Tekst Evert Brouwer
Foto Phil Nijhuis

Er zijn minder incidenten bij schietoefeningen. Niet alleen worden de militairen  beter opgeleid, ook de schietbanen zorgen voor meer  veiligheid. Jan Smit (foto boven, rechts) en zijn collega Fred Mijnhijmer, beiden van het cluster VKAM* bij DMO, reizen letterlijk stad en land af om alle schietbanen van Defensie te bezoeken en te beoordelen op veiligheid. Ook zijn ze nauw betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe trainingsfaciliteiten, zoals het shootinghouse en baan Echo van het Infanterieschietkamp De Harskamp en de ondergrondse schietbanen van de Koninklijke Marechaussee in Apeldoorn. “Defensie schiet  steeds professioneler en dus veiliger”, zegt Smit.

Het is een ijskoude dag op de Veluwe. Op de schietbanen van de Koning Willem III-kazerne is het echter goed toeven. Ondergronds is een waar schietwalhalla aangelegd, waar eenheden ook met voertuigen kunnen oefenen. Een dorpsstraat, inclusief geldautomaat, maakt het nieuwe oefengebied van de Koninklijke Marechaussee af. 

x
Het nieuwe shooting house op ISK De Harskamp.

Smit en eerste luitenant Martin Stringer, landelijk schietcoördinator KMAR, hebben echter niet alleen oog voor dat grote geheel. Het gaat nu om de details voor de veiligheid. “Schutters lijken wel eens te vergeten dat je een kogel nu eenmaal niet meer terughaalt als hij eenmaal is afgevuurd. Wij houden daarmee wel rekening”, legt Smit uit. “We weten dat iedereen die voor het eerst met een pistool schiet, met het wapen staat te zwaaien. Dus moet je ervoor zorgen dat we zowel van de vloer als van het plafond geen ricochets krijgen. Vandaar de schuine panelen, die ervoor zorgen dat een te hoog afgevuurde kogel via het dak toch altijd naar voren gaat. Aan de zijkanten zijn ‘zachte muren’ geplaatst die de kogel vertraagd doorlaten. Daarna botst het projectiel tegen een betonnen laag en valt naar beneden.”

x
Militairen kunnen uitgebreid oefenen in de gangen en kamers van het shooting house.

Veiligheid heeft zeker op een binnenbaan niet alleen te maken met het gevaar van rondvliegende kogels. “Je moet ook denken aan geluidsbelasting en schadelijke kruitdampen”, legt Smit uit. “De muren zijn geluidabsorberend. Een zogenoemde laminaire luchtstroom is actief voor de noodzakelijke luchtverversing.”

MOG

In de oefenstraat is ook een zogenoemd Mal Onveilig Gebied (MOG) vastgesteld. Op een binnenbaan is zo’n MOG beperkt tot de schietbaan, buiten is die echter uitgebreid van toepassing.“In de oefenstraat wordt alleen met verfkogels geschoten. Dat lijkt ongevaarlijk, maar zeker zonder bescherming komt zo’n verfbom hard aan. Er loopt buiten echter ook een pad waarvan de marechaussees hier op het terrein gebruik maken. Dat wordt dus afgesloten als hier een oefening plaats heeft”, schetst Smit.

Voor de buitenbanen op het ISK gelden weer andere veiligheidsmaatregelen. Hoofd bureau veiligheid adjudant Ron Willems: “Wij leiden hier de militair op vanaf de basis in 13 modules. Wie elke keer verder wil, moet laten zien de fases te hebben doorlopen. Iemand die om een of andere reden een module heeft gemist, halen we er zo uit. Ook dat is veiligheid.”

Niet alleen voor de militairen onderling, maar ook voor levende have in en rond het gebied moet de veiligheid zijn gegarandeerd.  “De schutters lange afstand hebben bijvoorbeeld een MOG met een lengte van 6 kilometer nodig. Die ruimte hebben we hier niet, dan schiet je mogelijk buiten het hek”, weet Smit. “Dan moet je dus of beperkingen opleggen aan de schutter, bijvoorbeeld alleen liggend vuren, of de industrie vragen een kogel te maken die eerder zijn snelheid verliest. Ook dat behoort tot de mogelijkheden. Dat soort vraagstukken houdt mijn werk na 10 jaar nog steeds leuk.” 

Meekijken

Binnen het nieuwe shootinghouse op het ISK kijkt Jan Smit met nog meer belangstelling naar de veiligheidsmaatregelen. Zijn de muren wel dik genoeg, met hoeveel gram explosieven kunnen de militairen aan de slag om niet te veel te worden belast bij een ontploffing? TNO voert net tests uit, zodat Smit vers van de plank de ervaringen te horen krijgt. Het is immers een proefopstelling. Nieuw is bijvoorbeeld dat de instructeurs boven de diverse kamers kunnen meekijken. 

“Het moet dus duidelijk zijn dat de miltiairen niet omhoog richten; daarvoor zijn duidelijke rode lijnen aangebracht.” Smit kijkt toe als een groep van de luchtmobiele brigade een aantal tests uitvoert. “We moeten immers weten waar de zwakke punten zijn. Op een niet al te grote afstand bevindt zich schietbaan Echo. Je moet dus voorkomen dat de kogels vanaf de shootinghouse naar buiten gaan. Veiligheid staat bij ons altijd op de eerste plaats.”

*Jan Smit en Fred Mijnhijmer zijn van het cluster Veiligheid, Kwaliteit, ARBO en Milieu van de DMO.