Tekst Jack Oosthoek
Foto Herman Zonderland

“We kunnen het niet meer alleen”, is een veelgehoorde kreet binnen de Defensie Materieel Organisatie. De intrede van de term Gouden Driehoek geeft aan dat Defensie, kennisinstituten en industrie samen moeten optrekken om het beste, meest innovatieve materieel te verwerven voor Defensie. Voor de rubriek In Bedrijf bezoekt Materieelgezien een bedrijf of kennisinstituut dat zaken doet met DMO. Dit keer drone-expert Delft Dynamics. Een even aparte als kleine vogel. 

Wie drones maakt heeft de toekomst. 10 Jaar geleden een nog relatief onbekend fenomeen; tegenwoordig snorren ze bij wijze van spreken om je oren. Het belang van drones stijgt. Zowel civiel als militair. Defensie realiseert zich dit en vindt de weg naar Delft Dynamics, in 2002 opgericht door 4 ingenieurs luchtvaart en ruimtevaarttechniek. Het bedrijf huist in het volop ‘high tech’ ademende gebouw van de Technische Universiteit.

Een van de eerste drones van Delft Dynamics, de RH1 robothelikopter uit 2005.

Aandachtig toeschouwer

Delft Dynamics (8 personeelsleden) gaat geen zee te hoog. Het produceert niet alleen drones, maar doet ook mee aan het project RocketDrone van zakenpartner T-Minus Engineering. Een circa 2 meter lange raket die een (ingeklapte) drone naar een operatiegebied vervoert. Medio april suist het 1e exemplaar vanaf het Artillerieschietkamp de hemel in. Met Defensie als aandachtig toeschouwer. Waarom een drone op eigen kracht naar een missiegebied laten vliegen? Per raket scheelt tijd en vooral energie, luidt de filosofie van T-Minus Engineering. Een technisch mankement aan een remparachute gooit roet in het eten. Toch kijkt Delft Dynamics redelijk tevreden terug op de test. Die levert vitale informatie op. Op naar het volgende defensie-experiment. Vorige maand levert Delft Dynamics 2 RH4 Spyder multicopters aan de Koninklijke Marine. Vliegend boven land en zee verzamelen ze informatie. Handig met het oog op mijnenbestrijding, reddingswerk, amfibische operaties.  

Waarom een drone op eigen kracht naar een missiegebied laten vliegen?

Eén van de 4 oprichters van Delft Dynamics, Boris Langendoen, maakt een RH3 Swift klaar voor een testvlucht in het kader van het project NEREUS.

Van de grond

En zo groeit de defensie-ervaring van Delft Dynamics verder. Het eerste contact dateert van 2007. De krijgsmacht worstelt in missies met de dreiging van bermbommen (Improvised Explosive Devices; IED’s). ‘Kan een onbemande helikopter helpen bij het opsporen van IED’s?’, luidt de vraag aan Delft Dynamics. Dat ziet zeker mogelijkheden, ontwikkelt de al aan de politie geleverde RH2 Stern robothelikopter ‘door’ en voorziet die van de juiste sensoren. Met hulp van de Defensie Materieel Organisatie komt in samenwerking met de Task Force Counter IED een verder ontwikkelingsproject van de grond. In 2010 levert Delft Dynamics 2 robothelikopters aan Defensie. Om mee te experimenteren... Sindsdien spreken beiden elkaar regelmatig. Zo prees chief executive officer Arnout de Jong zijn waren aan bij commandant der Strijdkrachten luitenant-admiraal Rob Bauer en zijn plaatsvervanger luitenant-generaal Martin Wijnen. “Drones”, merkte De Jong, “zijn belangrijk voor Defensie. De innovatieafdelingen staan er voor open om onze projecten deels mee te financieren. Prettig, dat kunnen we niet helemaal zelf. Ook toont Defensie zich geïnteresseerd in onze technologie. Er komen veel ideeën naar ons toe.” 

Chief executive officer Arnout de Jong showt de SkySniffer.

Drones zijn belangrijk voor Defensie

Niet concurreren

Behalve Defensie rekent Delft Dynamics ook politie en brandweer tot zijn klanten, Rijkswaterstaat, de firma in sleepboten KOTUG, het petrochemische bedrijf Dow Chemical. Politie en Defensie uit de Verenigde Staten en Duitsland melden zich af en toe ook in Delft. “Nee”, onderstreept De Jong, “we doen geen zaken met particulieren. Wij willen niet concurreren op de massamarkt voor consumenten. Wij maken specifieke drones en die zijn vooral een zaak van overheid en bedrijfsleven.” 

Gerwin Voorsluijs, eveneens oprichter van Delft Dynamics, sleutelt aan een grondstation voor een drone.

‘We doen geen zaken met particulieren’

In eigen hand

Hoewel er zaken beter kunnen, zoals de marketing, twijfelt De Jong niet aan de toekomst van Delft Dynamics. “In het begin was het dóórzetten. Tegenwoordig verkeren we in de luxepositie om iets niet te doen. Heeft niets met arrogantie te maken, maar met ‘focussen’. Delft Dynamics wil niet te ‘breed’ bezig zijn en alles zoveel mogelijk in eigen hand houden. Dan blijft het werk overzichtelijk en kun je snel handelen. Technologisch zit het bij ons ook goed. Dat we al sinds 2002 met drones werken, geeft een voorsprong op andere bedrijven.”  

‘We verkeren we in de luxepositie om iets niet te doen’

Wat maakt Delft Dynamics?

In de werkplaats, annex laboratorium en hangar van Delft Dynamics, staat (een deel van) de dronevloot geparkeerd. Voilà: de RH3 Swift onbemande helikopter voor langdurige missies; de SkySniffer om verdachte gassen te detecteren; de DroneCatcher om ‘verboden’ drones van bijvoorbeeld smokkelaars te elimineren; de Naval long Endurance Robothelicopter Equipped for Unmanned Surveillance (NEREUS). In te zetten voor operaties vanaf schepen. De RH4 Spyder multicopter voor verkenningen. Sommige drones kunnen een ondergronds gangenstelsels of verdachte gebouwen ‘monitoren’. Of panden waarin bijvoorbeeld slachtoffers van een aardbeving liggen. Nog een snufje: de CyberSniffer-drone om telefoon en/of Wifi-signalen op te sporen. Delft Dynamics: men vraagt, wij draaien.  

Blik in de werkplaats annex laboratorium van Delft Dynamics.