DMO scoort goed in onderzoeken

De coronacrisis brengt een nieuwe dynamiek met zich mee, ook voor de medewerkers en het werk van de Defensie Materieel Organisatie. Vanaf maart ging iedereen zoveel als mogelijk vanuit huis aan de slag. “Voor de 1 een zegen, voor de ander een uitdaging en alles wat daar tussen in zit”, constateert directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard. Samen met de voorzitter van de Defensieonderdeels Medezeggenschapscommissie (DMC), Jan Vermeulen, zoekt hij in een 2-gesprek naar wegen om ervoor te zorgen dat iedereen ‘aan boord’ blijft. “Deze 2ecoronagolf hakt er bij onze mensen hard in”, constateert admiraal De Waard.

In het algemeen gaat het bijzonder goed met de DMO-populatie. Zo zijn recent de positieve resultaten van het defensiebrede periodieke M3 belevingsonderzoek gepresenteerd. De DMO scoort binnen heel Defensie het hoogst op onder meer tevredenheid (86%), intentie om te blijven (79%), loopbaankansen (67%) en vertrouwen in de toekomst (77%). 

En deze trend is niet eenmalig. Ook in het specifiek voor DMO gehouden brede Werkblikonderzoek (2019) was de uitkomst positief. Dat was een aantal jaren geleden, onder invloed van de bezuinigingen en reorganisaties, een geluid dat nauwelijks te horen viel. “We zijn lang niet trots geweest op ons werk. Dat is nu wel anders. Ook de samenstelling van het personeelsbestand van de DMO is veranderd. Werden we vroeger wel een vergrijsde organisatie genoemd, nu is de verjonging duidelijk ingezet”, aldus de Directeur DMO. “En vergis je niet: Iedere collega, van 18 tot 67, is mij even lief. Maar een organisatie met een mooie mix van jong en oud, van ervaring, nieuwe inzichten en durf, die zet echt in op de sociale innovatie waar ik al heel lang op hamer. Al met al zijn we een defensieonderdeel dat heeft laten zien echt in staat te zijn om die onmisbare bijdrage te leveren aan de vrede en veiligheid. En als je de onlangs gepresenteerde Defensievisie 2035 leest, dan komt daaruit naar voren dat in toekomst er alleen nog maar een groter beroep op de DMO zal worden gedaan.”

Directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard

Grote deelname Werkblik

Het meest verheugend vinden admiraal De Waard en Jan Vermeulen het grote aantal deelnemers aan de (anonieme, red.) enquête van Werkblik: zo’n 75% van de medewerkers bij de DMO heeft de tijd genomen het onderzoek in te vullen. “Dat is echt een geweldige respons”, zegt de directeur. “De uitkomsten zijn ook prachtig. Er is weer vertrouwen in de toekomst. Zeker als je weet waar we vandaan komen, dan ben ik heel blij waar we nu staan. Het is een steun in de rug. De schwung zit er weer in. Dat betekent trouwens niet dat we nu achterover kunnen leunen; er komen nog veel uitdagingen op ons af.”

1 ervan is zeer actueel. Jan: “Een gevaar is dat we door het thuiswerken en online vergaderen, onthechten. Juist nu een flinke meerderheid van onze medewerkers heeft aangegeven dat het vertrouwen in de organisatie groot is. Dat is heel belangrijk, want het betekent dat je elkaar ook durft en kunt aanspreken als je iets dwars zit. We dreigen nu van elkaar te vervreemden en dat geldt zeker voor de collega’s die dit jaar nieuw zijn binnen gekomen. Je zal maar in een digitale vergadering zitten en je kent niemand.” Goede personeelszorg is dus juist nú essentieel, benadrukken beiden. “Dat is veel meer dan het beschikbaar stellen van geld voor de aanschaf van spullen om verantwoord te kunnen thuiswerken”, valt Jan Vermeulen met de deur in huis. Dat iedereen na deze crisis weer naar zijn kantoorwerkplek afreist, is een illusie, schetst de voorzitter DMC. “Dat willen we ook niet meer.”

Je zal maar in een digitale vergadering zitten en je kent niemand.”

Werk anders inrichten

Er zal een goede combinatie van het oude en het nieuwe werken moeten worden gevonden. Jan: “De balans werk-privé stond al langer onder spanning door de hoge werkdruk bij de DMO. We worden door deze situatie wel gedwongen ons werk anders in te richten.” Het is zoeken naar de juiste balans, vult admiraal De Waard aan. “Ik heb de heilige graal daar ook niet voor. Thuiswerken als het kan, naar kantoor of de werkplek als het moet; en het bewust investeren in het persoonlijke contact, daar zal het grofweg op neerkomen. Dat vraagt om meer aanpassingen dan van de medewerker alleen. We zullen onze werkplekken en kantoren anders moeten gebruiken. Met het denkwerk zijn de directies Personeel en Organisatie (P&O), Bestuur & Bedrijfsvoering (B&B)en onze innovators van MIND (Military Innovation by Doing) aan de slag. Dat gaat vast uitmonden in mooie initiatieven.”

Jan Vermeulen.

Waarderingskaarten met postzegel

Om elkaar op te zoeken en te waarderen is in deze bijzonder tijden 1 initiatief al concreet uitgewerkt. Alle DMO-ers ontvingen onlangs chocolade duimpjes en 5 zogenoemde waarderingskaarten: 1 kaart met een persoonlijke boodschap van de directeur en 4 kaarten mét postzegel om te versturen aan een collega. Admiraal De Waard: “We zetten onze mensen centraal. Dat zég ik niet alleen, we leggen het ook vast in een strategisch personeelsplan (SPP) en we zijn er mee aan de slag. Kennisbehoud en kennisoverdracht vormen belangrijke speerpunten in ons SPP.” 

Admiraal De Waard: “De komende tijd vertrekt een groot deel van onze oudere en dus zeer ervaren collega’s die van hun welverdiende pensioen gaan genieten. De garde daaronder moet het stokje volledig overnemen. Dat doen we met het SPP: zorgen dat je op de toekomst bent voorbereid. Het is mooi om te zien dat de handschoen ook wordt opgepakt. Zo komt een club als Jong DMO met vele initiatieven en ideeën. Dat SPP is dus niet bedoeld voor een diepe bureaula. We voeren dat echt uit door vergezichten te vertalen in concrete kleinere stappen. Met de stip op de horizon sturen we vervolgens waar nodig bij. Deze veranderingen vragen ook weer om nieuw leiderschap, omdat ons werk en onze medewerkers veranderen. We zijn al innovators, een voorloper in techniek en de druk om onszelf continu door te ontwikkelen neemt alleen maar toe.”