Directeur De Waard blikt vooruit

Het is 2025. Oud-directeur van de Defensie Materieel Organisatie vice-admiraal Arie Jan de Waard loopt binnen bij zijn opvolger voor een kop koffie. Hij kijkt zijn ogen uit op de Kromhoutkazerne. De zogenoemde generatie X, waarvan hij zelf deel uitmaakt, heeft grotendeels plaats gemaakt voor millennials. Jonge mensen en technische innovaties zetten de toon de DMO, waar de grenzen tussen de verschillende generaties en afdelingen verder zijn vervaagd.

‘Eigenlijk gaat het hart-stik-ke goed’

De DMO staat aan de vooravond van een volgende fase, schetst admiraal De Waard het toekomstbeeld. Een nieuwe generatie medewerkers, steeds minder werk van achter het vaste bureau en een toenemende invloed van de automatisering. “Voor de goede orde: de strategische kaart zoals we die een jaar geleden hebben gepresenteerd, staat nog recht overeind. Zouden we die kaart vandaag anders inrichten? Waarschijnlijk wel. Maar na alle veranderingen binnen de organisatie moeten we nu vooral eerst rust zien terug te krijgen.”

‘Regels moeten dienend zijn, niet belemmerend’

Directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard: “De DMO kan niet achterover leunen.”

Klap

“Met ons bedrijfsplan, inclusief commanders intent, en die strategische kaart kunnen we voort. DMO stond er lange tijd niet goed voor, maar we zijn niet meer dat lelijke eendje. Doen we elke dag alles goed? Nee, natuurlijk niet. Maar onze klanten en de industrie zien dat we heel goed bezig zijn. Eigenlijk gaat het hart-stik-ke goed”, zegt hij, zijn argument ondersteund door een ferme klap op tafel.

Dat wil niet zeggen dat de DMO achterover kan leunen. Om de vaart erin te houden, maar ook vanwege de continuïteit van het beleid, blijft de directeur nog zeker twee jaar in deze positie. “De positieve flow waarin we nu zitten, moeten we voortzetten. In de MT-focus – de opvolger van wat we de Top 200 noemden – zijn het middenmanagement en DMO-raad in gesprek over waar we staan, welke dingen we met z’n allen moeten doen, en hoe we onze DMO in de vaart der volkeren vooruit kunnen krijgen. Daar wil ik de komende twee jaar samen met de DMO-ers mee aan de slag; om dat te verankeren, zodat het in het DNA van onze organisatie zit.”

Bij de MT-focus overlegt iedereen met iedereen.

‘DMO moet in deze snel veranderende wereld in staat zijn willen en kunnen te verbinden’

Jong DMO

Centraal punt blijft: DMO staat 24-7 klaar staan om het beste materieel en IT aan onze krijgsmacht te leveren, onderstreept admiraal De Waard. “En dat betekent niet alleen van achter het bureau. Kijk naar Jong DMO. Die zijn met z’n vijfentwintigen op bezoek geweest bij het Korps mariniers. Blijken de gasbranders haast onmogelijke apparaten. Ik kreeg van hen terecht de opmerking: hoe kunnen we nu zoiets kopen en nog belangrijker: daar gaan we iets aan doen!

Eén van de zorgen blijft het groot aantal reglementen en voorschriften. “Regels moeten dienend zijn, niet belemmerend. Control is daarbij beslist geen ‘vies woord’. Wij geven immers belastinggeld uit, dan dien je ook goed te kunnen uitleggen waaraan. Dat mag de organisatie ook weer niet vleugellam maken. Daaraan moeten we samen werken, niet vanuit de afzonderlijke afdelingen, maar vanuit een netwerkorganisatie.  De control en regels zodanig inrichten, dat ze hélpen. En dat gaat ons echt steeds beter lukken. De DMO-trein is niet meer te stoppen. Onder de vlag van de 4 R’en: Richting, Ruimte, Resultaat en Rekenschap. En daar hoort voor mij nog een vijfde ‘R’ bij: Relatie.”

Er is meer ruimte voor investeringen bij Defensie. DMO kan daarbij niet zonder de hulp van de industrie, zoals hier met Rheinmetall.

‘Onze strategische kaart staat nog recht overeind’

Groeipijn

“Kijk over de eigen grenzen heen, ga erop uit en maak de verbinding met de andere DMO’ers en onze omgeving. Je ziet dan heel tastbaar waar het goed gaat en waar we nog stappen hebben te nemen.” Liefst met de klant en de industrie, een combinatie die de D-DMO ‘ het gouden ecosysteem’ noemt. Het móét ook wel samen, weet admiraal De Waard. “Kijkend naar de toekomst: er wordt weer in Defensie geïnvesteerd. Maar we hebben ook te maken met een uiterst competitieve arbeidsmarkt en een nieuwe generatie. De bezuinigingen zijn hard aangekomen, maar groeien doet ook pijn. DMO moet in deze snel veranderende wereld in staat zijn willen en kunnen te verbinden. Dat betekent dat we sneller moeten bewegen. Wendbaarheid, adaptiviteit en tegelijkertijd robuustheid zijn daarin de belangrijkste eigenschappen. Daarin hebben wij als DMO de afgelopen jaren goede vorderingen gemaakt.” 

x
Druk op de + en de commanders intent klapt uit.

Defensie Materieel Organisatie

Visie Directeur DMO