Tekst Bianca Kisjes, Jennifer Prommenschenckel
Foto KPL1 Wessel Zuijderduin
JISTARC oefent in Noorwegen tijdens Northern Torch
Het Joint ISTAR Commando (JISTARC) oefende afgelopen weken in het hoge, bergachtige en bosrijke noorden: omgeving Bardufoss in Noorwegen. Alle sensoren van JISTARC kwamen hier samen om in een hoofdtaak 1-setting de gereedstelling van hun ISTAR Task Group te trainen. Ze werden onder andere ondersteund door een verkenningspeloton van de Zweedse strijdkrachten. Een unicum: de Zweden namen voor het eerst deel aan een intel-oefening als nieuwe bondgenoot van de NAVO.
“Wat deze oefening zo bijzonder maakt, is natuurlijk ook de omgeving”, zegt luitenant-kolonel Erik van JISTARC. Bergen, sneeuw, wind: Noorwegen heeft het allemaal. Daarbij is het er 24 uur per dag licht. “Het is hier in de zomer altijd dag. Dat doet iets met de mens”. Dan het weer. Tussen half juni en eind juli is Noorwegen op z’n natst; door de bosrijke omgeving met veel stilstaande wateren is het een feestje voor de muggen. Flesjes DEET zijn groot ingeslagen en iedereen smeert zich er maximaal mee in. Bovendien heeft Noorwegen iets wat Nederland niet heeft: ruimte. Door de enorme omvang van de oefenterreinen, kan er goed geoefend worden met lange afstanden.
Onmisbare data
Het Joint ISTAR Commando (JISTARC) is dé inlichtingeneenheid van de Koninklijke Landmacht. ISTAR staat voor Intelligence, Surveillance, Target Acquisition & Reconnaissance. JISTARC verzamelt en analyseert informatie, wat –eenmaal verwerkt– inlichtingen worden. JISTARC maakt onder meer gebruik van informanten, drones, speciale verkenningsvoertuigen, elektronische verkenningen, crime scene investigation (CSI) en open source information. Inlichtingen zorgen voor beeld en begrip van de omgeving. Denk hierbij aan geografie, de bevolking, de cyberomgeving en de wijze van optreden van de tegenstander. Met deze onmisbare data helpt de eenheid uit ’t Harde militairen van andere eenheden bij het plannen van operaties en missies.
De lucht in
Dat gebeurde vorige week dus ook volop. Al levert dit wel de nodige uitdagingen op, vertelt opperwachtmeester Frank in het Ground Control Station. Hij is operator van de X-300 integrator, het onbemande verkenningssysteem van de sensor 107 Aerial Systems Batterij. “In Nederland is vliegen wat makkelijker: alles is er vlak. Hier is het voor ons echt als een marathon. We stijgen op, vliegen tussen twee grote bergkammen door en krijgen te maken met turbulentie, bergwinden en valwinden. De eerste dag vlogen we over het meer hier in de buurt. Dat is veilig, dáchten we. Maar over de berg heen kwam de wind, en die drukt het toestel omhoog. Terwijl wij ‘stuurden’ op dalen, bleef het vliegtuig maar stijgen. Uiteindelijk ging het goed. Deze omgeving is voor ons dus super leerzaam.”
‘Wij ‘stuurden op dalen, het vliegtuig bleef stijgen’
Kilometers verderop staat op de berg nog zo’n Ground Control Station. Hier moet een andere operator de controle over de X-300 in de lucht overnemen. Dit doen ze door tijdens de vlucht via hun radiostation het signaal van de X-300 op te pikken. “In Nederland hebben we dat getest toen we 50 meter van elkaar stonden. Nu staan we kilometers uit elkaar. Communicatie is daarom heel belangrijk. Tijdens zo’n oefening kom je erachter wat je nodig hebt om dat voor elkaar te krijgen. Maar je ziet ook wat je nog mist. We zijn op de goede weg. Er zit een goede stijgende lijn in”, besluit hij met een knipoog.
Parachute met buit
Waar de ene eenheid kampt met de wind tussen de bergkammen, spoedt een Field Exploitation Team (van 108 Technical Exploitation Intelligence Compagnie) zich per auto naar een open plek in het midden van het bos. De regen komt met bakken uit de lucht, als de twee militairen een parachute met een kist aantreffen. Aan hen de taak het aangetroffen materiaal te inspecteren en te fotograferen. Dat gebeurt niet zonder gevaar. Al snel klinken er schoten. Het duo vuurt terug, pakt nog snel de kist met gevonden spullen, rent naar de auto en rijdt met slippende banden weg.
Northern Torch biedt de eenheid de kans in groter verband te oefenen. “Voor ons betekent dat het uitvoeren van technische exploitaties” vertelt kapitein Willem, teamleider van het Field Exploitation Team. “In deze reactieve tasking stonden we op stand-by, een andere sensor zag dat er een stuk cargo door de vijand ‘gedropt’ was. Vervolgens kregen we de opdracht om naar de locatie te gaan.”
Na exploitatie belanden de gevonden spullen in het lab, die voor deze oefening is ingericht in een civiel gebouw. Hier worden de spullen grondig onderzocht en belangrijke informatie over de vijand verzameld.
Van partners naar bondgenoten
Tijdens deze oefening werd samengewerkt met de Noren, Belgen, NATRES, Defensity College én de Zweedse krijgsmacht. Het is hun eerste inlichtingenoefening als NAVO bondgenoot. Tijdens Northern Torch vormden zij de verkennende recce unit. Majoor Max van de Zweedse strijdkrachten is zeer te spreken over de samenwerking: “JISTARC laat in planning, procedures en methoden grote bekwaamheid zien. Dat biedt ons waardevolle inzichten als nieuw lid van de NAVO.” Militair optreden met Nederland doen ze zeker niet voor het eerst, tóch is het nu anders: “Voorheen waren we partners, nu zijn we bondgenoten” vat majoor Max de internationale samenwerking samen.
Voorsprong op de vijand
Alle verzamelde informatie van de sensoren komt uiteindelijk bij 106 Inlichtingencompagnie terecht. In een all source intelligence cell wordt alle informatie gebundeld en verwerkt, wat resulteert in een ‘geïntegreerd advies’ aan de commandant. Alles om een voorsprong op de vijand te creëren.
‘Morgen beter dan vandaag’
Luitenant-kolonel Erik kijkt terug op een geslaagde oefening, waarin –naast de training in het veld–ook met computer assisted exercises werd gewerkt. “Het blijkt uiteindelijk een hele waardevolle toevoeging met name voor het trainen van de current operation. Eén van de lessen is dat we dit moeten blijven doen en het ook eerder in ons opwerkprogramma moeten uitvoeren.” Hij besluit: “Je doet dit om wat te leren. Je wilt morgen altijd beter zijn dan vandaag en gisteren.”