03

Dit artikel hoort bij: Landmacht 06

17 Painfbat GFPI beleeft ‘indrukwekkende’ herdenkingsweek

Tekst Nico Schinkelshoek
Foto sergeant Jasper Verolme | Video: sergeant-majoor Henry Westendorp | Montage: Dion Visser

80 jaar D-Day toont belang huidige battlegroup

Traditiegetrouw reisde 17 Pantserinfanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene (17 Painfbat GFPI) van 13 Lichte Brigade begin juni af naar Normandië. Dit jaar ging dat alleen net anders dan normaal. Het Garderegiment ging namelijk met de volledige battlegroup richting de Franse kust. Een trip die in het teken stond van de herdenking van D-Day 80 jaar geleden en van de 141 militairen die hun ‘invasiekoord’ ontvingen op deze ‘historische grond’.

Bekijk hieronder beelden van de trip van 17 Painfbat GFPI naar Normandië!

Tussen de rijen met donkergroene boogtenten lopen militairen onder de ochtendzon heen en weer met stokbroden. Anderen poetsen hun tanden of staan met elkaar te praten. Voor een groot gedeelte van de groep, zo'n 800 personen, staat een zogenoemde battlefield tour op het programma. De dag brengt de militairen langs verschillende historische punten. Daarmee duiken ze in de geschiedenis van het gebied in het algemeen, en in die van het bataljon specifiek.

‘Je beseft hier nog meer dat we dit werk niet voor niets doen’

itenant-kolonel Niels Verhoef geeft een toespraak en praat in een microfoon.
Luitenant-kolonel Niels Verhoef tijdens een herdenkingsceremonie in Arromanches.

Historisch besef

“Het is van belang voor het historisch besef van eenieder wat er is gebeurd, wat vrijheid waard is én wat het kost om dat weer te herwinnen”, verklaart luitenant-kolonel Niels Verhoef de relevantie van de reis. Tijdens D-Day op 6 juni 1944 werd de bevrijding van West-Europa ingeluid. Twee maanden later arriveerde de toentertijd Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene in Normandië, om daar een bijdrage aan te leveren. “We gaan hier terug naar de wortels van ons regiment”, aldus de commandant van 17 Painfbat GFPI. “Als je hier staat op de plaats waar daadwerkelijk iets is gebeurd, voelt dat heel anders dan wanneer je het in een boekje leest of in een film ziet.”

Een groep militairen staat in een U-vorm rond een collega, die tussen de bordeauxrode paden en stroken met gras uitleg geeft over de militaire begraafplaats waarop zij staan.
Fuseliers van de Charlie-compagnie luisteren aandachtig naar de presentaties die hun collega’s voorbereid hebben.
Portretfoto van fuseliers Justin, mét blauw-oranje invasiekoord over zijn schouder, en Maurits, hier nog zonder koord.
Fuselier Justin (links) heeft zijn invasiekoord al ontvangen, Maurits (rechts) zal dat tijdens deze reis doen.

Na een eerste stop van de tour bij de Amerikaanse begraafplaats in Colleville-sur-Mer, bevindt de Charlie-compagnie zich halverwege de ochtend bij de voormalige Duitse verdedigingsstelling ‘Widerstandsnest 62’. Zwijgend kijken fuselier-1 Justin en fuselier-2 Maurits naar de blauwe zee bij Omaha Beach. Rustig nemen de twee de tijd om de informatie van de tweede presentatie van de dag in te laten werken. “Het is moeilijk te beseffen wat hier allemaal is gebeurd. Maar het maakt wel dat wij hier nu vrij rond kunnen lopen”, zegt Maurits. “Als je hier bent, besef je nog meer dat we dit werk niet voor niets doen.” Een Amerikaanse Dakota vliegt ondertussen luid brullend over. Hoewel zijn buddy Justin Normandië al wel eerder bezochdt, blijft het voor hem een bijzondere locatie. “Het is een eer om hier opnieuw naartoe te gaan.”

Militairen lopen, in de verte, in een groepje over het strand. Daarachter ligt een marineschip in de blauwe zee. Daarna een groepje militairen die rondom een historicus staan die uitleg geeft over de locatie. Hun tassen liggen in een rij naast elkaar en in de verte is opnieuw het marineschip zichtbaar.
De fuseliers verplaatsen zich te voet naar de verschillende locaties. Vanwege 80 jaar D-Day waren bijvoorbeeld ook verschillende marines aanwezig in het gebied, wat op de achtergrond zichtbaar is.
Portretfoto van eerste luitenant Thomas.
Eerste luitenant Thomas: ‘Indrukwekkend om hier te zijn’.

Point du Hoc

Een wandeltocht van 12 kilometer brengt de compagnie uren later bij de derde en laatste stop van de dag: Point du Hoc. Een locatie tussen de landingsstranden Omaha Beach en Utah Beach. “Als je op het strand uitkijkt, beeld je je in hoe het 80 jaar geleden geweest moet zijn om hier met vaartuigen aan te komen”, zegt eerste luitenant Thomas voor één van de bunkers. “Met de veranderende situatie in de wereld, weten we dat ook wij mogelijk in een grote operatie ingezet kunnen worden.”

Twee groepen Nederlandse militairen staan verspreid over een pad tussen het gras. Op de achtergrond een uitzichtpunt, waar het vol staat met bezoekers.
De Charlie-compagnie bij Point du Hoc, waar het een komen en gaan is van bezoekers.

Herdenkingsceremonie

De volgende middag marcheert de volledige battlegroup van hun tentenkamp bergafwaarts naar het strand bij Arromanches. Naast de eenheden lopen genisten, genezeriken en militairen van herstel mee in de wandeling van enkele kilometers. "Links, 1, 2, 3 4", klinkt het door de straten. De aanwezigen die toevallig langs de route staan, houden halt en maken foto’s van de afdalende groene mensenmassa. Een enkeling begint te klappen bij het aangezicht. Het Garderegiment is op weg naar het strand voor een van de hoogtepunten van de reis: de koorduitreiking voor de nieuwe collega’s. Daarmee treden nieuwe fuseliers officieel toe tot het 17e.

Marcherende militairen door een smalle straat. Daarna een afbeelding waarop de militairen op het strand arriveren en de bocht om gaan, terwijl ze nog altijd in de pas lopen.
De battlegroup marcheert door de soms smalle wegen van het tentenkamp naar het strand.

‘Zij te water, wij te water’

Het strand is ‘historische grond’ voor het regiment. Onder de felle zon zijn de overblijfselen van de kunstmatige haven die hier tijdens de invasie werd aangelegd nog altijd zichtbaar in het water. Omgeven door massaal toegestroomde toeschouwers vormen de militairen een enorme U-vorm rond hun commandant. “Het invasiekoord is een teken van wie we zijn”, geeft Verhoef hen mee.

Militairen salueren op het strand, terwijl op de achtgrond een menigte van toeschouwers vanaf de verhoogde boulevard meekijkt.
Het strand van Arromanches is ‘historische grond’.

Landingskoord

Het invasiekoord is een herinnering aan de deelname van de brigade aan de bevrijding van West-Europa. De traditie bestaat sinds maart 1945, toen de militairen die in Arromanches arriveerden het koord in de kleuren van het Koninklijk Huis ontvingen. Militairen van 17 Painfbat GFPI en 13 Stafcompagnie dragen het invasiekoord op hun dagelijks en gevechtstenue bij inzet en speciale gelegenheden. Nieuwe leden ontvangen dit koord nog altijd. Dat gebeurt altijd bij het water en het liefst op een historische locatie. Bij inzet wordt het koord tevens uitgereikt aan iedereen die onder de vlag van 17 GFPI deelneemt, ook de toegevoegde eenheden. Voorheen werd het koord door oud-strijders uitgereikt, maar omdat er daar nog maar één van in leven is (de 98-jarige Max Wolff), nemen veteranen met het Draaginsigne Gewonden (DIG) die rol over.

Het oranje-blauwe koord op het militaire uniform.
Het invasiekoord zorgt voor verbinding tussen de (oud-)collega’s.

Dan is het moment daar. Uit handen van de elf aanwezige veteranen van 17 Painfbat GFPI met het Draaginsigne Gewonden (DIG), krijgen 141 nieuwelingen stuk voor stuk hun oranje-blauwe koord. Daarmee zorgt het koord voor eenheid bij de actief dienende militairen en blijft de verbinding met de oud-collega’s behouden. Onder het toeziend oog van de rest van de battlegroup en het aanwezige publiek rennen de nieuwelingen een uur na de start van de plechtigheid traditiegetrouw de zee in om hun koord te ‘dopen’. Daarbij worden ze vergezeld door Ridder der Militaire Willems-Orde majoor Marco Kroon, de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht, de Nederlandse ambassadeur in Frankrijk en de Regimentscommandant. ‘Zij te water, wij te water’, luidt het motto immers.

De nieuwe fuseliers rennen door een haag van collega’s zo hard mogelijk richting de zee.
De nieuwe fuseliers rennen door een haag van collega’s de zee in.

‘Voor het koord is flink geknokt’

Portretfoto van sergeant Berend.
Sergeant Berend heeft zojuist het koord ontvangen.
Portretfoto van Ton van Hooff.
DIG-drager Ton van Hooff: ‘Geweldige eer om te doen’.

Deel van familie

Sergeant Berend behoort tot de 141 personen die zojuist een nat pak haalden. Met het koord is hij nu ook zichtbaar deel van het Garderegiment en draagt hij een stukje geschiedenis mee op het uniform. “Om het koord van de andere koorddragenden te ontvangen, geeft een gevoel van verbondenheid. Ik voel me trots. Het is een kippenvelmoment.” Maar ook voor Ton van Hooff, een van de DIG-dragers die het koord mocht uitreiken, is het een speciaal gebeurtenis. “Voor mij is het een geweldige eer om te doen. Het koord is er niet voor niets. Daar is 80 jaar geleden flink voor geknokt.”

Herdenking in Arromanches met Max Wolff

In de plaats Arromanches namen militairen van 17 Painfbat GFPI woensdag 6 juni deel aan de Nederlandse herdenkingsceremonie ter ere van 80 jaar D-Day. Daarbij waren onder anderen (toen) minister-president Mark Rutte en minister van Defensie Kajsa Ollongren aanwezig. De belangrijkste gast was echter Max Wolff. Hij maakte deel uit van de ‘Irenemannen’, hoewel hij nagenoeg direct na zijn aanmelding werd uitgeleend aan de Britten. Tijdens zijn aankomst in Normandië was de toen achttienjarige Wolff vertaler bij het British Royal Engineers Corps.Een dag na de grote koorduitreiking werd de ceremonie op hetzelfde strand nog eens dunnetjes overgedaan en reikte de veteraan koorden uit aan de resterende 3 nieuwe collega’s.

Op de begraafplaats in Colleville-sur-Mer was de hele week volop aandacht voor 80 jaar D-Day. 

Zo’n 200 Amerikaanse veteranen maakten tijdens deze jubileumherdenking de reis naar Normandië. 

Eén van de collega’s van 17 Painfbat GFPI geeft uitleg over de gebeurtenissen van destijds.

Terwijl een deel van de Charlie-compagnie zich heeft verzameld voor de begraafplaats in Colleville-sur-Mer, komen twee Amerikaanse vliegtuigen over. Een daarvan is voor de gelegenheid voorzien van zogenoemde invasiestrepen. Die toonden tijdens D-Day aan dat het toestel bij de geallieerden hoorde.

Een jonge fuselier luistert aandachtig naar de presentatie van een collega van het NIMH bij ‘Widerstandsnest 62’.

De fuseliers verplaatsen zich te voet van de voormalige Duitse verdedigingsstelling naar Point du Hoc.

In het gebied loopt het ondertussen vol met ‘re-enacters’, personen die historische gebeurtenissen naspelen en uitbeelden.

Naast het NIMH geven ook collega’s uit het Garderegiment presentaties, zoals hier bij Point du Hoc.

Naast Nederlandse militairen zijn er ook tal van andere internationale collega’s aanwezig tijdens de herdenkingsweek van 80 jaar D-Day.

De DIG-dragers voor het moment dat zij het invasiekoord zullen uitreiken.

Een fuselier ontvangt zijn invasiekoord van een DIG-Drager.

Tijdens de koorduitreiking drinken de fuseliers traditiegetrouw een glaasje Calvados, een brandewijn uit Normandië.

Een nat pak, het koord gedoopt!

Een dag later ontvangen de laatste 3 fuseliers hun koord uit handen van veteraan Max Wolff.

Luitenant-kolonel Verhoef en Max Wolff aanschouwen de laatste drie fuseliers die een nat pak halen.