Onze uitdaging
Onze minister schrijft in haar weblog van 13 november 2015 dat steeds meer mensen zich er terecht van bewust zijn dat Defensie een belangrijk houvast is in een wankele wereldorde. De regering zet dan ook in de begroting van 2016 de opwaartse lijn voor Defensie voort. Met het extra geld voor Defensie wordt vooral de basisgereedheid, het fundament, van de krijgsmacht versterkt. Ook schrijft ze dat we er nog niet zijn. Oftewel: ook de komende jaren zijn er nog belangrijke stappen te zetten.
Ik heb in de afgelopen weken velen van u gesproken. Ik ben onder de indruk van uw professionaliteit en betrokkenheid bij de krijgsmacht en in het bijzonder de DMO. U bent trots op wat u doet en vooral voor wie u het doet. Die houding inspireert mij zeer en motiveert mij om als D-DMO samen met u aan de slag te gaan om het nog beter te doen.
Ik merk ook dat de krijgsmacht – om met de woorden van onze minister te spreken – “er nog niet is”. Iedere dag is het weer een uitdaging om met de beschikbare middelen onze militairen goed te ondersteunen. Ik weet ook dat de top van onze organisatie hard werkt aan die belangrijke stappen voor de komende jaren.
Voor onze bijdrage aan die stappen heeft de DMO-raad in de afgelopen weken in de eerste plaats geïnvesteerd in haar optreden als team. Ook stonden we stil bij de ambitie van de DMO: wat is onze bijdrage aan de uitdagingen voor de krijgsmacht? Wij willen als raad kort en bondig op één vel papier samenvatten: waar staan we nu, wat is onze ambitie, waar willen we heen en wat gaan we daar concreet voor doen! Dit moet vooral tastbaar zijn en niet in mooie woorden blijven steken.
Deze aanpak gaan we in de komende weken als raad bij dwarsdoorsneden van u als bemanning van de DMO toetsen. Dit leidt op korte termijn tot een gezamenlijke DMO focus en aanpak waarmee wij nog beter kunnen bijdragen aan de stappen waarover onze minister sprak! Gezien uw enthousiasme en visie ben ik ervan overtuigd dat ons dit gaat lukken.
Vice-admiraal Arie Jan de Waard
Directeur DMO