10

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 05

Spierpijn, blauwe plekken en een grote grijns

Tekst Evert Brouwer
Foto Herman Zonderland en sergeant Cinthia Nijssen

Jong DMO als 2-daagse mariniers

“Zorrug dat je d’r bij kompt”, zong Tom Manders, alias Dorus, in de jaren 60. Daar kwam dan nog eens “bij de marine” achteraan en dat klinkt Jong DMO als muziek in de oren. 26 nieuwe collega’s trokken onlangs de stoute schoenen aan voor een 2-daagse training bij het Korps Mariniers op Texel. Onder de noemer ‘Marine Experience’ kregen de bureautijgers het aardig voor de kiezen. Iedereen haalde de eindstreep, maar dat ging zeker niet zonder slag of stoot.

Brieneke van Leeuwen-Valstar

Het begon allemaal zo lekker rustig met een bezoek aan de Dienst Materiele Instandhouding van de marine in Den Helder en een tochtje met de FRISC naar het Noord-Hollandse eiland. Toevallig de geboorteplek van bestuurslid Peter Heijnen. “Het idee komt echter van Ferdinand Peters. We wilden al een tijdje met Jong DMO iets sportiefs doen, wat tevens bindt. We konden kiezen tussen een 1-daagse amfibische cross of een 2-daags bootcamp. De keuze was snel gemaakt. De inschrijving was ook zo vol. Vandaar dat maar 3 van de 7 bestuursleden zijn meegegaan, anders hadden we teveel plekken bezet.”

In de groene overall klaar voor wat gaat komen, denken ze…
Luisteren! Instructie kan van levensbelang zijn.

Voorligsteun

Op Texel ging het meteen van 0 naar 100. Diverse fysiek en mentaal zware opdrachten. Peter en medebestuurslid Brieneke van Leeuwen-Valstar roemen de beide instructeurs van het Korps Mariniers, de adjudanten Driessen en De Haan. “Zij weten precies tot hoe ver je kunt gaan om het toch leuk te houden. We hebben heel vaak in de voorligsteun gelegen omdat we iets te langzaam of verkeerd deden. Maar dat werd nooit te gek.”

Werk aan de winkel! De Jong DMO’ers moeten samenwerken om de boogtenten goed en snel op te zetten.
Dat ging niet snel genoeg, dus voorligsteun!
Peter Heijnen.

Het gaat om snelheid, leiderschap en communicatie”, concludeert Brieneke. “Maar bij de groepen waren nog wel eens wat veel kapiteins op het schip. De instructeurs vonden dat typisch horen bij een groep als de onze: Iedereen heeft een mening en laat dat horen ook. Met jonge militairen maken ze dat haast nooit mee.” Het ging dus van het opzetten van de boogtenten, vervoeren van een ‘gewonde’ tot aan het navigeren in een rubberbootje. “Een van de deelnemers zei: 'Ik heb blauwe plekken en spierpijn, maar ook een grote glimlach'”, weet Peter.

Sjouwen met een ‘gewonde’. Hoe krijg je het slachtoffer veilig naar de verbandplaats?

Brander

En het eten? Gewoon het 24-uurs gevechtsrantsoen van de mariniers. De grootste uitdaging daarbij was misschien wel het in elkaar zetten van de gasbrander om het eten op te warmen. “Een onmogelijk apparaat”, vindt Peter. “De marinier die ons een demonstratie gaf, zei: 'jullie hebben flink doorgeleerd, maar zoiets als dit hebben jullie nog niet gehad. We hebben er dan ook melding van gedaan tijdens ons bezoek aan directeur DMO vice-admiraal De Waard.'”

Mariniers zijn niets voor niets zeesoldaten, dus met de rubberboot naar het water.
Varen, maar waarheen?

Leuk

Al met al was het dus een waardevolle ervaring voor de deelnemers. “We gaan hier zeker mee verder, want op deze manier leer je de organisatie meteen goed kennen en ervaar je ook meteen welke gevolgen ons werk op een eenheid als het Korps Mariniers heeft”, zegt Peter. “We gaan eens kijken waar we volgende keer terecht kunnen komen, want het is leuk en je leert ook nog eens wat.”