Tekst KAP Jaap Wolting
Foto KPL-1 Hilbert Buter, KPL-1 Wessel Zuijderduin, SM Aaron Zwaal, TLNT Victor van der Griendt
Modern, krachtig, verbonden
Een paar jaar geleden hadden militaire planners je hard in het gezicht uitgelachen als je voorspeld had dat Nederlandse brigades ooit weer over eigen artillerie-eenheden zouden beschikken. Defensie surft echter mee op de golvende wereldpolitiek. Bezuinigen op de krijgsmacht terwijl de wereld in brand staat is momenteel uit den boze. En terwijl nog wordt nagedacht over de juiste besteding van het extra budget van het huidige coalitieakkoord, is de versterking van de vuursteun als onderdeel van de Defensienota 2022 al realiteit.
“Het kan snel gaan”, geeft majoor Dennis Schotmeijer, plaatsvervangend projectleider Versterken Vuursteun, volmondig toe. “Het VuursteunCommando heeft recent zowel hypermoderne Multi Missie Radars als krachtige raketartillerie gekregen: PULS, wat staat voor Precise & Universal Launching System.”
“Op de tweede plaats hebben we een aantal Pantserhouwitsers 2000NL uit de opslag gehaald”, vervolgt Schotmeijer. “Volgens mij stonden die in de verkoop, maar gelukkig zijn ze behouden gebleven voor onze eigen krijgsmacht. Het Materieellogistiek Commando geeft ze nu een update. Een enorme klus, maar de eerste zijn zelfs al in gebruik genomen. De mortierbatterij van 41 Afdeling Veldartillerie gebruikt ze voor de omscholing naar de PzH2000NL (zie kader ‘Wat valt straks waaronder’).”
‘Het kan snel gaan’
Artillerie naar de brigades
Bovenstaande zorgt ervoor dat 41 Afdeling Veldartillerie groeit en het VuursteunCommando volgend jaar zelfs een tweede eenheid opricht; 11 Afdeling Rijdende Artillerie.
De kwartiermakersgroep van laatstgenoemde werkt al nauw samen met 43 Gemechaniseerde Brigade, terwijl 41 Afdeling Veldartillerie de banden aanhaalt met 13 Lichte Brigade. De officiële onderbevelstelling staat gepland voor 2027, wanneer de reorganisatie achter de rug is.
Verhuizen geen optie
Al krijgen 13 Lichte Brigade en 43 Gemechaniseerde Brigade over een paar jaar allebei hun eigen artillerie-eenheid, fysiek verandert er weinig. De artilleristen blijven samen met hun hersteleenheden gewoon in ’t Harde, omdat daar voldoende infrastructuur is. Dat wil zeggen; voorlopig. Uiteindelijk zullen met name de hersteleenheden echt meer ruimte moeten krijgen om daadwerkelijk door te kunnen groeien. Een andere – voor de hand liggende – reden om vooral niet weg te gaan uit ’t Harde is dat het gewenste oefen- en schietterrein letterlijk in de achtertuin van Legerplaats Oldebroek ligt.
Innovatief
Beide afdelingen beschikken straks over een combinatie van Pantserhouwitsers, lanceersystemen voor raketartillerie en de Multi Missie Radar. Voorts krijgen ze een hoofdkwartierbatterij en een sensorpeloton, wat naast bovengenoemde radar ook eyes in the sky zal hebben met drones. Nu nog toekomstmuziek maar wel op de planning: een geluidsmeetsysteem om door middel van akoestiek uit te vinden waar de vijand zich bevindt. Schotmeijer: “Waar een radar continu energie uitstraalt, moet dat geluidsmeetsysteem juist passief zijn. Details over de mogelijkheden heb ik nog niet. Ik weet alleen dat ons expertisecentrum er nu volop mee bezig is en dat het zeer innovatief is.”
Wat valt straks waaronder?
41 Afdeling Veldartillerie
- A-batterij (Pantserhouwitser 2000NL)
- B-batterij (Pantserhouwitser 2000NL)
- C-batterij (PULS raketartillerie)
- Hoofdkwartierbatterij incl. sensorpeloton
11 Afdeling Rijdende Artillerie
- 1-batterij Pantserhouwitser 2000NL (was voorheen D-batterij Pantserhouwitser 2000NL van 41 Afdva)
- 2-batterij Pantserhouwitser 2000NL (was voorheen C-batterij 120 mm van 41 Afdva)
- 3-batterij (PULS raketartillerie)
- Hoofdkwartierbatterij incl. sensorpeloton
Mortieren voor 11 Luchtmobiele Brigade
Bovenstaand kader verraadt het al; geen mortieren meer binnen de artillerie-eenheden van het VuursteunCommando. Omdat vanaf 1 januari 2025 de mortiertaak voor het VustCo vervalt, krijgen 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers weer de beschikking over hun eigen vuursteun. Waar de zeesoldaten voor een ander wapen kiezen dan het huidige mortier, vallen de Rode Baretten voorlopig terug op de vertrouwde 120 mm.
In Schaarsbergen bereiden ze de komst van de mortieren al voor en zetten ze in op 2 ‘zware’ mortierpelotons. Idealiter krijgen 11 en 13 Infanteriebataljon hun eigen dedicated vuursteun, ondergebracht bij de patrouillecompagnieën. Gepland wordt op 2 mortierpelotons met ieder 4 120 mm mortierstukken, wat de zelfstandige slagkracht van de bataljons vergroot. Tegelijkertijd is het Kenniscentrum Grondgebonden Manoeuvre al bezig met de opvolger van het mortierstuk. Die beschikt over een automatisch richtmiddel waardoor sneller ‘vuur’ mogelijk wordt. Tot 2029 werken de mortieristen met de huidige 120 mm. “De zware mortieren komen weer thuis”, aldus Erik Morren, projectleider voor de implementatie van de nieuwe pelotons. “Daarnaast krijgt de brigade ook weer Stinger MANPADS. Allemaal belangrijke stappen voorwaarts voor wat betreft het zelfstandiger maken van de brigade.”
‘De zware mortieren komen weer thuis’
Het diepe gevecht
Schotmeijer: “Eigenlijk geeft het VustCo de 3 brigades hun eigen middelen terug. Hierdoor krijgen ze weer dedicated capaciteit, zelfstandigheid en slagkracht. Daarnaast beschikken 13 Lichte Brigade en 43 Gemechaniseerde Brigade straks ook nog eens over uitstekende sensoren. Target acquisition kunnen ze zelf doen. En doordat ze zo’n voortreffelijke radar hebben kunnen ze zelf vijandige artillerie-eenheden bestoken, of commandoposten en munitieopslagen.
‘De brigades krijgen hun eigen middelen terug’
De laatste paar jaar hebben we het bij de landmacht vaak over het voeren van het diepe gevecht, en het gevecht van de verbonden wapens. Dat is nou precies waar deze versterking van de vuursteun voor nodig is.”