09

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

Mijn Uitrusting: de HPG-er

Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Louis Meulstee

Elke specialist heeft zijn eigen uitrusting. Weet jij wat je collega draagt in het veld? Welke ‘gereedschappen’ zijn onmisbaar? Maandelijks vertelt een landmachter over zijn vak, drijfveren en de materialen die hij tijdens het werk nodig heeft. Ditmaal de specialist Hygiëne en Preventieve Gezondheidszorg (HPG) van het Operationeel Ondersteuningscommando Land.

Zonder HPG-er zouden militairen op missie en oefening ziek kunnen worden en uitvallen. Omdat voorkomen beter is dan genezen, controleert de specialist de hygiëne te velde, de kwaliteit van water en voeding, risico’s van ongedierte, plantensoorten en epidemieën en ziekmakende arbo- en milieuomstandigheden zoals fijnstof. Vervolgens adviseert hij de commandant over het nemen van maatregelen.

Dit zijn 7 van de meest gebruikte uitrustingsstukken van de HPG-er:

Fijnstofmeter

Dit apparaat meet de stofbelasting door fijnstof te meten en in de berekening te combineren met de temperatuur en de luchtvochtigheid. Onzichtbaar fijnstof kan diep in de longen terecht komen en veel schade aanrichten. In 9 van de 10 gevallen valt de belasting van fijnstof binnen de norm voor kortdurende blootstelling (geen werkleven lang). Wordt de norm overschreden? Dan kan de Directie Operatiën maatregelen treffen zoals ademwegbescherming (bijv. mondkapjes) of het verkorten van de blootstellingsduur.

Lichtval

Deze vangt insecten die op het licht af komen en vervolgens naar binnen worden gezogen. De HPG-er haalt het netje van de val en legt hem in de vriezer zodat alle insecten sterven. Vervolgens analyseert hij de vangst onder de microscoop. Omdat er variabelen kunnen optreden bij wisselend weer wordt de val dagelijks gebruikt. Ook tijdens de voorverkenning werkt de HPG-er met de val, om een goed beeld te krijgen van aanwezige insectensoorten. Vervolgens kan men preventief maatregelen treffen zoals inenten en malariapillen uitdelen.

Microscoop

De microscoop gebruikt de specialist bijna dagelijks om insecten, andere beestjes of micro-organismen in water te herkennen en te analyseren. Hij onderzoekt ze op ziektes (zoals malaria en Lyme), ziekteverwekkers (zoals bacteriën en schimmels) en eventueel het soort gif dat ze bij zich dragen. Om insecten en andere kleine beestjes goed te kunnen bekijken, lijmt de HPG-er ze op een stukje foam. Daar prikt hij vervolgens een naald doorheen, die hij kan vastpakken om ze helemaal rondom te bekijken. Voor het archief bewaart hij soms enkele exemplaren.

Insectenpotjes

Wanneer de HPG-er niet zeker weet met welke soort insect, spin, schorpioen of slang hij te maken heeft, verstuurt hij het (dode) dier voor een nadere analyse naar een laboratorium of tropeninstituut. Daarvoor stopt hij het exemplaar in een glazen potje met medische alcohol van 70%, zodat het intact blijft.

Muizenvallen

De HPG-er gebruikt 2 soorten. Met de grijze lokdoos vangt hij knaagdieren zoals muizen en ratten levend. Vervolgens analyseert hij ze: welke soort is het, welk gedrag vertonen ze en dragen ze luizen, vlooien of teken? Die laatsten onderzoekt de HPG-er vervolgens ook. Knaagdieren bestrijden kan door het weghalen van begroeiing. Verder vraagt hij personeel etenswaren afgesloten op te bergen en afval op te ruimen. Muizen vangen doet de HPG-er vervolgens met stevige muizenklapvallen. Gif gebruikt hij liever niet in verband met het risico op doorvergiftiging; vergiftigde muizen kunnen door vogels worden opgegeten.

Bio luminometer

Met de bio luminometer controleert de HPG-er de werkoppervlakten in keukens op goede hygiëne. Daarvoor veegt hij met een lang wattenstaafje, dat in de pen doordrenkt is met een testvloeistof, over het oppervlak. Hij plaatst het staafje terug in de pen en stopt het geheel in de luminometer. Die leest binnen een paar seconden uit of er sprake is van microbiologische activiteit, ofwel schadelijke stoffen die bacteriën afscheiden.

Waterparameter

Dit meet de waterkwaliteit uitgedrukt in temperatuur en troebelheid, en gehalten van (chemische) stoffen. De HPG-er voegt – afhankelijk van de soort test – poeder of vloeistof toe aan het water, verhit het soms, stopt het flesje in het apparaat en plaats het kapje erover zodat een lichtstraal de meting kan uitvoeren. De HPG-er meet met name het (drink)water in keukens en geneeskundige systemen. Militairen drinken op missies en oefeningen meestal gebotteld water. Toch wordt dat soms ook getest, zeker in hete gebieden.

‘Ik probeer alles te pakken en te vangen’

Adjudant Eric de Haan

Specialist hygiëne en preventieve gezondheidszorg

Operationeel Ondersteuningscommando Land

‘Er zijn zoveel kleine beestjes waarvoor je moet oppassen’

“Wist je dat maar liefst 75 procent van de uitvallers dit te danken heeft aan ziektes of verwondingen die niets met gevechten of militaire inzet te maken hebben? Het zijn vaak ongelukjes zoals een sportblessure of misstap, maar ook infectieziekten en slechte hygiëne kunnen boosdoeners zijn. Mijn taak is ziektes en vergiftiging zoveel mogelijk voorkomen.

Dat is vaak helemaal niet zo moeilijk, maar men moet wel meewerken. Simpelweg je handen wassen na elk toiletbezoek en voor het eten is de beste preventieve maatregel die er is. Je slaapverblijf opgeruimd en schoonhouden is ook belangrijk.

‘Moet het hier dan net zo goed zijn als in Nederland?’ vragen ze dan. ‘Béter, want de omstandigheden zijn hier slechter met de hoge temperatuur, luchtvochtigheid en veel mensen in kleine ruimtes.’ Binnen de kortste keren lopen militairen diarree of voetschimmel op. Dat laatste vaak door het niet tijdig wisselen van sokken en schoenen.

Behalve dat ik op persoonlijke hygiëne wijs, controleer ik de sanitaire voorzieningen, de opslag, werkoppervlakten en afvalverwerking van de keuken, de temperatuur van maaltijden en bestrijd ik ongedierte. Kakkerlakken, spinnen, schorpioenen, slangen, malariamuggen, vliegen, teken, luizen, vlooien en muizen; er zijn zoveel kleine beestjes waarvoor je moet oppassen. Weren of vangen zijn de beste methodes om ervan af te komen. Ik probeer alles te pakken en te vangen, ook micro-organismen uit het water. Als vangen niet lukt, fotografeer ik ze. Van alles dat vliegt, kruipt en zwemt wil ik exact weten wat het is, hoe het zich gedraagt en wat het kan veroorzaken. Mijn motto is: ken uw vijand en u weet hoe u hem het hardst kan pakken.”