Tekst Evert Brouwer
Foto Archief/Fokker

Samenwerkingsverband F-16 bestaat 40 jaar

Bob Fleuren

“Zonder elkaar hadden we het waarschijnlijk geen 40 jaar volgehouden.” Het hoofd sectie Fixed Wing Aircraft bij DMO, kolonel Marco Kievit, is duidelijk. Het achtste lustrum van het F-16 Multi National Fighter Program (MNFP) is ook een schoolvoorbeeld van de samenwerking in de gouden driehoek: die tussen Defensie/DMO, bedrijfsleven en kennisinstituten. Onlangs werd dit jubileum in het Belgische Leuven gevierd.

“We kunnen niet zonder elkaar”, constateert ook Bob Fleuren, directeur Business Development & Composites van Fokker. “Dat geldt niet alleen voor het verleden en het heden, maar ook voor de toekomst. De kennis die we de afgelopen jaren hebben opgedaan met de F-16 gaan we verder inzetten bij de F-35. Het afscheid van de F-16 is wat ons betreft dus geen vaarwel, maar het biedt nieuwe kansen. De goede contacten die we al 10 jaar met DMO hebben, blijven dus wat ons betreft onveranderd. Dat geldt voor meer partners in de samenwerking.”

Commodore Richard Laurijssen woonde het jubileum bij.

Kennis

Het samenwerkingsverband van de European Participating Air Forces in het F-16 MNFP begon dus in 1975. In die 40 jaar hebben (deels verdwenen) bedrijven als Fokker, DAF en Hollandse Signaal Apparaten van de aanschaf, doorontwikkeling en onderhoud van de F-16 geprofiteerd. Het leverde niet alleen werk op. Door de betrokkenheid bij de bouw en het onderhoud van het jachtvliegtuig bleef de hiervoor noodzakelijke kennis en kunde in Nederland. En dat is weer van groot belang voor de kennisinstituten als de Technische Universiteit Delft en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium.

Fokker vaart wel bij de F-16 en hoopt op een langere samenwerking met DMO.

In huis

De samenwerking tussen de landen en de industrie zorgde ervoor dat de noodzakelijke investering kon worden gedeeld. “Dat was ons als klein land niet gelukt”, bekent Kievit. “De moderniseringsprogramma’s hadden we dan nooit kunnen uitvoeren. Bovendien zaten we er bij die updates met onze neus bovenop, zodat we met de gezamenlijke kennis & kunde van Defensie, industrie en kennisinstituten als smart buyer konden optreden”, zegt Kievit.

Oud-vlieger Tjebbe Haringa bij de landinggear.

Landingsgestel

Fleuren, oud-luchtmachtman, wijst op een aantal projecten waardoor Fokker – voorheen DAF Special Products – zich heeft kunnen ontwikkelen en specialiseren. “Sinds de intrede van de Fighting Falcon leverde Fokker Landing Gear samen met nationale en internationale partners ruim 1600 landingsgestellen. Het onderhoud van de wereldwijde vloot verzorgen we nog steeds.” Daarnaast heeft ook de innovatieve composiet-poot van het bedrijf kunnen floreren mede dankzij het MNFP. “Zo hebben we in 2001 een demonstratie vlucht kunnen maken met een composiet onderdeel op een landingsgestel van een Nederlandse F-16. Hetgeen in 2010 doorslaggevend is gebleken voor het succesvol binnenhalen van een ontwikkelcontract voor een soortgelijk onderdeel voor de F-35”, onderstreept Fleuren.

Het 40-jarig jubileum werd gevierd met een symposium.

Succes

Hij hoopt dat een dergelijke langdurige samenwerking, zeker met DMO, ook voor de F-35 op stapel staat. “De luchtmacht wil er toch zeker 30 jaar mee blijven vliegen.” Met een beoogde vloot van 37 toestellen is samenwerking ook essentieel”, weet kolonel Kievit. “Het succes van 40 jaar samenwerking met de F-16 heeft dat bewezen. Het is goed voor de NAVO, voor Defensie en voor de BV Nederland.”