Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto kapitein Arthur van Beveren, Nederlands Instituut voor Militaire Historie, privécollecties
De eerste ongeleide raket in Nederlandse krijgsdienst
In de rubriek ‘Materieel van toen’ graaft Materieelgezien in de rijke historische inventaris van Defensie. Van iconische vrachtwagens en uniformstukken tot buitenissige wapens en vreemde proefballonnen. Ditmaal bekijken we de Honest John, Nederlands eerste raket met nucleaire capaciteit.
Met het nieuwe raketartilleriesysteem PULS beschikt de krijgsmacht na twintig jaar afwezigheid weer over zo’n krachtig artilleriewapen voor de lange afstand. De geschiedenis van de raketartillerie bij de Koninklijke Landmacht begint echter in 1959 met de komst van de ‘vrije raket 762 mm’, beter bekend als de Honest John. Het was tegelijkertijd het eerste nucleaire wapen van de Nederlandse krijgsmacht.
Conventioneel en nucleair
De raket werd begin jaren ’50 ontwikkeld als eerste Amerikaanse tactische nucleaire wapen en was een ongeleide raket. Vanaf de lancering kon de raket niet meer bijgestuurd worden, of beïnvloed door een vijand. De raket kon zowel worden uitgerust met een conventionele als nucleaire lading. De ruim acht meter lange raket was daardoor in staat een tactisch effect op het slagveld te bereiken waar normaalgesproken duizenden artilleriegranaten voor nodig waren. Troepen- en voertuigconcentraties, artillerieopstellingen, logistieke centra en commandoposten konden in een klap worden weggevaagd.
De bijnaam Honest John
Generaal-majoor Holger N. Toftoy stond aan het hoofd van de ontwikkeling van het geleide wapen-programma van de Verenigde Staten van 1945 tot 1952. Hij was ook de man die er voor zorgde dat onderdelen van de Duitse V-2-raket en een groot aantal Duitse raketgeleerden waaronder Wernhner von Braun naar de VS werden gehaald om daar te werken aan een eigen raketprogramma. Het is niet onwaarschijnlijk dat Duitse rakettechniek in de Honest John raket terecht is gekomen.
Bij de White Sands Proving Ground in New Mexico kwam general Toftoy een keer een lokale bewoner tegen die bekend stond om zijn onwaarschijnlijke verhalen. De man claimde echter dat hij in de omgeving toch echt bekend stond als ‘Honest John’. Het was precies de pakkende naam die Toftoy zocht voor de nieuw te ontwikkelen raket, waarover twijfels bestonden bij het Pentagon. De naam bleek een gouden greep die direct door artilleristen werd overgenomen.
Honest John naar Nederland
In het kader van het Mutual Defense Assistance Programme, waarvoor de Amerikanen honderden miljoenen dollars uittrokken, kwam het wapensysteem in 1959 beschikbaar voor NAVO-partners in Europa. Het ene na het andere land kreeg beschikking over het wapensysteem en ook Nederland kreeg nucleaire capaciteit. In oktober van dat jaar kwamen de eerste lanceerinrichtingen en bijbehorende voertuigen met de m.s. Kinderdijk van de Holland Amerika Lijn aan in Rotterdam. Er was minimaal maatschappelijk verzet tegen de verwerving van deze atoomwapens. Alleen uit communistische hoek klonken protesten. Het havenpersoneel in Rotterdam was opgeroepen het schip niet te lossen, maar dit werd door hen volgens krantenberichten ‘volkomen in de wind geslagen’.
Beest van een wagen
“Het was een beest van een wagen”, vertelt oud-chauffeur Frits Koolschijn over de International 6x6 5-tons vrachtwagen M139D die de raketlanceerinstallatie droeg. “Je ging altijd met de Marechaussee de weg op, want je was drie meter breed en de lanceerboom was 14 meter lang en stak ver boven en voor de cabine uit. Je had altijd veel bekijks.” Frits had van huis uit een groot rijbewijs en mocht voor zijn diensttijd begin 1975 naar de zware chauffeursopleiding op de Kromhoutkazerne in Tilburg waarna hij op de raketlanceerauto werd geplaatst. “Wij als chauffeurs deden ook dagelijks onderhoud, het oliepeil checken, vloeistoffen nakijken. En tijdens en na het rijden de wielmoeren aantrekken, want die raakten los tijdens het rijden.”
“Ik had het niet willen missen. Je kreeg een goede opleiding en snel veel verantwoordelijkheid. De eenheid was heel hecht, er heerste een groot groepsgevoel. Niet elke dienstplichtige kwam bij de Honest John-batterijen terecht. Ik had geen bezwaar tegen de nucleaire taak. Wij dachten toen dat de Russen ons met een overmacht zouden aanvallen. Dan had je deze raketten gewoon nodig.”
Hele verantwoordelijkheid voor 20-jarige
Willem van der Hulst werd in de zomer van 1965 als kersverse wachtmeester der artillerie bij de 19e Afdeling Veldartillerie geplaatst. “Ik was raketspecialist en later groepslanceercommandant. Dat vond ik een hele verantwoordelijkheid voor een 20-jarige. Technisch onderlegd was ik nooit geweest maar nu moest ik in staat zijn om een raket gereed te maken voor de conventionele en nucleaire taak. Voor een lancering moest ik de bedrading van de raket doormeten. Samen met mijn plaatsvervanger gingen we verder een hele controlelijst af. Check, check, check. Als een raket niet voldeed aan de eisen ging de lancering niet door. Werkten we met nucleaire oefenladingen dan stond er een Amerikaan naast me. Die was eindverantwoordelijk dus die controle ging heel nauwgezet.
Het was een bijzondere tijd met veel kameraadschap. Vanwege onze nucleaire taak kwamen er regelmatig inlichtingenjongens langs die je bevraagden over je politieke richting en hoe je in het leven stond. Ze wilden zeker weten dat er geen saboteurs met de Honest John werkten.”
Opbouw batterij
Speciaal voor de invoering van de Honest John werden bij de legerkorpsartillerie twee nieuwe afdelingen veldartillerie ingedeeld. 109 en 119 Afdeling Veldartillerie bestonden elk uit een stafverzorgingsbatterij en een lanceerbatterij met vier lanceerinrichtingen. Twee gemengde artillerieafdelingen (19 en 49 Afdeling Veldartillerie) met elk twee lanceerinrichtingen en een batterij (gemechaniseerde) houwitsers kwamen bij de parate divisies terecht. De raket werd verschoten vanaf de International M139D lanceerauto. Voor het vervoer van de raketten werden 3-tons Dorsey-aanhangers gebruikt die werden getrokken door M41 en M55/M78A1 5-ons vrachtwagens. Een M62 takelwagen hees de raket van de aanhanger op de lanceerauto. De windmeetuitrusting werd vervoerd met een Fruehauf M101 ¾-tons aanhangwagen.
Bekijk de Honest John in Nederlandse dienst
Amerikaanse controle
Met het Amerikaanse systeem en de voertuigen kwamen ook de Amerikaanse militairen die zich bemoeiden met de Nederlandse Honest John-eenheden. Niet bij conventionele inzet maar wel wanneer er getraind werd voor nucleaire inzet. De nucleaire raketkoppen lagen opgeslagen bij Darp, waar menig Nederlands militair ‘Sitewacht’ heeft gelopen. Bij het vervoer en de inzet hielden Amerikaanse militairen als eindverantwoordelijken toezicht op de handelingen van de Nederlandse artilleristen.
Einde Honest John
De rakettechniek had zich sinds de jaren ’50 enorm ontwikkeld. Het maximale bereik van de Honest John was veertig kilometer waardoor zij relatief dichtbij de frontlinie moesten worden opgesteld. Technisch en tactisch was het wapensysteem toe aan vervanging. In 1973 besloot de Nederlandse regering in navolging van de VS en andere NAVO-landen de Honest John te vervangen door de nieuwe Lance-raket waarvan de dracht drie keer zo groot was. Bovendien was het wapen makkelijker te bedienen en was het door de gemechaniseerde lanceerinrichting veel mobieler in het terrein. In eerste instantie werd alleen een conventionele versie van de Lance gepland, maar in 1978 besloot het kabinet Van Agt, waarin de progressieve partijen ontbraken, om alsnog voor de ‘dual capable’ variant te gaan, die ook nucleaire ladingen kon dragen. Met het laatste Honest John-schot in datzelfde jaar werden ook de twee bijbehorende afdelingen veldartillerie opgeheven. De Nederlandse krijgsmacht ging met de Lance een nieuw tijdperk in. Eind jaren 80 volgde de aanschaf van het MLRS-systeem dat dienst deed tot 2004. Daarmee kwam tijdelijk een einde aan de raketartillerie binnen de landmacht. Die capaciteit is dus nu weer terug. Maar ditmaal zonder nucleaire capaciteit.
Opstellen was precieze klus
Henk Scheper tekende in 1973 als Technisch Specialist voor vijf jaar bij de landmacht en werd als chauffeur geplaatst bij een Honest John lanceerwagen van de 119e Afdeling Veldartillerie. “Natuurlijk was het een enorm ding en we ging ook nooit zonder begeleiding van de Marechaussee op pad. Hij zoop ook benzine. Maar hij was best comfortabel en had stuurbekrachtiging. Dat was een enorm verschil met de DAF waar ik rijles op had gekregen! Ook zat er een kacheltje in.”
Dat Scheper goed voor zijn voertuig, de A31, zorgde, bewijst de chauffeursspeld die hij heeft gekregen. “Het viel op als je voertuig tijdens inspecties er uitstekend uitkwam. Ik was zuinig op mijn wagen, en haalde er plezier uit om netjes te werken en hem schoon en inzetbaar te houden.” Ook tijdens de inzet zelf streefde Scheper perfectie na. “Het opstellen van het voertuig op de lanceerpositie was een precieze klus. Ik zette de truck zo strak mogelijk neer om de lanceerinrichting zelf zo min mogelijk bij te hoeven stellen. Dat kon ten koste gaan van de precisie. Voor het uitrichten had je een ringetje voor op de wagen die je in een lijn moest krijgen met een punt in het veld, maar ik deed het meestal op gevoel.”
Na oefeningen in Duitsland was de dummyversie van de Honest John-raket ook een perfect smokkelmiddel, herinnert Scheper zich kostelijk. “Je kon de kop helemaal volstoppen met flessen drank en gecontroleerd werd hij niet!”
Een rijsttafel voor het team
De vader van Jeffrey Middel was KNIL-militair geweest en ook Jeffrey koos voor het krijgsvak. Na de Koninklijke Militaire School, een artillerie-opleiding en een ‘cursus wachtmeester opzichter ballistische raket’ kwam hij in maart 1975 terecht bij de 109e Afdeling Veldartillerie. Als beroeps had hij een aantal dienstplichtigen onder zich en hij zag het als een sport om van al die verschillende karakters een goed samenwerkende eenheid te smeden. En ook de afstand tussen de rangen wilde hij verkleinen. “Mijn chauffeur-lanceerinrichting was mijn maatje. Korporaals, TS’ers, onderofficieren en officieren wilde ik bij elkaar hebben. We moesten het samen doen.” Dat lukte Middel door een saamhorigheidsmoment tijdens een lange drieweekse oefening in Duitsland te organiseren. “Ik trommelde een paar collega’s op en samen hebben we rijsttafel geserveerd. Samen koken, dat gaf de verandering. Want ik vond dat de kanonnier, als ik iets fout deed, zou durven zeggen: ‘Wachtmeester, dat gaat niet goed’.”
Als stukscommandant moest Middel ervoor zorgen dat de drill door zijn kanonniers goed werd uitgevoerd. Vooral het stelling nemen en juist richten van de lanceerinrichting en raket vereisten aandacht. In Duitsland werd scherp geschoten en het Fire Record Book behorende bij de lanceerinrichting ‘Condor’, dat de voormalig wachtmeester al die tijd heeft bewaard, laat een bijzonder moment zien: de handtekening voor het laatste schot met de Honest John, op 29 mei 1978. “Misschien kregen wij het laatste schot omdat we zo goed op elkaar waren ingespeeld.”