Tekst André Twigt
Foto MAJ Martijn Hädicke

Introductie autonome landsystemen op het slagveld

Innoveren staat tegenwoordig met stip bovenaan in elk operationeel manifest. Defensie start het ene na het andere innovatieve project. Het CLAS heeft er zelfs een speciale afdeling voor in het leven geroepen: Concept Development & Experimentation (CD&E). In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze sectie initieert. Ditmaal: Robots & Autonomous Systems. 

Voordat majoor Martijn Hädicke aan zijn verhaal begint, beantwoordt hij eerst even een vraagje van algemene aard: robots en andere onbemande systemen zijn al decennialang geen onbekende. Reeds in de Tweede Wereldoorlog werd geëxperimenteerd met op afstand bedienbare voertuigen. Maar toch zijn robots voor het landoptreden vandaag de dag nog verre van gemeengoed. Hoe dat komt, weet expert-bij-uitstek Martijn wel. Hij noemt de vaak onevenredig hoge kosten om toegepaste robottechniek te ontwikkelen. De gevoeligheid om moeilijke besluiten, zoals in situaties van leven en dood, aan machines over te laten. Maar ook de complexiteit van verschillende technieken, benodigd om een robot in een onvoorspelbare, vijandige omgeving naar volle tevredenheid te laten functioneren, is een ding. 

Praktijk

Anno 2019 zijn deze beperkingen meer uitgekristalliseerd, waardoor de inzet van robots aan het front slechts een kwestie van tijd zal zijn. Om vast te stellen welke systemen het geschiktst zijn, doen Martijn en zijn 9 man tellende Robots and Autonomous Systems (RAS) team een 2 tot 3 jaar durende inventarisatie. Daarbij gaan de specialisten pragmatisch te werk. Ingebed bij 13 Lichte Brigade in Oirschot is het de bedoeling bestaande systemen in de dagelijkse praktijk van de eindgebruiker te testen. Te beginnen met het accu- of dieselaangedreven grondvoertuig Milrem Themis en de Argo J6. Beide zijn gemaakt voor extreem ruig terrein.

De modulair opgebouwde Milrem is onder meer geschikt voor het uitvoeren van verkenningen. De bewapende versie op de rechter foto is voor de landmacht net een stap te ver.

Verstoren

De conclusies die RAS aan het eind van de testperiode trekt, zullen als advies dienen om of over te gaan tot verwerving of tot doorontwikkeling. “We richten ons als eerste op onbemande voertuigen die een last kunnen verplaatsen”, licht Martijn toe. “Denk hierbij aan rugzakken, klasse 1 (voedsel), klasse 3 (BOS) en klasse 5 (munitie) of geniemateriaal. Personeel uit vijandelijk gebied ‘trekken’, kan natuurlijk ook met een robot.” Een tweede aandachtspunt zijn drones en voertuigen voor het plaatsen of verplaatsen van sensoren om rap een gebied in kaart te brengen, een communicatienetwerk op te zetten of zelfs vijandelijke communicatie te verstoren.  

Tijd

Martijn vertelt dat Nederland bepaald niet de enige is die de mogelijkheden onderzoekt van robotachtige landsystemen. De Verenigde Staten, Groot-Brittannië, China, Japan, Israël, Iran en ook India zijn actief in het ontwikkelen van onbemande techniek voor het landoptreden. Afhankelijk van de uiteindelijke behoefte zou het zomaar kunnen dat de KL straks systemen van de plank koopt. Maar doordat de specifieke behoefte nog niet inzichtelijk is, zou doorontwikkeling net zo goed onvermijdelijk kunnen zijn. Om zich daarop voor te bereiden, werkt het RAS-team samen met 3 technische universiteiten, TNO en met het bedrijfsleven, waaronder IBM en KPN. Aandachtsgebieden zijn onder meer robuustheid van de systemen, de communicatiemogelijkheden, verwerking en analyse van data en cyber security. 

Milrem uitgerust voor het ruimen van obstakels.

Zelfrijdende voertuigen

De eerste systemen die in Oirschot zullen worden getest zijn dus de Milrem Themis (accu- of dieselaangedreven onbemand grondvoertuig), de Argo J6 (grondvoertuig voor extreem ruig terrein) en de Atlas-drone. De Milrem is modulair opgebouwd en hierdoor te combineren met uiteenlopende elementen afgestemd op een specifieke taak, variërend van transport en verkenning tot het ruimen van obstakels. Het sys­teem maakt het werk voor militairen niet alleen efficiënter en veiliger, maar levert ook een (deel)oplossing voor het gebrek aan mankracht.

Onderbezetting

Expert Martijn verklaart dat het introduceren van onbemande systemen in de geledingen niet moet leiden tot wijzigingen in de personele bezetting van de eenheden. Maar de machines kunnen wel een rol spelen bij het tegengaan van onderbezetting. “Wat we ook niet willen, is bestaande, bewezen effectieve middelen als het pantservoertuig vervangen. Robots toepassen in de huidige omgeving doen we op basis van tekortkomingen in het operationeel concept. Daarbij zijn het veiliger en effectiever maken van het militair optreden belangrijke graadmeters.”

Wat is CD&E?

Concept Development & Experimentation; het is een hele mond vol. Simpel gezegd komt het erop neer dat deze afdeling snel innovaties ontwikkelt voor CLAS-eenheden. Dit doet ze onder meer samen met de kennisindustrie en -partners buiten Defensie. Innovaties worden versneld gedetecteerd en de organisatie ingebracht. Geen lange lijnen en niet dood experimenteren. Dat is CD&E!