Tekst Jack Oosthoek
Foto Hans Roggen | Video: John van Lent
Europese primeur voor Defensie en TNO
“Ga je gang.” In de achtertuin van het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU) in Soesterberg, zet de licht bepakte majoor der mariniers Koen aan voor een lange spurt over de fonkelnieuwe testbaan voor militaire garderobe, de LEAP. Een primeur in Europa. Het Defensie Expertisecentrum Militair & Uitrusting en onderzoeksinstituut TNO bekijken de ‘run’ met arendsogen.
‘De LEAP-baan lijkt op een hindernisparcours voor honden’
Als een slangenmens worstelt Koen zich over het 10 hindernissen omvattende LEAP-parcours (Load Effects Assessment Program). Oranje pijlen geven de te volgen route aan. Overal sensoren om de broodnodige meetresultaten te verzamelen. Een instructeur rent met Koen mee. Dat is nodig om hem op het juiste pad te houden. Door snelheid en onbekendheid kan wat misgaan. En dan is de baan plotseling lang, héél lang. Na de ‘finish’ vult Koen een vragenlijst in. Hoofd Defensie Expertisecentrum Militair & Uitrusting (DEC M&U) luitenant-kolonel Hommersom (luchtmacht) en programmaleider Soldier Modernisation van TNO Arend Woering: “De LEAP-baan lijkt op een hindernisparcours voor honden. Maar nadat je hem gedaan hebt, zeg je: ‘dit is best zwaar!’ Zelfs een getrainde marinier krijgt zweetdruppels op het voorhoofd.”
Koen zet alle zeilen bij om het einde te halen. “Mijn hartslag is hoger dan normaal”, weet hij na afloop. “Met volle bepakking zal het nóg zwaarder zijn. Behendigheid, dáár komt het vooral op aan. Het is niet de bedoeling om hier compleet los te gaan. Dit is immers een testparcours.”
Antwoorden vinden
De LEAP-baan is bedoeld om na te gaan of de gevechtsuitrusting voor de operationele militair aan de eisen voldoet. En: wat is het effect ervan op zijn prestaties? Het samenwerkingsverband TNO en Defensie probeert op alle vragen een antwoord te vinden. Hommersom: “We meten de ‘interactie’ tussen uitrusting en persoon.” Woering: “Zo zorg je ervoor dat uitrusting optimaal aansluit bij operationele inzet en behoefte.”
‘De testen zijn bedoeld voor militairen die hun werk te voet doen’
Er is weinig dat niet door de LEAP-‘molen’ gaat. Kleding, schoeisel, sokken, gevechtsvest met of zonder ballistische bescherming, helm, gasmasker, CBRN-pak, koelvesten. “We sluiten niets uit”, benadrukken Hommersom en Woering. Dat wil zeggen: bijna niets. Zo blijft de vliegeroverall buiten schot. Defensievliegers stellen toch andere eisen aan kleding. “De testen zijn bedoeld voor militairen die hun werk te voet doen. Ergonomie speelt daar een essentiële rol bij”, leggen beide experts uit.
Eigen aanpak
Natuurlijk. Potentiële militaire outfits testen in een oefenterrein kan ook. Voordeel van de LEAP-aanpak is dat alle proeven op een eensluidende manier worden uitgevoerd. In ‘het veld’ kiest iedereen toch meer voor een eigen aanpak, weet Hommersom. “Objectieve metingen, die willen we. Dat neemt niet weg dat een subjectieve mening belangrijk is. Op een baan kun je niet alles testen. Zo willen we weten hoe een uitrustingsstuk aanvoelt bij een langdurige veldtest. Denk aan 3 weken. Daarvoor doen we een beroep op de operationele eenheden. Samen met hen willen we beoordelen welk uitrustingsstuk het meest geschikt is. Zonder hun inbreng lukt dit niet. Overigens werken we al samen, maar kan dit beter gestructureerd.”
‘We werken al samen, maar dit kan beter gestructureerd’
Snel vermoeide marinier
De inzet van Koen is een aardige symboliek voor de samenwerking in het LEAP-project. De officier van het Korps Mariniers werkt zelf bij het DEC M&U. Voordeel daarvan is misschien ook dat er vaak kan worden getest. Een snel vermoeide marinier? Die kans is te verwaarlozen, al is het maar omdat bijna niemand binnen ‘het Korps’ het zal toegeven.
Creatief parcours
De ontwerpers van het LEAP-project hebben hun creativiteit destijds onmiskenbaar de vrije loop gelaten. Een bochtige tunnel; trap op, trap af, slalommen, een ‘slachtoffer’ verslepen, door een hoog en groot raam klimmen, op verschillende plekken snel gaan liggen en zogenaamd schieten; over een schuine evenwichtsbalk lopen, tijgeren, munitiekisten van muurtje naar muurtje verplaatsen, een high jump met tennisballen. “Het is een interessant fenomeen”, vinden Hommersom en Woering.
‘Het is een interessant fenomeen’
Al 10 jaar op de markt
De Canadese firma HumanSystems Inc. bracht de LEAP-hindernisbaan circa 10 jaar geleden op de markt. De interesse van Nederland borrelde op tijdens bijeenkomsten van een NAVO-werkgroep. “Het bondgenootschap denkt veel na over de ontwikkeling van de uitrusting van de soldaat. Er wordt regelmatig informatie uitgewisseld”, vertelt Hommersom. Behalve Canada, de Verenigde Staten en Nederland, experimenteren Australië en Singapore met de LEAP-baan. Noorwegen en Zweden tonen interesse. De innovatieclub van de DMO, MIND (Militaire INovatie door Doen), heeft gezorgd voor financiering van het project in Soesterberg.”