Tekst Kirsten de Vries
Foto Mediacentrum Defensie

‘Echt kicken toen de bundels veilig geland waren’

11.000 kilo aan hulpgoederen droppen in de achtertuin van een veldhospitaal in Gaza met een systeem dat voor een dergelijk doeleinde niet eerder gebruikt is. Geen alledaagse opdracht, maar voor de mannen van de Defensie Para School (DPS) in Breda een mooie uitdaging. De 2 droppings waren een succes, zo weten we inmiddels. “Het was echt kicken toen we hoorden dat de bundels veilig geland waren.”

De bewuste achtertuin is een gebied met een straal van 150 meter. Dat is het terrein rondom het ziekenhuis dat door de Jordaniërs veilig verklaard was om de goederen op te kunnen halen na de droppings. Nederland voerde de missie uit in nauwe samenwerking met de Jordaniërs. “Het was echt een delivery aan de achterdeur. Mega-uniek”, vertelt DPS-instructeur Niels, die tijdens de droppings in het Nederlandse C-130 Hercules-transportvliegtuig zat. Hij zorgde er samen met collega-instructeur Lars en commandant Air Delivery adjudant Eric voor dat de GPS-gestuurde parachutes met daaraan de bundels hulpgoederen precies deden wat ze moesten doen.

Militairen bouwen de bundels op die gebruikt gaan worden voor de droppings boven Gaza.
Samen met de loadmaster en de Jordaniërs bouwden Eric en Niels de bundels helemaal op. Deze werden gevuld met water, voedsel en medicijnen.

Binnen die straal van 150 meter werd er uiteindelijk een gebied van 70 bij 70 meter geschikt bevonden om de hulpgoederen in te droppen. “Er was veel bebouwing. Als we dit als training zouden doen, hadden we daar nooit gedropt. Het is echt plussen en minnen. Je vraagt eigenlijk of er 1.000 kilo hier op het veldje bij de kazerne terecht kan komen.”

‘Het was echt een delivery aan de achterdeur’

‘Gezonde spanning aan boord’

"Normaalgesproken wordt er niet gedropt in de buurt van infrastructuur", aldus Eric. Hij zat tijdens de droppings in de Jordaanse C-130. “We vertrouwen op de systemen en we vertrouwen op onszelf. Het systeem is ervoor gemaakt om het te kunnen. Maar er was wel een gezonde spanning aan boord.” De enige manier om de hulpgoederen op de juiste plaats te krijgen was ook via de lucht, benadrukt Niels: “Het is een gebied waar je via de weg niet kunt komen.”

Zes bundels met hulpgoederen met daarop de Jordaanse en Nederlandse vlag staan klaar.
De bundels met hulpgoederen staan klaar om naar de C-130 getransporteerd te worden. Bovenop bevinden zich de JPADS.

‘Er zijn steeds meer landen om ons heen die dit ook willen’

De systemen waar Eric en Niels over spreken, zijn de Joint Precision Airdrop Systems (JPADS). GPS-gestuurde parachutes die sinds een kleine 10 jaar in het bezit zijn van Defensie. Er zijn nu maar 4 mensen van de Defensie Para School die weten hoe deze JPADS werken. “Je moet echt kijken of het systeem goed vastgemaakt is aan de lading, of het goed geknoopt is. Dat kun je niet aan een ander overlaten”, legt Niels, die 1 van de 4 is, uit. “De Jordaniërs hebben de systemen wel, maar ze hebben er niet voldoende van.” Nederland is sowieso een van de weinige landen die een dergelijke missie met JPADS kan uitvoeren. “Er zijn steeds meer landen om ons heen die dit ook willen”, aldus Eric. “We worden door andere landen benaderd welke systemen we gebruikt hebben.”

Het computersysteem dat de bundel met hulpgoederen naar de juiste positie moet sturen.
De JPADS werden door Eric en Niels vooraf geprogrammeerd. Deze is ready to fly.

Dreiging

De JPADS zijn eigenlijk bedoeld om compagnies te bevoorraden. Het was de eerste keer dat het systeem werd ingezet om hulpgoederen te droppen. Een groot voordeel van de JPADS is dat je niet boven de dropzone hoeft te vliegen maar op afstand de lading kan loslaten. De GPS-gestuurde parachute zorgt er vervolgens voor dat de lading op de plaats van bestemming aankomt. “Bij andere systemen heb je een veel grotere safety marge nodig en een veel grotere dropzone van wel 400 bij 400 meter. Bovendien moet je echt recht boven het doel vliegen waar je waarschijnlijk geen toestemming voor krijgt”, aldus Niels.

‘Het systeem rekent 4 keer per seconde uit of hij het kan halen’

De 11 bundels met in totaal 11.000 kilo hulpgoederen werden op een afstand van 17 kilometer van het point of impact, de bestemming in Gaza, gedropt. Met een snelheid van gemiddeld 27 kilometer per uur zweefden ze in zo’n 15 minuten naar waar ze moesten zijn. Eric en Niels programmeerden het systeem vooraf zodat de JPADS precies wisten waar het point of impact was, wat de invliegrichting was en hoe zwaar de bundel was. “Het systeem rekent 4 keer per seconde uit of hij het kan halen. Tijdens de vlucht naar het release point kunnen wij eventueel de systemen nog opnieuw programmeren als de landingscoördinaten veranderen. Als er dreiging is, kunnen wij ons aanpassen.”

De bundels met hulpgoederen in het vliegtuig.
De bundels met hulpgoederen liggen in de C-130 te wachten...
De bundels met hulpgoederen in het vliegtuig.
…totdat ze gedropt kunnen worden.

Wind

Rekening houden met dreiging is deze dagen vanzelfsprekend als het om vliegen boven Gaza gaat. De mogelijke gevaren werden uitgebreid gemonitord door een intelligence officer. Voor Niels en Eric was de grootste uitdaging tijdens en voor de droppings het weer en dan met name de wind. “Als er te veel wind staat, vliegen de bundels achterwaarts”, vertelt Eric. “We vlogen boven de gronddreiging en daarom moesten we vliegen met zuurstofmaskers. Maar we hadden nog hoger en verder kunnen gaan”, vult Niels aan. “De windrichting bepaalt uiteindelijk waar we de drop het beste kunnen uitvoeren.”