Tekst KAP Jaap Wolting
Foto SGT Aaron Zwaal

‘Die blijft lekker zitten in prio 3’

Dat Nederlandse GNK-eenheden ketentraining doen, is zeldzaam. Dat die leermomenten plaatsvinden tijdens een geneeskundige NAVO-oefening waaraan 39 landen deelnemen, gebeurt vrijwel nooit. En dat het thema in Roemenië dan ook nog combat is – precies waar C-LAS momenteel op hamert – maakt het des te verwonderlijker dat vanuit de landmacht louter 13 Lichte Brigade acte de présence geeft tijdens Vigorous Warrior.

Will I be able to walk again?” kreunt een gewonde sergeant in de mobiele Role 1 Medical Treatment Facility (MTF) van 13 Gnkcie. Z’n been is zwaargehavend. Samen met 5 collega’s is hij na een hevig vuurgevecht net afgeleverd bij de Nederlanders. 

De onderofficier is de eerste die een plek heeft gekregen in de POON-tent (inflatable MTF, red.). Buiten ligt de rest van z’n gedecimeerde eenheid in het vochtige gras rond het prio-veld. Afhankelijk van de ernst van de verwondingen komen de patiënten tussen het rowili van 1, 2 of 3 terecht. 

Kapitein-arts Tim rent er van de een naar de ander. Nu zijn MTF ineens 6 slachtoffers moet oplappen, is het zaak koelbloedig triage toe te passen. Bij een militair die ‘slechts’ een gezicht vol granaatscherven heeft, is hij duidelijk: “Die blijft lekker zitten in prio 3. Alleen af en toe kijken of hij niet is omgevallen.” Tim vertelt later op een rustig moment: “Ik merk in deze oefening hoe ik tijdens stress in een team functioneer. Hoe ik omga met uitzetten en controleren van taken.”

De mobiele Role 1 Medical Treatment Facility (MTF) van 13 Gnkcie krijgt het in Roemenië zwaar voor de kiezen.
Luitenant-kolonel Liz Marquart Scholtz, commandant 13 Gnkcie.

“Als je bij Herstel werkt en een MB niet aan de praat krijgt, staat een voertuig stil. Maar werk je bij ons en fiks je het niet, sterft iemand misschien. Daarom is het zo goed dat we hier deze ketentraining uitvoeren. Pas wanneer je echt samenwerkt, zie je waar de mankementen zitten. En natuurlijk zitten er verschillen tussen planning en uitvoering als je met 39 verschillende landen oefent. En ja, dat frustreert zo af en toe. Maar beter hier aftasten en tegen problemen aanlopen, dan bij aanvang van de operatie.

De grote meerwaarde van Vigorous Warrior is dat de MTF de mogelijkheid krijgt om getraind te worden. Dat gebeurt zelden omdat we in Oirschot focussen op afvoer van patiënten vanwege de missies die we draaien. Hier is het plug & play en hoeven we ook nog eens vrij weinig te investeren voor maximale output. Daarnaast is de verliesverwachting in het scenario hoog, wat goed is voor de mindset van het personeel, zeker daar C-LAS momenteel hamert op combat.

In Nederland zijn we in zekere zin verwend. De logistiek, de meldingen en de verbindingen kloppen daar gewoon bijna altijd. Tijdens Vigorous Warrior kun je daar gewoon niet vanuit gaan. Daar moet je je overheen zetten en flexibiliteit tonen. Tijd om de veren te schudden krijg je hier niet. Lopen, kruipen, rennen…? Nee, meteen sprinten.”

Meespringen

Op een steenworp afstand kijken Roemeense schapen met lodderige ogen richting de gecontroleerde chaos bij de MTF. Wellicht is de kudde jaloers op de locatie die de Nederlanders hebben betrokken. Die kaaskoppen staan immers op minimaal 100 vierkante meter krachtvoer. De wolfabriekjes kunnen gerust zijn. Voor de zon onder is, zal de eenheid uit Oirschot opdracht krijgen te verplaatsen, mee te springen met het gevecht - al weten ze dat zelf nog niet. 

AMV-er sergeant-1 Ilona loopt al een tijdje mee maar geeft toe nog nooit zo’n grote geneeskundige oefening te hebben meegemaakt: “Op deze manier trainen doen we in Nederland nauwelijks. Ook de internationale component is erg interessant. Bij elkaar in de keuken kijken, zien hoe andere landen bepaalde dingen doen.”

AMV-er sergeant-1 Ilona (met gestrekte arm) vertelt haar collega’s wat de beste locatie is om de mobiele MTF neer te zetten.

Medevac-capaciteiten

13 Gnkcie brengt tijdens Vigorous Warrior naast een volledig bemande Role 1 ook 2 ziekenauto’s (Zau’s) in. Beide bakken zijn in Roemenië onder bevel gesteld bij een Britse eenheid verantwoordelijk voor patiëntenvervoer tussen Role 1, 2 en 3. Althans, als de oefenleiding daar geen helikopters voor inzet: Roemeense MI-17’s en een Poolse Puma.

Voor chauffeur/verzorger soldaat-1 Nadieh – pas op haar eerste functie – is alles nieuw. “Ik vind het heel bijzonder om te zien hoe de Engelsen werken”, vertelt ze onder de camonetten achter haar Zau. “We hebben eergisteren een bevelsuitgifte van ze gehad. Wij spreken hun taal en passen ons aan, maar we delen ook veel hoor.” Onbewust benadrukt ze haar laatste opmerking meteen, door haar spork in een opgewarmde Britse lunch te steken.
AMV-er sergeant-1 Helena geeft aan dat er nog wel degelijk winst te behalen is: “Soms staan onze ziekenauto’s stil, terwijl er gewonden afgevoerd zouden moeten worden. Stretchers zijn niet compatible met andere landen én de overdracht van patiënten gaat lang niet altijd goed. Als je niets zegt, krijg je ze soms gewoon mee zonder overdracht. Sorry, moet echt gaan nu!” En weg is ze, in een spurt naar de Engelse commandant om details te ontvangen over een rit die eraan zit te komen.