Tekst Bert van Elk
Foto Louis Meulstee

DPO: Snelle, veilige en ongestoorde levering

In juli 1995 leverde de Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) de eerste kerosine af op Schiphol via de splinternieuwe 12-duims-pijpleiding (ongeveer 28 centimeter in doorsnee). Een kwart eeuw verder is zo'n 48 miljard liter kerosine naar de luchthaven gepompt via de leidingen van het Central Europe Pipeline System (CEPS). 

Waarnemend hoofd Operatiën Sebastiaan Helmons: "Wij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit die binnenkomt, verzorgen het transport en leveren de kerosine af aan de poort van een vliegbasis of bij Schiphol."

Het ‘zilveren’ jubileum is voor het bedrijf van de Defensie Materieel Organisatie een beetje geruisloos gepasseerd. De coronacrisis gooide roet in het eten voor een passende viering, hoewel het personeel bij de DPO wel op gebak getrakteerd is. De afname van kerosine is ingestort en hoewel het aantal vluchten op Europese bestemmingen al bijna op het oude niveau zit, blijft het intercontinentale luchtverkeer nog ver achter. 

Het CEPS is volgens directeur Marcel van Agten een militair pijpleidingnetwerk, dat ook voor civiele instanties wordt gebruikt. "Doet zich de militaire noodzaak voor, dan vervallen de civiele contracten onmiddellijk en wordt het netwerk voor de NAVO ingezet."

‘Doet zich de militaire noodzaak voor, dan vervallen de civiele contracten en wordt het netwerk voor de NAVO ingezet’

Civiel gebruik

"Het CEPS is een militair pijpleidingnetwerk, dat ook voor civiele instanties gebruikt wordt", legt directeur Marcel van Agten uit. "Doet zich de militaire noodzaak voor, dan vervallen de civiele contracten onmiddellijk en wordt het netwerk voor de NAVO ingezet." 

Behalve de kerosine voor de vliegbases en Schiphol levert het 'Nederlandse' deel van het CEPS ook aan de buurlanden België en Duitsland, van waaruit ook aan de Brusselse luchthaven Zaventem, het Duitse Frankfurt en op termijn mogelijk ook de nieuwe luchthaven van Berlijn wordt bediend. "Daar heeft iedereen voordeel bij", aldus Van Agten. "Civiel medegebruik drukt de kosten, het systeem wordt gebruikt en onderhouden en het personeel getraind." Door het leidingnetwerk in Nederland stroomt nagenoeg alleen kerosine; in andere landen daarentegen ook andere fossiele brandstoffen. De capaciteit van de hoofdleiding is goed voor 550 kubieke meter brandstof per uur, vergelijkbaar met 17 grote tankauto's.

1 ding moet volgens waarnemend hoofd Operatiën Sebastiaan Helmons duidelijk zijn: DPO is geen eigenaar van de kerosine. “Wij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit die binnenkomt en het transport en leveren de kerosine af aan de poort van een vliegbasis of bij Schiphol. Aircraft Fuel Supply Amsterdam, eigendom van KLM en brandstoffenproducenten, zorgt ervoor dat de kerosine op Schiphol bij de pier komt. Wij zijn slechts de transporteur van de kerosine tot de poort." 

Milieudeskundige Myra Kievit: "Iedereen was destijds blij met de levering aan Schiphol via een pijpleiding. De luchthaven wilde een snelle, veilige en ongestoorde levering van kerosine. De gemeenten op de route naar Schiphol wilden van de tankwagens en -schepen af."

'Al die tankauto's en schepen met kerosine zorgden voor een enorme verkeersdrukte en veel milieurisico's op land en water'

Beter voor het milieu

"Iedereen was destijds blij met de levering aan Schiphol via een pijpleiding", weet milieudeskundige van DPO, Myra Kievit. "De luchthaven wilde een snelle, veilige en ongestoorde levering van kerosine. De gemeenten op de route naar Schiphol wilden van de tankwagens en -schepen af: een enorme verkeersdrukte en veel milieurisico's op land en water.”

Het DPO-laboratorium dat toeziet op de kwaliteit van de geleverde kerosine, is sinds enige tijd ISO 17025 geaccrediteerd. "Dat lab is geen overbodige luxe, want de kwaliteit van de geleverde kerosine móét constant zijn", legt Helmons uit. "Die moet binnen een bepaalde bandbreedte vallen. Wij zijn verantwoordelijk voor wat er uit de pijpleiding komt. Het komt wel eens voor dat we een levering moeten terugsturen naar de raffinaderij.” 

Het netwerk wordt 24/7 door het DPO-personeel in de gaten gehouden. (archieffoto)

Versailles en Den Haag

Het leidingnetwerk van de Rotterdamse raffinaderijen naar Schiphol is niet de hoofdreden van het bestaan van het CEPS. Dat werd eind jaren 50 aangelegd door de NAVO om zeker te zijn van een ongestoorde toevoer van brandstof naar vliegbases en een eventueel front in Europa. Na voltooiing van het netwerk in 1958 is het systeem door de NAVO in gebruik en onderhoud gegeven aan de landen waarin het leidingnetwerk ligt.

Voor de aansturing heeft de NAVO het CEPS Program Office in Versailles ingericht. Het eigendom is overgedragen aan de landen (Host Nations) Nederland, Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk. 

De Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) - ooit de Defensie Olie Centrale – telt zo’n 100 medewerkers. 60 van hen vervullen operationele functies, de anderen vormen de ondersteuning. Den Haag is tot volgend jaar de standplaats, maar daarna werkt iedereen vanuit het grote depot van de DPO in Pernis. Daar bevindt zich ook de controlekamer, het hart van het systeem. Overige pompstations staan op verschillende plaatsen in Nederland. Het personeel van de DPO is in dienst van Defensie, maar wordt aangestuurd door het hoofdkantoor in Versailles.

Aanleg van het leidingnetwerk van DPO in Friesland. (archieffoto)

Meer weten over de DPO? Lees hier terug in de Materieelgezien: 

https://magazines.defensie.nl/materieelgezien/2016/09/mg201609dpo

https://magazines.defensie.nl/materieelgezien/2019/02/08_mg201902dpo

https://magazines.defensie.nl/materieelgezien/2014/02/pijpleiding

Personeel van DPO onderhoudt het CEPS. (archieffoto)