Tekst Evert Brouwer
Foto KIXS

Een radar ziet niet verder dan de horizon. Tenminste, dat zou je verwachten. Maar onder invloed van het weer kan er veel veranderen. Het detectiebereik is in de Golf van Aden anders dan op de Noordzee. En zelfs voor onze eigen kust is het niet uitzonderlijk dat een radar op de ene dag veel verder ‘kijkt’ dan op de andere. “Dat laatste wilden we wel eens testen,” zo vertelt dr. Vincent van Leijen van het JIVC, Kennis, Innovatie, Experimenten en Simulatie (KIXS).

Wat een sensor kan is vaak wat anders dan wat een sensor doet. Sensormodellen kunnen die verschillen verklaren en in veel gevallen ook zien aankomen. Voor missieplanners levert dat belangrijke inzichten op om te bepalen waar en wanneer een platform wordt ingezet. Sensormodellen kunnen ook helpen om een complexe radar als de APAR (Active Phased Array Radar) optimaal in te zetten of om een blinde hoek of een ‘gat’ in het sensorbeeld te dichten.

x
Met een weerballon wordt een radiosonde opgelaten voor een atmosferische meting van luchtdruk, temperatuur en luchtvochtigheid.

Experiment

“Als je een sensormodel wilt gaan gebruiken voor het plannen van operationele inzet is het belangrijk om te weten hoe goed zo’n model is. Daarom hebben we een validatie-experiment georganiseerd”, legt Van Leijen uit. Hij is senior projectmanager innovatie en werkt samen met de afdeling voor atmosferisch onderzoek van het Amerikaanse Space and Naval Warfare Systems Command (SPAWAR). “De Amerikaanse marine gebruikt een ander model dan ons Commando Zeestrijdkrachten. Door samen te werken in een experiment kunnen we de 2 vergelijken.”

Het experiment vond plaats in Den Helder. Een snelle motorboot (een FRISC, zie grote foto boven) en sleepboot Rotte gingen de Noordzee op om de radarhorizon te doorkruisen. “De APAR bleek tijdens onze metingen tot wel 2 keer zover te kijken als bij een standaard atmosfeer.”

x
Gebouw Salamander is de Land Based Test Facility. Het vormt een virtueel fregat met dezelfde radars op de juiste hoogte op het dak.

Numeriek weer

Om de grotere bereiken van de radar met het model van SPAWAR te evalueren, was het nodig om de samenstelling van de atmosfeer te kennen. “We hebben de gangbare methode toegepast en dat is het oplaten van weerballonnen met radiosondes. Maar naast de eigen metingen wilden we ook weten hoe bruikbaar nieuwe producten van het KNMI zijn.” Een van die nieuwe producten is de numerieke weersverwachting met het Harmonie-model. Defensie beschikt daarover via de Joint Meteo Groep. “Anders dan met grafische weerkaarten kunnen we het numerieke weer uit De Bilt gebruiken. Daarmee maken we een verwachting op hoe goed een radar het zal doen over bijvoorbeeld 24 of 48 uur.”

Radarprestaties

Het KIXS en SATS werken nu samen aan de uitbreiding van het Combat Management Systeem (CMS) met sensormodellen. Het Amerikaanse model AREPS (Advanced Refractive Effect Prediction System) is goed in staat om digitaal weer te vertalen in radarprestaties. “In het CMS kunnen we de sensormodellen automatisch voorzien van de juiste parameters uit verschillende databases en sensoren. Als het lukt om lastige en arbeidsintensieve zaken bij de gebruiker weg te halen, kan de mens weer doen waar hij goed in is: het uiterste uit onze sensoren halen.”