zo’n 8.000 voertuigen, 3.500 militairen, 135 vaartuigen en 170 vliegtuigen en helikopters.
Die krijgen daarvoor een mix van militaire- en civiele transmissiemiddelen, passend bij hun manier van optreden. Daarnaast worden platformen uitgerust met bijbehorende IT-infrastructuur. Denk aan interne netwerken, intercomsystemen en ‘command and control’-applicaties.
Door een snellere verbinding onder verschillende omstandigheden en over grote afstanden valt veilig, sneller en slimmer te handelen dan de vijand. Eenheden kunnen vrijwel ‘real-time’ data delen, inzicht krijgen in de omgeving en vervolgens kiezen voor het juiste niveau van digitale camouflage.
De investering maakt een verregaande samenwerking tussen de operationele commando’s en andere krijgsmachten mogelijk. Ook legt het de verdere basis voor informatiegestuurd optreden.
Mariniers nemen Rapid Response Kit in gebruik
Geen vaste verbinding in een gebied, maar toch werken binnen de netwerken van Defensie? De Rapid Response Kit (RRK) maakt het mogelijk. De eerste operationele kit is onlangs overgedragen. De mariniers op Curaçao nemen het systeem nu in gebruik.
Op het eiland is de Rapid Response Kit een grote uitkomst. Het Caribisch gebied wordt met enige regelmaat getroffen door orkanen. Na zo’n natuurramp zijn basiscommunicatie en ‘situational awareness’ van groot belang. Daar helpt de RRK bij. Het is in essentie ‘Mobiele MULAN in een doosje’, dat je mee kunt nemen naar elk gebied.
De Rapid Response Kit wordt geleverd met 2 VOIP-telefoons en 2 RRK-laptops. Je kunt er tot 20 thin clients op aansluiten. Samen met een modern satellietsysteem kan de RRK je na een ramp binnen 10 minuten weer online brengen om departementaal vertrouwelijk te communiceren, zelfs als de lokale (telecom) infrastructuur beschadigd is.
Ondertussen zaten de ontwikkelaars niet stil. Ten opzichte van het prototype heeft de kit een metamorfose ondergaan. Zo is het systeem uitgerust met nieuwe hardware en passende koffers voor vervoer. Door een ander type batterijen kan de RRK mee op luchttransport. Ook zijn diverse fysieke componenten vervangen door virtuele routers. Daardoor is de kit nu een stuk lichter in gewicht.
Breed inzetbaar
De kit is ontwikkeld door het innovatiecentrum KIXS en het Joint Informatievoorziening Commando, beiden onderdeel van het Commando Materieel en IT.
De Directe Operaties besluit nu waar en wanneer de RRK wordt ingezet. De set biedt ook kansen voor hoofdtaak 2 en mogelijk ook hoofdtaak 1 in een later stadium.Denk hierbij aan de opstart en afbouw van een missie, waarin vaak slechts beperkte verbindingsmiddelen voorhanden zijn.
GrIT
Defensie werkt binnen GrIT aan de vernieuwing van de IT-infrastructuur van de krijgsmacht. Denk aan data-centers, netwerken, werkplekken en voorzieningen voor beheer en beveiliging. Daar is een XS-serverbox in ontwikkeling. Dit wordt de opvolger van de RKK, die nog breder inzetbaar is.