Wel, niet. Wel, niet. Stevige windvlagen. Wel… nee, die kisten gaan return to base. Herstel, de flight lead maakt de call te blijven. Na drie rondjes in een wijde boog om het Houtdorperveld gebeurt het dan tóch. Een formatie Nederlandse en buitenlandse militaire transportvliegtuigen dropt grote aantallen paratroopers. Falcon Leap op z’n best. Hoe ervaren de deelnemers de grootse (dertien landen, 1.100 deelnemers) internationale parachutistenoefening?
Adjudant Claus
“Omdat ik met een Amerikaanse chute gesprongen heb, heb ik zojuist de Amerikaanse wing ontvangen. Omdat zij spreken over ‘blood wings’ slaan ze het eremetaal met de vuist in je borst, dwars door de stof van je pak heen. Het doet nauwelijks pijn en is onderdeel van een mooie traditie.
Sinds ongeveer dertien jaar doen hier ook Duitse para’s mee. Waar het voorheen wat problematisch lag – Duitsers waren immers de tegenstander – zie je dat we inmiddels binnen de NAVO vrienden zijn. Zeker binnen de Division Schnelle Kräfte, waar 11 Luchtmobiele Brigade onder valt, is het inmiddels zeer vertrouwd samen op te trekken.
Springen is als een verslaving. Als je het een keer ervaren hebt, wil je het steeds vaker doen. Die sprong van zojuist was voor mij nummer 216. Ik ga al tien jaar naar Falcon Leap en dit event is altijd weer een highlight. Ik zeg maar zo; een tankchauffeur moet een tank besturen, een parachutist moet springen.”
Sergeant Ashley
“Dit is mijn derde sprong tijdens Falcon Leap. Het was inderdaad aardig winderig, maar het viel uiteindelijk allemaal wel mee. Niks gebroken, haha. Ik heb zojuist met een Tsjechische parachute gesprongen en dat ging best okay. Die schermen zijn heel goed te sturen dus je kunt makkelijk de kant op waar je naartoe wilt. Met deze chute schijnt het handig te zijn als je tegen de wind in landt, dus dat je naar achteren wordt gedrukt als je landt.
Ik ben hier nu anderhalve week en vind het geweldig. De ervaring van meedoen aan Falcon Leap is prachtig; praten met collega’s uit allerlei landen, van alles leren over hun parachutes, hun cultuur, de airborne community.”
Soldaat-1 Douwe
“Door de wind had ik op de grond last van dragging maar gelukkig stonden er mensen klaar om me daar mee te helpen. In het vliegtuig merkte ik wel dat er vrij veel wind stond. We stonden al een tijdje klaar. Ik maakte deel uit van de eerste stick die er uit zou gaan. Alleen toen werd het ineens onduidelijk of het ging lukken en vlogen we eerst nog een paar rondjes.
Het was pas mijn eerste sprong tijdens Falcon Leap en dan mocht ik ook nog eens met een Portugese chute. En daar zijn er maar weinig van dus ik val met mijn neus in de boter. Anders? Ach, in principe komt het bijna allemaal op hetzelfde neer, alleen de tokkels werken net iets anders. En naar mijn idee vliegt deze veel soepeler, rustiger, en stuurt hij veel fijner.”
Sergeant Roderick
“Tijdens Falcon Leap houden wij pathfinders ons voornamelijk bezig met het opereren van de drop zones. Ons team is verantwoordelijk voor het laten droppen van de parachutisten en de begeleiding van de drop zones af. Wij maken berekeningen vanaf de grond om ze zo goed mogelijk op het point of impact te krijgen. Daarnaast zorgen we dat de DZ veilig blijft en coördineren wij met de geneeskundige dienst en de militairen die de DZ bewaken en de para's afvoeren.
Om snel door het terrein te kunnen verplaatsen gebruiken we quads, crossmotoren, een elektrische KTM of een MRZR. Die laatste fungeert als een extensie van onze rugzak om extra materialen mee te nemen die niet in de rugzak passen.
Zelf springen we ook, want vrije val springen is primair ons inzetmiddel. Anders dan het automatische openingsscherm behoeft het vrije val scherm meer training. Bij ons duurt het soms twintig minuten voor we aan de grond staan omdat we van grote hoogte springen.”
Soldaat-1 Isaac
Het ging lekker, al hadden we tijdens de vlucht heel veel last van turbulentie. Ik sprong met een Portugese parachute, wat me echt goed beviel. Ondanks de harde wind was daar goed mee te sturen. Eerder deze week sprong ik al met een Duitse parachute.
De vergezichten boven Nederland zijn geweldig. En het terrein waarop je in Nederland landt, is veel fijner dan bij ons thuis. In Spanje land je niet op zacht heideterrein, was het maar zo’n feest. De ondergrond in Guadalajara of Albacete is veel harder. Wij springen trouwens ook boven grote meren, zoals bij Zaragoza. Dat is dan weer totaal anders.”
Sergeant-majoor Bjorn
“Zodra ik de kist uitsprong kon ik me goed oriënteren. Ik wist snel waar ik was en heb genoten van een prima sprong. Er vloog vandaag natuurlijk weer van alles aan buitenlandse kisten maar ik zat gewoon in een Nederlandse C-130. Ook mijn chute was Nederlands, want ik had vandaag een currency-sprong.
Ik sprong derdelijns. Al is het de minst comfortabele sprong die je kunt hebben zou ik wel graag nog een keer willen. Dit is pas de eerste deze week. In totaal heb ik er al ruim twintig. Het meest uitdagend vandaag? Sinds lange tijd weer eens derdelijns springen, was toch al weer snel vijf jaar geleden.”