Tekst RITM Bianca Brasser
Foto SGT Jan Dijkstra
Genisten herstellen de basis
Losliggende elektriciteitskabels, lekke Hesco’s en beveiligingslampen die op omvallen staan. Sinds januari is de Koninklijke Luchtmacht terug in Jordanië. In de strijd tegen ISIS houden 150 man hier dag en nacht 6 F-16’s in de lucht. 2 landmacht-genisten zijn aan dit detachement toegevoegd. Hun focus: het Nederlandse deel op de Jordaanse vliegbasis woon- en werkbaar maken.
Het is flink aanpoten, erkent sergeant-1 Patrick, die deel uitmaakt van het luchtmachtdetachement. Zo flink dat nog eens 15 landmachters van 101 Geniebataljon uit Wezep zijn ingevlogen om 3 weken te helpen.
‘Belgen gebruikten het Nederlandse deel van de basis’
Terug in Midden-Oosten
In de zomer van 2016 lieten de Nederlandse F-16’s de vliegbasis in Jordanië achter zich. Het was toen de beurt aan België om met hun jachtvliegtuigen de strijd tegen ISIS voort te zetten. Bij wijze van toerbeurt zijn de Nederlanders nu weer terug. “De afgelopen 1,5 jaar hebben de Belgen het Nederlandse deel van de vliegbasis gebruikt”, zegt Patrick. “Ze hebben de boel in standgehouden, maar niet meer dan dat. Ging een lamp stuk? Dan vervingen ze die, maar ze pakten de oorzaak niet aan.”
Scheve lampen
De onderofficier wijst naar de scheef hangende beveiligingslampen rond de opslagplaats voor de F-16-bommen. “De simpele houten standaard waaraan de verlichting hangt, zakt weg in de grond. 1 voor 1 gaan de lampen zo kapot.”
Het tijdelijke taakteam ‘Electro’ zorgt daarom nu voor nieuwe standaards. “En we pakken het meteen goed aan”, voegt elektriciën korporaal-1 Robin toe. “Zie je al die kabels? Die liggen open en bloot in de zon, kriskras door elkaar. Daar maken we goten voor, zodat ze beter beschermd zijn tegen uv-straling.”
‘Het zand liep uit de Hesco’s’
Bomstaarten in camonetten
Een paar meter verderop werkt een tweede taakteam van genisten aan de Hesco’s. Deze vormen een barrière tussen opgeslagen bommen. Bij een eventuele explosie wordt zo de schade beperkt. “Dit zijn de échte”, zegt korporaal-1 Remy tevreden. Met een schep verdeelt hij het zojuist gestorte zand over de bakken. “De Hesco’s die we weg hebben gehaald, zijn van een B-merk. Waarschijnlijk het enige wat destijds voor handen was. Regen en zon hadden het materiaal zo verzwakt dat er gaten inkwamen. Het zand liep er uit.”
Boven de Hesco’s hingen tot voor kort camouflagenetten die de bommen tegen de zon beschermden. “Door de wind zijn de netten zó ver naar beneden gezakt dat de bomstaarten er continu in bleven hangen”, zegt Patrick. Een derde taakteam genisten fabriceert nu nieuwe, maar ook een stevige zonwering. Een opdracht die al de nodige vertraging opliep. “Ik ben continu aan de telefoon met lokale aannemers”, zucht Patrick. “We hebben beton nodig. Daarmee zetten we de palen van de zonwering stevig in tonnen vast. Telkens als ik vraag waar het blijft, krijg ik als antwoord: ‘Tomorrow, tomorrow’. Dit hoor ik nu al 3 dagen.”
Recente storm
Ondertussen heeft Patrick ook zijn handen vol aan ‘hand- en spandiensten’, de zogenoemde instandhoudingsklussen. Zoals het oplossen van kortsluiting. “In sommige verblijven zijn in het plafond gaten geboord om lampen op te kunnen hangen. Als het regent, loopt het water langs de elektriciteitsdraden.” Een recente storm in het gebied heeft het werk er voor Patrick ook niet minder op gemaakt. Hokken, om de handen te wassen naast de Dixi’s, zijn weggewaaid. “Daar timmeren we nu nieuwe afdakjes voor.”
Eind maart worden Patrick, zijn collega-genist en het luchtmachtdetachement waar zij deel van uitmaken, afgelost. “Tot die tijd zal ik me niet vervelen”, lacht hij. “De tijd vliegt voorbij. Ik ben pas tevreden als mijn opvolger zich wél verveelt. Dan heb ik mijn werk goed gedaan.”