Tekst Arno Marchand
Foto adjudant Arnoud Schoor
Lesvliegtuigen luchtmacht krijgen volledig digitale cockpit
Wie in de buurt van Woensdrecht woont, kent de zwart-gele lesvliegtuigen van de luchtmacht maar al te goed. Maar de 30 jaar oude PC-7’s waren hoognodig aan een modernisering toe om te voorkomen dat ze niet meer zouden kunnen vliegen. Na ruim 10 jaar wikken, wegen en vooral wachten op akkoord, zijn alle 13 nu voorzien van een digitale cockpit.
Na jaren van afwezigheid krijgt de luchtmacht in 1989 weer de beschikking over een vliegtuig voor de elementaire opleiding van jacht- en helikoptervliegers. De Zwitserse fabrikant Pilatus levert dan 10 PC-7’s, op dat moment een modern lesvliegtuig dat wereldwijd verkocht wordt. Het tiental groeit in 1997 met nog eens 3 stuks. Maar als je niets doet, wordt ook een vliegtuig vanzelf oud. De luchtmacht ziet dat in en schetst daarom al in 2004 de contouren van een moderniseringsprogramma om obsolescence, letterlijk vertaald de ouderdom van het toestel, te voorkomen. “Maar dat programma ging door alle bezuinigingen aan en weer uit”, geeft de projectleider van de Defensie Materieel Organisatie, luitenant-kolonel Cor van der Gaag, aan.
In de problemen
In de periode 2006-2009 worden wel enkele kleinere modificaties aan het toestel uitgevoerd. Maar soms staat een vliegtuig ook gewoon stil omdat er geen onderdelen zijn. Vooral de cockpitinstrumenten zijn een probleem.
Na een zoveelste bezuinigingsronde, zetten luchtmacht en DMO in 2012 een sprint in. “Dat moest ook wel echt, want we kwamen in de problemen”, zegt de luchtmachtoverste van DMO Projecten. “Het werd steeds moeilijker om onderdelen te repareren of om vervangende te kopen, want er is geen bedrijf meer dat meters en radio’s uit de jaren 80 maakt.”
Contract
Het CLSK stelt dan de wensenlijst op, DMO Projecten voert uit. Dus gaat Van der Gaag als projectleider de markt op: wie kan deze modernisering eigenlijk uitvoeren? Het blijkt alleen Pilatus te zijn, de oorspronkelijke fabrikant. In 2015 is er een contract voor het Obsolescence Prevention Program (OPP). De toestellen krijgen daarbij een volledig digitale cockpit. In mei 2016, slechts 8 maanden na contractondertekening, wordt het eerste vliegtuig in Zwitserland aangeleverd. “Het gaat om grote investeringen en ingrijpende verbouwingen. Je gaat niet even naar de Praxis. Ook voor Pilatus is het niet zomaar een project.”
Veilig
“Het zijn namelijk niet alleen een paar draadjes van een klok die aan een beeldscherm worden vastgemaakt”, zegt senior Engineer PC-7 Joost Vogel. “De kisten gaan bijna volledig uit elkaar en na modificatie moet alles gecertificeerd worden.” Dat gebeurt niet alleen door Pilatus. Elk vliegtuig in Nederland vliegt op basis van regelgeving. Voor de luchtmachtvliegtuigen zijn dat de Militaire Luchtvaarteisen, kortweg MLE’s. Die gelden niet alleen bij de bouw van een vliegtuig of helikopter, maar ook bij de verbouwing ervan. De Militaire Luchtvaart Autoriteit houdt daarop toezicht. De Zwitserse civiele equivalent FOCA, is door de Nederlandse erkend. “Zij hebben de certificering gedaan, zodat we zeker weten dat alles werkt, vliegveilig is en het geen gevaar voor de bemanning oplevert.”
Spanten en staart
Vanaf januari 2017 is Vogel bij ‘Jacht- en Lesvliegtuigen’ van de afdeling Wapensystemen betrokken bij het project. Een maand na zijn aantreden, op 11 februari moet het eerste toestel al vliegen. “Hoe modificaties uitpakken, kun je deels berekenen. Maar aantonen of het echt werkt, daarvoor moet je vliegen. Daar maak je certificeringsplannen voor: werkt alles onder alle omstandigheden. Omdat het vliegtuig nu toch al bijna geheel uit elkaar lag, hebben we preventief meteen een aantal spanten laten verstevigen en is het staartvlak vervangen. Alle aspecten spelen mee en moeten gecontroleerd worden. Dat gebeurt alleen met het eerste toestel. Als dat is gecertificeerd, geldt dat ook voor de 12 andere toestellen. Je certificeert namelijk een ontwerp, niet een enkel vliegtuig.”
Slimmer
Om het project bij Pilatus te volgen en begeleiden had Van der Gaag graag iemand permanent in het Zwitserse Buochs gehad. “Het ging niet alleen om het verbouwen van de vliegtuigen, maar ook de ontwikkeling en bouw van de simulator en flight trainer. Maar daarvoor was geen capaciteit en geld. Van de afdeling Toezicht Defensie Leveranciers zijn nu 4 man steeds om de beurt naar Zwitserland gegaan voor controle conform de opgestelde contracten. Dat kostte ook veel capaciteit, dus achteraf was het misschien toch slimmer geweest iemand daar permanent te plaatsen.”
Puntje
Het project zit erop, en dat tot ieders tevredenheid. “We hebben de laatste kist eind januari opgehaald en op 28 februari het project officieel afgerond”, zegt Van der Gaag. En met gepaste trots: “We zijn de enige luchtmacht ter wereld met een PC-7 in deze uitvoering. Maar, we hadden ook geen andere keuze vanwege de obsolescence.”