Tekst Jack Oosthoek
Foto SM Gerben van Es
'Beste uit onszelf gehaald'
“Dat ik erbij mocht zijn”, glimlacht korporaal-1 Kilian van der Wolf ‘stadionbreed’. In de Chinese miljoenstad Wuhan beleefde hij zijn ‘finest hour’ door mee te doen aan de Militaire Wereldspelen (MWS). Daarbij traden 160 Nederlandse sporters aan. Zij kwamen, zagen en bonden de strijd aan met wereldtoppers van Olympisch kaliber.
Van der Wolf sloeg in Wuhan een goed figuur door de finale op de 1.500 meter te behalen. Dat hij daarin geen eremetaal won, laat hem relatief koud. Dit had hij met die zware concurrentie ook niet verwacht. Net als de andere (top)sporters van Defensie moet hij werk en sport zien te combineren. Daarentegen trainen veel buitenlandse concurrenten in ‘tijd van de baas’ en krijgen steun van sponsors. Sommigen worden zelfs tijdelijk ‘ingehuurd’ en voor de duur van de Wereldspelen tot militair gebombardeerd. Boks daar als liefhebber maar eens tegenop… Leider van de Nederlandse delegatie luitenant-kolonel Arnold Hofsté: “Onze atleten hebben in Wuhan in een prima onderlinge sfeer het beste uit zichzelf gehaald. Het pistool-, judo-, ruiter- en golfteam speelden zich in de kijker.”
10.000 atleten, 27 takken van sport
Aan de 7e editie van de Militaire Wereldspelen namen circa 10.000 atleten uit ongeveer 25 landen deel. Van de 27 takken van sport, deed Oranje er aan 17 mee. Nederland haalde medailles bij sporten voor mindervaliden. 2 Keer goud was er voor wheeler Edwin Vermetten (burger luchtmacht) en bij het kogelstoten voor sergeant-1 Kelly van Dongen (CLAS). Sergeant-majoor van de mariniers Rob Severs pakte bij het kogelstoten brons.
Hoog niveau
Wielrenner Jeroen Koorn: “Ik heb alles gegeven wat erin zat.” Volgens de sergeant-1 zijn de Militaire Wereldspelen voor een defensieatleet het mooiste dat je kunt meemaken. Trainercoach van de wielerploeg kapitein Berry Hoedemakers vindt zelfs dat een militair (top)sporter per definitie op de eens in de 4 jaar te houden Wereldspelen thuishoort. Het motto daarvan is toch ‘friendship through sport’. “Ook het hoge niveau van mijn renners rechtvaardigt deelname”, stelt de kapitein.
Kosten noch moeite
Voor een hoog niveau zorgden ook de leden van de militaire ruiterploeg reservekorporaal-1 Gert van den Hof en huzaar-1 Sander Naber. In een 3 dagen durende competitie galoppeerde eerstgenoemde naar de 7e plek. “Als je dit bereikt, doe je het goed”, oordeelde teammanager majoor Bart Maandag (marechaussee). “Nee, onze ruiters behoren niet tot de wereldtop. Daarvoor heb je paarden nodig die vele tienduizenden euro’s kosten.”
‘Sport prima middel om je voor te bereiden op militair werk’
Geen ‘core business’
Het is een cliché, maar wel waar: voor veel equipes uit kleine landen was meedoen belangrijker dan winnen. Volgens sommige commandanten in ons land is sport geen ‘core business’ van de krijgsmacht. Dat mag waar zijn, je kunt het ook anders zien. Een militair dient fit te zijn voor actie en bovendien beoogt Defensie een afspiegeling te zijn van de maatschappij. De woorden van DOSCO-generaal Laurens Jobse spraken wat dat betreft boekdelen: “Sport is een prima middel om je voor te bereiden op militair werk.”