Tekst Michael Simon
Foto Mark van Stokkom
Stip aan de horizon uitschakelen
Terwijl je met je eenheid onder vijandelijk vuur ligt, klinkt in de verte het dreigende gezoem van een naderende drone. Wie schakelt het onbemande toestel uit, wat betekent dit voor je tactische manoeuvres en hoe schiet je überhaupt zo’n kleine stip uit de lucht? Dit ‘nieuwe oorlogsvoeren’ werd begin maart geoefend op de schietbanen van het Duitse Bergen-Hohne.
Het ochtendtafereel van nevel en dauw boven het uitgestrekte veld, bezaaid met groene heuveltjes, ingeklemd tussen twee bosranden, mag met recht schilderachtig heten. Toch doen de donkere silhouetten die in de verte opdoemen een stilte voor de storm vermoeden. Deze silhouetten zijn namelijk klapschijven die vijandelijke eenheden voorstellen. Het decor van de -nu nog- vredige omgeving van Schietbaan 10 in het Duitse Bergen-Hohne.
Het NAVO-oefenterrein is straks het ‘speelveld’ van de 3 groepen van de C Eagle Compagnie van het 42e Bataljon Limburgse Jagers (13 Lichte Brigade). “Er zijn hier zo’n twintig schietbanen waar we drie à vier keer per jaar gebruik van kunnen maken”, vertelt sergeant-majoor Roel Hoogervorst. “Die huren we dan zo’n twee weken af om de schietconditie met alle manoeuvre-eenheden op peil te houden.”
Drie groepen, drie typen vuurwapens
In totaal oefenen vandaag drie groepen, om in actie te komen. Zodra ze het veld inlopen, wordt al snel het eerste vuur geopend. Staand, knielend, liggend; vanuit alle posities worden de vijandelijke linies verderop in het veld onder vuur genomen. De groepscommandant beweegt zich achter zijn mannen en geeft instructies. Op nog geen halve meter daarachter houden de hoofdschietinstructeur en de baancommandant het geheel in de gaten. De groepen zetten drie typen vuurwapens in. In de groep hebben de meesten een Colt C7 bij zich. Daarnaast zijn er twee Minimi’s en de zwaardere MAG. Sergeant-majoor Roel Hoogervorst: “De MAG heeft het grootste kaliber en ‘de verste dracht’. Deze kan doelen tot 800 meter uit de lucht schieten.”
Dronedreiging
Een van de nieuwe oefeningen in het manoeuvre-optreden is het droneschieten. Voor waarnemend groepscommandant korporaal-1 Rob en zijn groep is het de eerste keer. Al zijn de vliegende vijanden hem niet vreemd. Al in 2021 in Irak kampten hij en z’n eenheid met een dreiging van onder andere suicide drones. “Dan merk je dat je vrij weinig tijd hebt om je persoonlijke wapen af te richten.”
Terug op Bergen-Hohne sturen medewerkers van oefendroneleverancier BSS Holland vanuit een jeep een onbemande toestel over het veld. Liggend op linie in het gras klinkt er al snel een onheilspellend gezoem in de lucht. Een schreeuw overstemt het bromgeluid: “Drone, drone.”
Na een halve vliegronde over de bosrand blijft het toestel op tientallen meters afstand en hoogte in de lucht hangen. Dan klinken de knallen. Een deel van de groep houdt de vijandelijke grondtroepen onder vuur, terwijl twee Minimi-schutters zich focussen op de drone.
“Drone, drone!”, roept de eerste van de groep die het dreigende gezoem boven zich hoort
Al snel ligt de drone op de grond. Behoedzaam trekken de troepen zich terug uit het veld. Eenmaal buiten het afgebakende deel van het schietterrein, gaan de groepscommandant en zijn plaatsvervanger direct evalueren met de HSI en de baancommandant. Wat ging er goed, wat kan beter, hoe denken ze zelf over hun run en wat gaan ze aanpassen voor de tweede run, later deze ochtend?
Anders dan simulatie
Korporaal-1 Justin is plaatsvervangend groepscommandant van één van de groepen. Hij en soldaat-1 Tim, die de Minimi bediende, vonden het een pittige exercitie. Justin: “We hebben wel eens met een drone buster (een jammer die het signaal van een drone jamt, red.) geoefend, maar vandaag was de eerste keer dat we met scherp op een drone schoten.” Voor soldaat Tim vormde met name de grootte van de drone een uitdaging. “Ik hield me alleen bezig met de drone. De rest van de groep nam de omgeving onder vuur. Zo’n klein doel in de lucht, op die hoogte maakt inschatten echt lastig.”
“Je kan de inslag niet zien, dat maakt het richten een stuk lastiger”
Eerder oefenden de landmachters drones uitschakelen in een simulator. “Het daadwerkelijk uitschakelen van een drone ‘in het echt’ is toch een stuk lastiger”, vertelt een andere groepscommandant, korporaal-1 Rob. “Met kruisvuur van de Minimi’s wilden we de drones uit de lucht halen. Toch duurde het nog vrij lang voordat we de drone te pakken hadden. Wellicht zou dat sneller gaan als we tracers zouden hebben.” Tegelijkertijd heeft het drone-schieten gevolgen voor de rest van de inzet: focus je op de drone, dan kan je de Minimi’s niet voor andere doeleinden inzetten.
De hoogte is ook voor Rob een uitdaging. “Je kan de inslag niet zien: dat maakt het lastig om bij te richten. Normaal zie je of je een stukje hoger of lager moet mikken. Wat we nu gedaan hebben is aanrichten op de drone en daar in een cirkel omheen afvuren.” Uberhaupt was het in de gaten houden van het doelwit even wennen. “Wij zijn van nature minder gefocust op de lucht en meer op het grondoptreden.”
Gevechten anno nu
Zodra de vliegende vijanden allemaal zijn uitgeschakeld is het tijd om de balans op te maken. Een vruchtbare vuuroefening voor de Limburgse Jagers was het zeker. Belangrijk, want als de oorlog in Oekraïne iets heeft aangetoond, dan is het wel de dreiging van drones in het militaire speelveld.
“Die oorlog laat zien waar wij ons op moeten richten”, concludeert korporaal Rob. “Niet alleen drones overigens, maar ook bijvoorbeeld optreden in loopgraven. Wie nu oplet op wat er in Oekraïne gebeurt, ziet duidelijk worden hoe de gevechten anno nu gaan verlopen.”